Cultuurhistoricus Inger Leemans (50) gebruikt alle zintuigen bij haar onderzoek naar nationale identiteit. Een beladen begrip. ‘We vechten iets uit wat we belangrijk vinden.’
‘Je hoeft niet álles te vergelijken met vroeger,’ krijgt Inger Leemans weleens te horen. Maar ze kan er niets aan doen, het gaat vanzelf. Overal ontwaart ze het verleden. Historische patronen, geschiedenissen die zich herhalen of juist niet.
Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van EW.
Het begint ’s ochtends, als de hoogleraar cultuurgeschiedenis vanuit Buitenveldert naar haar werk fietst in het centrum van Amsterdam. ‘Eerst kom ik langs de Zuidas, glanzende moderne gebouwen, waar het leven om 8 uur al helemaal aan de gang is. Fiets je verder, dan wordt de stad ouder, maar ook steeds slaperiger. Ja, ooit was het precies andersom. Op het Rokin zie ik, als in een soort virtual reality, het oude beursgebouw dat er al lang niet meer staat. En hier, bij de Oudezijds Achterburgwal, zijn ze ’s ochtends nog bezig met het opruimen van de troep van de vorige nacht. Je gaat terug in de tijd, maar je fietst er ook dwars doorheen.’
Rond 11 uur beginnen de aroma’s van de hasj en de wafels rond het Oost-Indisch Huis op de Wallen met elkaar te concurreren. ‘En dan moet ik denken aan de, laat ik zeggen, uitdagende geuren van de zeventiende eeuw. De oude huizen, de vuile grachten. Maar ook aan de lindebomen die als geurschild tussen huizen en grachten werden geplant.’
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen