Bioproces-ingenieur en bijenvriend Marten Schoonman (48) legt uit wat biodiversiteit is en hoe je die kunt verbeteren.
‘De natuur heeft ruimte nodig en rommel, zodat ze haar eigen processen kan volgen. Als je dat in je tuin toelaat, geniet je er zelf van en draag je ook bij aan het grotere geheel.’ Bioproces-ingenieur en bijenliefhebber Marten Schoonman legt uit wat biodiversiteit precies is. Want hij zegt het nog maar eens: ‘We hebben een grote opgave als het gaat om de biodiversiteitscrisis. Particulieren kunnen daaraan zeker bijdragen. Microplastics bijvoorbeeld haal je niet zomaar weg, maar je kunt vandaag al beslissen anders te gaan maaien en dat moeten we ook zeker gaan doen.’
Waarom is biodiversiteit zo belangrijk? ‘Het heeft een enorme rol in het klimaat. Als die nog meer afneemt, wordt zuurstof een probleem. Dat wordt in bossen en oceanen gemaakt en dat willen en kunnen we niet kwijtraken. We gaan ervan uit dat het er gewoon is, maar als dingen verder uit de klauwen lopen, komt dat serieus in het geding.’
Mensen denken vaak dat biodiversiteit gaat over het aantal soorten. ‘Maar zo werkt het in de praktijk niet,’ zegt Schoonman. Het gaat vooral om de verhouding en het evenwicht tussen soorten. ‘Het is een dynamisch systeem van allemaal soorten die gezond moeten zijn, gezonde populatieaantallen hebben en afhankelijk zijn van elkaar. Ze hebben naast ruimte ook een goed leefmilieu nodig, zonder giftige stoffen waardoor ze verzwakken. Verreweg de meeste diersoorten zijn insecten, een essentieel onderdeel van het voedselweb, en die staan onder druk. Ze hebben weinig ruimte. Daarom moeten mensen hun tuin meer aan de natuur overlaten door niet of veel minder vaak te maaien.’ In kort gras nestelt geen insect.
Marten Schoonman (1974) is bioprocesingenieur en adviseur bijen en biodiversiteit bij Naturalis, Leiden. Werkte na zijn studie in diverse functies bij onder meer Organon, SNV, War Child en softwarebedrijf AKVO. Sinds 2019 werkzaam bij Naturalis. Startte in 2017 Stichting BEEP, die imkers helpt met hun bijen.
Schoonman heeft speciale belangstelling voor bijen
Schoonman werkt sinds 2019 bij Naturalis, waar hij adviseert over biodiversiteit. ‘Bij Naturalis willen we dat mensen verliefd worden op de natuur en er goed voor zorgen.’
Hij heeft speciale belangstelling voor bijen en richtte in 2017 Stichting BEEP op, die imkers helpt met het verzorgen van hun honingbijen. Daarvoor heeft hij een app ontwikkeld, want naast natuurliefhebber Schoonman is nu eenmaal ook techneut.
In Nederland is amper sprake van een natuur die de eigen processen kan volgen, zoveel wordt er gebouwd en aangelegd. ‘En overal waar wordt bestraat, aan de infrastructuur wordt gewerkt, overal dus waar de mens ingrijpt in het land, heeft dat invloed op natuurlijke processen.’ Of het nu gaat om de aanleg van een groot verkeersknooppunt of het plaatsen van een hek. ‘Zelfs dan ben je aan het verstoren, want daar kan bijvoorbeeld een egel niet meer doorheen. En dat ingrijpen in de natuur doen we in hoge mate. De mens heeft al honderden, zo niet duizenden jaren invloed op wat er in de natuur gebeurt. Alleen zitten we nu op een punt waar we ons ervan bewust zijn dat dat zó ver is doorgevoerd, dat er amper nog ruimte is voor de natuur.’
