Ook na honderd jaar blijft Amsterdamse School bouwers inspireren

Amrtah Hotel Amsterdam

Ook na honderd jaar blijft de Amsterdamse School bouwers inspireren.

Wie vanuit het noordwesten per spoor Amsterdam binnenrijdt, ziet links een bijzonder gebouw van rode baksteen met een spits torentje. Op dit torentje wees de Groningse architect Siebe Jan Bouma (1899-1959) zijn kinderen vol ­bewondering als zij de hoofdstad ­bezochten.

Het gebouw van Michel de Klerk (1884-1923), een voormalig postkantoor dat nu dienstdoet als Museum Het Schip, geldt als toonbeeld van de Amsterdamse School. In 1916, ten tijde van de bouw van het Scheepvaarthuis in Amsterdam, werd voor het eerst gesproken van de ‘Amsterdamse School’, al was er geen sprake van een of­ficieel manifest.

Eenzelfde ideaal

De architecten, die elkaar ontmoeten op het bureau van Eduard Cuypers (1859-1927), voelden zich vooral verbonden door eenzelfde ideaal. Bouwen moest worden vervangen door bouwkunst, maar wel kunst die voor iedereen beschikbaar was, zeker voor arbeiders.

Als gevolg van de Woningwet van 1901 werden de meeste krotten waarin arbeiders woonden, onbewoonbaar verklaard. Via de sociale woningbouw kregen zij een nieuw onderkomen.

CUL stijl_postkantoor toren schip 008 (1) (c)
Bouwen moest worden vervangen door bouwkunst, voor iedereen beschikbaar, zeker voor arbeiders

‘De gemeente vond de Amsterdamse School een geschikte bouwstijl, omdat die draaide om de wijk in zijn geheel en niet om individuele woningen,’ zegt architectuurhistoricus Joosje van Geest. Bovendien kon het sociaal-democratische stadsbestuur zich wel vinden in de ideeën van architect Michel de Klerk en zijn droom om arbeiderspaleizen te bouwen.

De Klerk gaf zijn gebouwen daartoe versierde gevels, gevarieerde baksteenverbindingen en ornamenten. Maar die extra’s waren niet goedkoop. Tijdens de crisis van de jaren dertig was het niet meer te verdedigen om ‘nutteloze’ versiersels aan te brengen. Ook waren er praktische bezwaren.

CUL stijl_telefooncel in voormalig Postkantoor in Het Schip 009
Ronde, opgewekte vormen: telefooncel in voormalig postkantoor

Straatbeeld

Zo zaten de kleine ramen erg hoog. ‘Dat was om te voorkomen dat wasgoed of kletsende buurtbewoners het straatbeeld zouden verpesten,’ zegt Van Geest. Maar bewoners konden zo nauwelijks naar buiten kijken en er viel weinig daglicht naar binnen.

Ten tijde van de naoorlogse wederopbouw was de Amsterdamse School eigenlijk alweer ouderwets geworden. Toch is de invloed van de Amsterdamse School groot. Niet alleen architect Bouma liet zich door de bouwstijl inspireren, door het hele land zijn gebouwen terug te vinden met elementen van de Amsterdamse School.

CUL stijl_150803-TugBelaweg
Amsterdamse School anno 2016

Mooie voorbeelden zijn de Amsterdamse Schoolbuurt in Delfzijl – met de voormalige Zeevaartschool –, de watertoren in Schimmert en de Ludwigstraat in Roosendaal.

In de jaren zeventig ontstond er weer waardering voor de Amsterdamse School. Zo wijdde het Stedelijk Museum er in 1975 een tentoonstelling aan. Rond 1999 werd de schoonheid van deze stijl weer zichtbaarder toen Amsterdamse wooncorporaties de vervallen huizen opknapten.

Van der Mey-hal in Scheepvaarthuis
Van der Mey-hal in Scheepvaarthuis

Een nieuwe generatie architecten kreeg weer oog voor de kenmerkende elementen. Onder meer het creatieve spel met bakstenen is een inspiratiebron. ‘Daardoor zijn het mooie gebouwen, waar mensen graag in willen wonen,’ zegt Machiel Spaan van M3H Architecten. Dit bureau bouwde de Tugelawegblokken, robuuste woningen, geïnspireerd op de Amsterdamse School, maar met een hedendaagse twist.

Museum Het Schip organiseert vanaf april busexcursies langs voorbeelden van de ­Amsterdamse School, gecombineerd met de tentoonstelling Wonen in de Amsterdamse School in het Stedelijk Museum