In Wageningen is tot 20 oktober 2019 een expositie te zien met het werk van Eppo Doeve.
Het uitzonderlijke tekentalent van Eppo Doeve (1907-1981) werd eind jaren twintig van de afgelopen eeuw ontdekt in Wageningen, toen hij daar koloniale landbouw studeerde. Met als gevolg dat hij geen theeplanter in Nederlands-Indië werd, maar een veelgevraagd tekenaar, schilder en illustrator in het moederland. Museum De Casteelse Poort in de Gelderse stad heeft zijn Wageningse werk bij elkaar gezocht en er een tentoonstelling van gemaakt.
Terug in Wageningen
De expositie, getiteld Eppo Doeve: Terug in Wageningen, wordt zondag 19 mei geopend door kunstkenner en oud-medewerker van het tv-programma Tussen Kunst en Kitsch, Frans Leidelmeijer. Net als Doeve is hij – weliswaar 35 jaar later – in Bandung (Nederlands-Indië) geboren.
Ook Doeve-kenner Jop Euwijk, verbonden aan het Instituut voor Beeld en Geluid, zal een inleiding houden. Een deel van het materiaal dat in Wageningen wordt tentoongesteld, is afkomstig uit de collectie van Beeld en Geluid, dat het materiaal in handen kreeg door de fusie twee jaar geleden met het Persmuseum in Amsterdam. Ook affichemaker en verzamelaar Gielijn Escher stond werk van Doeve voor deze tentoonstelling af.
Corps was als familie
De uitgave Eppo Doeve – Ter Herinnering 1907-1981 biedt een fraai overzicht van de veelzijdigheid van deze kunstenaar en vertelt ook over zijn markante leven. Het rijk geïllustreerde boekwerk van 104 pagina’s kan in de webshop worden besteld.
Doeve arriveerde als twintiger in Wageningen, waar hij zich aansloot bij het Wageningse Studentencorps. Dat verving zijn in Nederlands-Indië achtergebleven familie, schrijft Jop Euwijk in het boek Eppo Doeve – Ter Herinnering 1907-1981. Met zijn vrienden speelde hij muziek (jazz), waarbij Doeve zo’n beetje alle instrumenten kon bespelen. De studentenvrienden hadden ook nog een andere hobby, autorijden.
Doeves tekentalent bleek al snel toen hij achttien illustraties maakte voor de corpsalmanak, die ook terechtkwam in andere studentensteden en zo bijdroeg aan Doeves vroege nationale faam. Toen hij vervolgens de kosten van een reisje naar Londen moest terugverdienen, zag hij dat hij makkelijk geld kon verdienen met de verkoop van de vruchten van zijn talent. Waarna zijn carrière een andere wending nam: hij werd geen theeplanter, maar succesvol kunstenaar.
De duivelskunstenaar
Uiteindelijk was hij vele jaren verbonden aan Elsevier Weekblad, maar hij maakte voor andere opdrachtgevers ook bankbiljetten, schilderijen, affiches, decorstukken, boekomslagen en verder alles waaraan een tekenpen te pas kon komen. Hij stond bekend als duivelskunstenaar, omdat hij alles, letterlijk alles wat hij zag, kon tekenen. In Wageningen is dat al te zien aan de hand van zijn eerste werkstukken.
De expositie in Wageningen loopt tot 20 oktober 2019.