Een groeiende groep senioren wil liever niet stoppen met werken. Ze blijven aan de slag en vullen hun pensioen aan.
Het aantal senioren dat na de pensionering blijft werken, neemt toe. Twintig jaar geleden ging het nog om 55.000 personen, eind vorig jaar waren het er 181.000. De verwachting is dat het aantal werkende senioren de komende jaren blijft stijgen. Het is fiscaal aantrekkelijk en een goede manier om een tegenvallend pensioen aan te vullen.
Afgezet tegen het totaalaantal van 2,7 miljoen 65-plussers gaat het nog steeds om een kleine groep: nog geen 7 procent. Doorgaans hebben ze kleine banen: gepensioneerden die werken doen dat door de bank genomen iets meer dan 16 uur per week, zo blijkt uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Voor een deel gaat het om zelfstandigen, voor een ander deel om werknemers die na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd in dienst blijven van hun oude werkgever. Daarnaast is er een groep senioren die was gestopt met werken, maar later alsnog een deeltijdbaan neemt, bijvoorbeeld om het inkomen aan te vullen. De AOW-leeftijd stijgt de komende jaren overigens geleidelijk, met een maand per jaar.
Senioren die wel doorwerken maar niet bij hun oude baas, hebben vaak banen als conciërge, chauffeur, postbesteller, huismeester of receptionist. Er zijn tegenwoordig allerlei uitzendbureaus die zich op oudere werknemers of heel specifiek op AOW’ers richten. Ze zijn op internet makkelijk te vinden en hebben namen als ’65plus’, ‘Pittig’ of ‘Ervaren Jaren’.
Doorwerken is fiscaal aantrekkelijk omdat werknemers na de pensioengerechtigde leeftijd geen AOW-premie meer betalen, waardoor ze netto meer overhouden. In de eerste schijf – de grens ligt bij een belastbaar inkomen van 19.645 euro – betalen niet-gepensioneerden 36,25 procent aan belasting en premies. AOW-gerechtigen betalen 18,35 procent.
Van elke verdiende euro houden gepensioneerden bijna 18 cent meer over. In de tweede schijf – tot een belastbaar inkomen van circa 33.000 euro – gebeurt iets vergelijkbaars.
Langer doorwerken heeft geen gevolgen voor de AOW-uitkering die gepensioneerden maandelijks ontvangen. Nu hebben werkende senioren volgens het Rijk nog geen recht op het minimumloon, maar het kabinet wil dat veranderen.
Doorwerken bij de oude baas na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd is voor mensen in loondienst geen recht dat onder alle omstandigheden kan worden afgedwongen.
In cao’s kan zijn afgesproken dat werknemers bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd automatisch worden ontslagen. Doorwerken kan soms wel, maar alleen als de werkgever dat ook wil. Het is dan meer een privilege dan een recht.
Wie wil doorwerken, moet tijdig bij zijn werkgever aan de bel trekken om de mogelijkheden te bespreken.
Dit artikel stond op 8 februari in weekblad Elsevier.