Diversiteitscriteria zorgen voor boosheid en verschraling in cultuursector

Het Ons Lieve Heer op Solder Museum. Foto: ANP

Diversiteitsregels zorgen voor woede bij de verdeling van cultuursubsidies in Amsterdam en door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Zo dreigt het museum Ons’ Lieve Heer op Solder in Amsterdam te moeten sluiten. Het museum zou volgens het Amsterdams Fonds voor de Kunst niet divers genoeg zijn. Cultuurinstellingen buiten de Randstad grijpen naast de subsidiepotten van het ministerie van OCW door diversiteitseisen. Vier vragen en antwoorden.

Waarom krijgt het museum geen subsidie meer?

Vorige week bracht het museum zelf naar buiten dat sluiting dreigt. Naast de coronacrisis die het museum maandenlang dichthield, is het dichtdraaien van de subsidiekraan de druppel. Vanaf 2021 zou het museum een vierjarige subsidie van 600.000 euro krijgen van het Amsterdamse Fonds voor de Kunst (AFK).

Het museum is ingericht in de voormalige schuilkerk op de Amsterdamse Wallen. Katholieken konden er in de zeventiende en achttiende eeuw hun geloof belijden toen dat nog verboden was.

De subsidieaanvraag was aanvankelijk positief beoordeeld, maar is teruggedraaid omdat het AFK zelf moet bezuinigen wegens een tekort van 6,6 miljoen euro. Tegen Het Parool zegt AFK-directeur Annabelle Birnie: ‘Het geld was op toen we bij hun plek op de lijst aankwamen. Dat is jammer en zwaar voor het museum.’

Uit het oordeel over de subsidieaanvraag blijkt dat het AFK het museum niet ‘inclusief’ genoeg zou zijn. Het museum zou niet genoeg inzetten op het werven van mensen van kleur en/of met een totaal andere achtergrond dan de Nederlandse.

Op Twitter noemt CDA-gemeenteraadslid Diederik Boomsma de diversiteitsregels ‘pigmentgeneuzel’:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Wat is er aan de hand bij de subsidieverdeling van het ministerie?

Afgelopen week kwam ook het nieuws naar buiten dat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap subsidies voor muziek- en theatergezelschappen grotendeels binnen de Randstad uitgeeft. De subsidies worden vanaf 2021 uitgekeerd.

Het Fonds Podiumkunsten geeft 54 procent van het subsidiebudget aan Amsterdamse gezelschappen, 11 procent vloeit naar Rotterdam en 8 procent naar Utrecht. Alle aanvragen uit Gelderland en Overijssel zijn geweigerd, terwijl Friesland, Groningen en Drenthe samen maar 2 procent ontvangen.

Hoe worden de subsidies verdeeld?

Volgens de lokale krant De Gelderlander kregen meerdere Gelderse gezelschappen wel een positief advies voor hun subsidieaanvraag, maar is de aanvraag toch afgewezen. Dat komt vermoedelijk doordat ‘regionale spreiding’ geen voorwaarde meer is voor het uitdelen van de subsidies.

Bij de vorige verdeling van de subsidiegelden was dat nog wel het geval. In de richtlijnen voor de subsidieaanvragen 2021-2024 was het criterium verdwenen.

Culturele instellingen die aanspraak wilden maken op subsidies, moeten wel meedoen met de gedragscode ‘diversiteit en inclusie’. Die moet ervoor zorgen dat ‘de brede diversiteit van de Nederlandse samenleving’ in de sector wordt gerepresenteerd.

Waarom wijzigde het ministerie de richtlijnen?

Deze vraagt leeft bij veel politici. CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt heeft Kamervragen gesteld aan verantwoordelijk minister Ingrid van Engelshoven (D66). Op Twitter uit hij kritiek op het beleid van Van Engelshoven dat tegen het Regeerakkoord in zou gaan en ‘slecht beleid’ is.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Ook hint Omtzigt op kwade opzet. Zo werden de richtlijnen om subsidie aan te vragen gepubliceerd op 22 november 2019, net na een Kamerdebat over de cultuursector. Het ministerie hoeft de Kamer niet over zo’n richtlijn te informeren.

Het Fonds Podiumkunsten ontkent dat het regionale spreiding niet belangrijk vindt: ‘Het Fonds hecht wel degelijk aan spreiding, maar binnen het beschikbare budget voor meerjarige productieaanvragen is het lastig spreiding van standplaats te realiseren.’