Afgelopen week werd bekend dat Rembrandts meesterwerk De vaandeldrager in Nederlandse handen komt. Kosten: 175 miljoen euro. Wat zijn de duurste door Nederlanders gemaakte schilderijen die u kunt bezichtigen?
Het duurste kunstwerk ter wereld is zoek. Dat wil zeggen: behalve de eigenaar en waarschijnlijk een handvol ingewijden weet niemand waar het schilderij Salvator Mundi zich bevindt. Het al dan niet door Leonardo da Vinci gemaakte werk werd in 2017 voor 450 miljoen dollar (ongeveer 400 miljoen euro) gekocht door de Saudische prins Badr bin Abdullah, die het opnam in zijn privécollectie. Vermoed wordt dat Salvator Mundi sindsdien in Abdullahs superjacht Serene hangt. Bijgevolg was ’s werelds duurste kunstwerk afgelopen voorjaar vermoedelijk even in Nederland, toen de Serene voor onderhoud in Vlissingen lag.
Het lot van Salvator Mundi – even kostbaar als onzichtbaar – is exemplarisch voor dat van veel de allerprijzigste kunstwerken. Midden-Oosterse miljardairs kopen ze als prestige-object en houden ze daarna voor het publiek verborgen.
Zo niet De vaandeldrager. Afgelopen week werd bekend dat Rembrandts meesterwerk uit 1636 in Nederlandse handen komt. De staat neemt het grootste deel van de koopsom (175 miljoen euro) op zich van het schilderij dat in het Rijksmuseum komt te hangen. Welke door Nederlanders gemaakte werken die de laatste jaren voor monsterbedragen van eigenaar wisselden, zijn ook voor iedereen toegankelijk?
1.
Willem de Kooning – Interchange
In Nederland kan Willem de Kooning (1904-1997) zich qua bekendheid niet meten met Rembrandt van Rijn en Vincent van Gogh, maar wereldwijd wordt de in Rotterdam geboren schilder geroemd als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het abstract expressionisme. Op jonge leeftijd emigreerde De Kooning naar de Verenigde Staten en zou later ook Amerikaans staatsburger worden.
Tot aan de verkoop van Salvator Mundi was De Koonings Interchange het schilderij met de hoogste veilingopbrengst ooit. Hedgefondseigenaar Ken Griffin kocht het werk uit 1955 in 2015 voor ruim 300 miljoen dollar (zo’n 265 miljoen euro). De Amerikaan was zo goed Interchange in bruikleen te geven aan het Art Institute of Chicago, waar het publiek het geregeld kan bezichtigen. Saillant detail: Willem de Kooning zelf verkocht het werk in 1955 voor zo’n 4.000 dollar.
2.
Rembrandt van Rijn – Marten Soolmans en Oopjen Coppit
Aan de aankoop van de huwelijksportretten van echtelieden Marten Soolmans en Oopjen Coppit ging een boeiend diplomatiek gevecht (en een foutenfestival) vooraf. Zowel de Nederlandse als de Franse overheid aasde op Rembrandts reusachtige dubbelportret, in bezit van de familie Rothschild.
Na lang gesteggel besloten de landen in 2016 tot een gezamenlijke aanschaf (kosten: 160 miljoen euro), waarbij werd afgesproken dat Marten en Oopjen nooit zullen worden gescheiden. De Nederlandse staat is officieel eigenaar van het portret van Soolmans, de Fransen bezitten dat van Coppit. De werken zijn afwisselend te zien in het Rijksmuseum in Amsterdam en in het Louvre in Parijs. Op dit moment zijn ze te bewonderen in de stad waar Rembrandt de schilderijen in 1634 vervaardigde.
3.
Vincent van Gogh – Portret van Dr. Gachet
Het is alweer even geleden dat Vincent van Goghs portret van de dorpsdokter van Auvers-sur-Oise een nieuwe eigenaar kreeg. De Japanse papiermagnaat Ryoei Saito betaalde er in 1990 ruim 82 miljoen dollar voor – gecorrigeerd voor inflatie komt dat neer op zo’n 160 miljoen dollar nu (of 140 miljoen euro). Het schilderij uit 1890 kende een roerige geschiedenis en werd tijdens de Tweede Wereldoorlog geconfisqueerd door nazikopstuk Hermann Göring. Bij een veiling in 1990 werd Portret van Dr. Gachet het op dat moment duurste schilderij ter wereld.
Ryoei Saito stierf in 1996 en ondanks het voornemen het schilderij onder te brengen in een museale collectie, is dat nooit gebeurd. Gelukkig voor Van Gogh-liefhebbers maakte de Nederlandse kunstenaar destijds twee sterk gelijkende versies van Portret van Dr. Gachet. De tweede versie kwam in de jaren vijftig in het bezit van de Franse staat en is te zien in het Musée d’Orsay in Parijs.
4.
Peter Paul Rubens – De slachting der onschuldigen
Goed, Peter Paul Rubens werd geboren in Siegen, een stad in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen, en hij groeide op in het Vlaamse Antwerpen. Maar die stad maakte destijds (eind zestiende eeuw) deel uit van de Nederlanden, en dus is Rubens met enige fantasie te beschouwen als een Nederlandse kunstenaar. Zijn vader verwekte nota bene een buitenechtelijk kind (Peter Pauls halfzus) bij Anna van Saksen, de tweede echtgenote van Willem van Oranje.
Peter Paul Rubens ontzagwekkende bijbelse tafereel De slachting der onschuldigen uit circa 1610 werd in 2002 voor zo’n 77 miljoen dollar (68 miljoen euro) gekocht door een Canadese zakenman. Deze Kenneth Thomson schonk het werk aan de Art Gallery of Ontario in Toronto, Canada, waar het schilderij nog altijd is te bewonderen.