Mensen genieten van de natuur en hebben dat nodig. ‘Dat hebben we wel gemerkt tijdens de coronacrisis, toen werd het gewoon te druk in de bossen. Eigenlijk een heel mooi probleem.’
‘Een woestijn voor een insect’
Ook Schoonman, met zijn liefde voor de bij, ziet met lede ogen aan hoe sommige tuinen strak zijn gemaaid of betegeld. ‘Een woestijn voor een insect. Tuincentra zouden duidelijk kunnen maken dat ze wel wat beters aan te bieden hebben dan die tegels. We moeten ons ook realiseren dat een tuin niet op zichzelf staat, maar onderdeel is van het landschap.’
Daarom vindt Schoonman een initiatief als Maai Mei Niet ook zo goed. ‘Het biedt een grote kans om het denken aan te passen. Er zijn gelukkig veel initiatieven, zoals het grote Deltaplan Biodiversiteitsherstel, een heel mooi initiatief waarin diverse instanties samenwerken.’
Schoonman raadt aan te onderzoeken wat er allemaal in de tuin gebeurt en eens goed te kijken naar wat er allemaal groeit en kruipt op een struik. ‘Op bijvoorbeeld een wilg leven honderden soorten.’
Je kunt nog zulke geweldige dingen uithalen in je tuin
Schoonman stelt ook voor om een simpele test te doen, hoe bizar die misschien ook klinkt. ‘Begraaf een witte katoenen onderbroek in je tuin en kijk na twee maanden wat ermee is gebeurd. Als hij nog helemaal intact is, dan heb je aarde in je tuin waarin niets leeft. Is hij deels afgebroken, dan is het bodemleven goed.’
En die bodem, daar komt uiteindelijk alles vandaan. Je kunt nog zulke geweldige dingen uithalen in je tuin, de grond waaruit alles groeit, moet gezond zijn. ‘Als daar grote populaties van allerlei beestjes zijn, die elkaar helpen en opeten, dan is de grond in balans, dan is er zuurstof en kunnen we gewassen telen.’
En de tuin van Schoonman zelf? ‘Natuurlijk hartstikke groen! Er zijn twee uitersten: de tuin heel netjes houden zonder onkruid en blaadjes, of totale verwildering. Het fascineert me wat er gebeurt als mensen helemaal niets doen. Hoe hoog alles wordt en hoe divers! Mijn tuin zit daartussenin: nogal verwilderd. Maar ik heb wel een paar tegels hoor, want ik wil er kunnen zitten.’
Er zijn 360 soorten bijen
Schoonman is ook imker. ‘Mijn hart ligt bij de wilde bestuivers, bijen en hommels. Die zijn het aaibare gezicht van de biodiversiteit. Zeker hommels zijn een soort vliegende teddybeertjes. In mijn tuin staan het hele jaar door bloemen als voedselbron voor insecten. Ik kan echt genieten van dat bijtje en die hommel.’
Er zijn 360 soorten bijen. ‘Veel mensen hopen de bij van dienst te zijn door een bijenhotel op te hangen en voor sommige soorten kan dat zeker helpen.’ Al is het bijenhotel volgens Schoonman slechts een fase op weg naar naar iets beters: de bijenburcht. ‘Dat is een bouwsel met hoogteverschillen en geschikte planten als voedsel. Je kunt zoiets eenvoudig zelf bouwen, als je 9 vierkante meter beschikbaar hebt.’
Schoonman doet ook mee aan een project in zijn woonplaats Breukelen. Daar is een bijenlint aangelegd door kleine stukjes bloemenweide met inheemse, biologisch geteelde planten met elkaar te verbinden – een bijzondere samenwerking tussen gemeente en bewoners. Zo hebben bijen een veel groter gebied om hun voedsel vandaan te halen en is er ruimte voor meer bijenvolken. ‘De dag dat we zaadjes inzaaiden op gemeentegrond – dat was echt een grote dag voor mij.’