In de grote tuin van en zijn vrouw worden zoveel mogelijk beestjes gelokt.
In zijn vorige huis had hij helemaal geen tuin, maar een steiger aan het water. Ook leuk. Maar sinds een jaar of zes woont tv-presentator en dagvoorzitter Roelof Hemmen (60) met zijn vrouw Marjon (56) in een groot huis aan een doodlopende weg in Brabant, met een nog grotere tuin die grenst aan akkers en een bos. Van niets naar 5.000 vierkante meter op het platteland, op dit moment deels op de schop. Een behoorlijke overgang.
Hemmen weet er inmiddels heel wat van, maar zijn vrouw heeft volgens hem de echte kennis. ‘Ik vind het wel heel leuk,’ zegt Hemmen, die bij het opnieuw inrichten van de tuin het welzijn van beestjes steeds in gedachten heeft. ‘Ik heb overal stammetjes en houtblokken neergelegd, en stapels takken, sommige liggen er al jaren. Je ziet dat dat echt helpt voor de vogels, waarvan we er ontzettend veel hebben. We hebben ook vleermuizen. En reeën, er zitten verderop een paar dassen die ook wel in de tuin komen. We hebben een steenmarter, dat is minder goed nieuws, die maken nogal wat kapot.’ En een vos, die zijn kans schoon zag toen het deurtje van het kippenhok een keer bleef openstaan. ‘Allemaal meegenomen.’
Deze tuin is zo groot dat de eigenaars pas na een paar jaar ontdekten dat er wilde pruimenbomen staan. Een soort mini-boomgaardje en behoorlijk productief. ‘Ze zijn te klein en te zuur om zo te eten, maar perfect om jam mee te maken.’ Er staan appelbomen en een perenboom, waar dikke stoofperen vanaf komen. ‘Heerlijk om bij wild te eten.’
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Roelof Hemmen (1963, Hoeksche Waard) werd na zijn afgebroken studie Frans en Nederlands verslaggever. Ging in 1993 werken bij RTL Nieuws in diverse functies. Vanaf 2003 nieuwspresentator. Werkte van 2011-2020 bij BNR en daarna bij Radio 538. Is sinds 2022 vaste gast bij talkshow van Eva Jinek, waar hij uitleg geeft bij het nieuws van de dag.
‘Achter in de tuin hebben we het gras helemaal laten gaan’
Intussen rijdt het tuinbedrijf af en aan, want er moet nogal wat worden aangepakt. Om te beginnen de border, die steeds meer een bron van ergernis werd. ‘Die was heel breed en heel slordig,’ zegt Marjon. ‘We wilden wat meer ruimte. Daar komt nieuw gras.’ Gras? Is dat wel biodivers? Hier wel.
‘We laten dat gras hoger opkomen, maar we maaien sommige delen af en toe, want we willen ook in de tuin kunnen zitten.
‘Achter in de tuin hebben we het gras helemaal laten gaan, het is zo mooi als dat opschiet, er kwamen heel veel bloemen in. En je ziet dat er allemaal beestjes komen. We maken ook een akkerrand waar van alles in staat. Helaas hebben we ook brandnetels en bramen, dat komt door de kunstmestdepositie op de akkers hiernaast.’
Hemmen doet, zegt hij, ‘het lompe handwerk. Ik heb een omheining gemaakt, een carport, een binnenplaatsje, een tuinpad, ik zaag en kloof brandhout en verplaats rommel. Mijn vrouw is van de vormgeving.’
‘Zeker in de zomer staat het hier helemaal vol’
Marjon Hemmen groeide op tussen mensen die veel weten over planten en de natuur. Haar ouders hadden een heel grote moestuin, haar vader had een kas en een bloementuin, haar broer en zijn vrouw zijn allebei landschapsarchitect en ze werkte vaak in een bloemenwinkel.
De verwijderde border was, zeggen Hemmen en zijn vrouw, behalve slordig ook veel te groot en ongelijk. ‘Een mooie border is in balans: er moet een afwisseling zijn tussen bloeiperiodes, maar ook een afwisseling in hoogte en laagte. Het is moeilijk om dat voor elkaar te krijgen: die border van ons was maar een paar maanden per jaar mooi.’
Er wordt ook een grasbloemenmengsel gezaaid, speciaal om insecten aan te trekken. Elke maand is er wel ergens iets wat bloeit en waar beestjes op afkomen. Zelfs in januari, dan bloeit de hazelaar. Verder in de tuin ligt een wal, een hoop aarde waar van alles op groeit en waar takken en snoeisel op worden gegooid. ‘Zeker in de zomer staat het hier helemaal vol,’ zegt Hemmen. ‘Van alles waait er tegenaan, daar hoeven wij helemaal niets voor te doen.’ In de buxushaag kwam de buxusmot, dus die moest ook weg. Nu is er een beukenhaag neergezet. ‘Heel mooi, daar zitten allemaal vogeltjes in.’
Een paar jaar geleden werd onderzoek gedaan naar de biodiversiteit in deze buurt en ook de tuin van Hemmen werd bekeken. Daaruit bleek dat het beter kon. Het echtpaar heeft meteen aanpassingen gedaan: mussenhotels geplaatst, nestkastjes opgehangen, een uilenkast. ‘We hebben nog geen mus gezien, en ook de uilenkast is nog leeg. Maar we weten dat ze hier in de buurt broeden, dus we moeten geduld hebben.’
Geduld is sowieso het toverwoord als het gaat om tuinieren. ‘Een tuin,’ zegt Marjon Hemmen, ‘is een meerjarenplan. Decennia zelfs. Je denkt dat je iets goeds doet, en dan wordt het toch weer anders. Je blijft ermee bezig.’