De trots op de Hanze herleeft, met een beetje hulp

Volgens Kampenaren heeft hun stad de mooiste skyline van het land. Foto: Rob Voss

In Hanzesteden herleeft de trots op een rijk verleden, al is de geschiedenis hier en daar wat weggezakt. ‘De veertiende eeuw was ónze gouden eeuw.’

Soms komt de geschiedenis van een stad samen in één ogenblik op één enkele plek. Kampen beleefde zo’n moment op 10 februari 2016. Even na het middaguur zagen honderden toeschouwers hoe een flank, vervolgens een boeg en ten slotte ook een kiel van donker hout uit de IJssel tevoorschijn kwam. Centimeter voor centimeter ging het, maar uiteindelijk hield de bergingskraan hem fier omhoog: een kogge van 20 meter lang, in fantastische staat.

De laatste keer dat het schip daglicht had gezien, was zeshonderd jaar geleden. Toen de IJsselkogge – zoals de vondst ging heten – rond 1440 onder water verdween, lag achter de kade een stad in de nadagen van een ongekende bloei. Een tijdlang was Kampen een van de machtigste steden van Noordwest-Europa. Maar de IJssel verzandde, de handel luwde. In een poging het slib tegen te houden, werden koggen afgezonken.

‘Geschiedschrijving is nogal West-Nederlands georiënteerd’

Veertiende-eeuwse steeg in Kampen. Foto: Rob Voss

In de IJsselkogge komt het hele verhaal van Kampen samen. Vier eeuwen lang was het scheepstype onaangetast – geen schip kende een langere heerschappij. ‘Onze mooie stad is verdiend met koggen zoals deze,’ zegt stadsgids Harry van Dijk (66). Het is zijn standaard­repliek wanneer onwetende Kampenaren klagen over alle aandacht en geld die zijn besteed aan het wrak dat wereldnieuws werd.

Kamper koggen brachten voorspoed, schiepen een onverschrokken Hanzestad op de grens van IJssel en Zuiderzee die groot werd in de handel over zee, van Rusland tot Spanje. ‘De veertiende eeuw, dat was ónze gouden eeuw,’ zegt historicus en Kampenaar Theo van Mierlo (65).

Maar de Kampenaren die vanochtend aan de koffie zitten op de historische koggewerf, moeten erkennen dat de Hanzetijd in het nationale geheugen toch een beetje ondersneeuwde onder de VOC-heroïek van een paar eeuwen later. Van Mierlo heeft een deel van de verklaring: ‘De geschiedschrijving is nogal West-Nederlands georiënteerd hè.’

Varend symbool van de Hanzetijd

De IJsselkogge die in 2016 bij Kampen werd opgetakeld, wordt geconserveerd op de Bataviawerf in Lelystad, met als uiteindelijke doel een terugkeer naar Kampen. In de Buitenhaven van die stad ligt al de Kamper Kogge, een reconstructie van een veertiende-eeuws schip waarvan het wrak in 1983 werd gevonden in de Flevopolder.

De kogge, een bolvormig vrachtschip met (meestal) één mast, was hét scheepstype van het Hanzeverkeer. Navigeren was niet eenvoudig, maar dankzij de platte bodem kon het schip ook ondiep water bevaren, wat grote voordelen bood. In lengte varieerden kogges van 15 tot 25 meter, en de bemanning bestond uit zo’n tien personen.

Berging in 2016 van de IJsselkogge, die in bijzonder goede staat verkeerde. Foto: Bram van de Biezen/ANP

Deelname aan de Hanze was relatief vrijblijvend

De Hanze – het los-vaste handelsnetwerk van vooral Noordwest-Europese steden dat tussen 1350 tot 1550 zijn bloeiperiode kende – werd weliswaar opgenomen in de Canon van Nederland, maar bleef een wat gezichtloos fenomeen. Dat kwam ook door het ongrijpbare karakter van de Hanze. Deelname was relatief vrijblijvend, en aangesloten kooplieden en steden konden evengoed bondgenoten als erfvijanden zijn.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Niet getreurd, zo klinkt het in Overijssel en Gelderland, waar de belangrijkste Nederlandse Hanzesteden zich bevinden. De schouders eronder, de Hanze is in potentie een ijzersterk merk. Negen Nederlandse steden riepen 2023 samen uit tot Hanzejaar. Goed getimed bovendien, in een tijd waarin terecht de aandacht groeit voor de belangen van regio’s buiten de Randstad .

De mooiste skyline van het land?

Het erfgoed is opgepoetst, en aan het Hanze-gedachtegoed van ‘eenheid door verscheidenheid’ is een eigentijdse draai gegeven. De talrijke Hanze-evenementen in dit jaar hebben uiteraard een toeristisch oogmerk, maar als bijvangst hopen de steden dat het soms wat verbleekte zelfbewustzijn en de kennis van het eigen verleden een impuls krijgen.

Hanzesteden in de schijnwerpers

Onder de vlag Hanzejaar 2023 vieren negen steden (Deventer, Doesburg, Elburg, Harderwijk, Hasselt, Hattem, Kampen, Zwolle en Zutphen) hun rijke middeleeuwse verleden. Tot het einde van het jaar zijn er vele evenementen op het gebied van onder meer erfgoed, kunst, sport en educatie.

 

Een hoogtepunt is ‘24-uur Hanze’ op 14 oktober, wanneer de negen steden tegelijkertijd een uitgebreid programma vol vermaak bieden, veelal gerelateerd aan de geschiedenis. Er zijn onder meer stadswandelingen, muzikale optredens en workshops. Veel musea zijn bovendien tot in de avond geopend. Ter gelegenheid van het Hanzejaar verscheen bij uitgeverij Wbooks het rijk geïllustreerde boek Atlas van negen Hanzesteden. Eveneens leerzaam is De Hanze. De eerste Europese handelsmacht van Arnout van Cruyningen (Omniboek) uit 2019.

In Kampen hoef je niet heel diep te graven voor dat verleden. De stad telt 531 Rijksmonumenten en heeft, vinden ze hier, nog altijd de mooiste skyline van het land. Het water wierp de stad de welvaart in de schoot. ‘Onze wortels drinken IJsselwater,’ zegt Ina Hup (73), vrijwilliger op de Koggewerf. En toen stormvloeden rond 1200 de Zuiderzee schiepen, lag Kampen ook nog aan zee. De stad werd een van de grote spelers in de handel op de Oostzee, waarbij de Kampenaren desnoods gewapenderhand kapers en concurrenten een toontje lager lieten zingen. Tot diep in Rusland wisten ze: met Kampen valt niet te spotten.

Inderdaad, beamen Van Dijk en Van Mierlo tijdens een wandeling door de Oudestraat, Kampen is een beetje weggezakt in de krochten van de tijd. De trots is er wel, maar kan wat tastbare iconen gebruiken. En dan helpt zo’n Hanzejaar best. Genoeg moois herinnert aan de tijd waarin Kampen een knooppunt was als Amsterdam in de zeventiende eeuw, of het huidige Rotterdam. Er zat geld in de stad, bewijzen de schitterende patriciërshuizen en het Oude Raadhuis met de ­nederig stemmende Schepenzaal. ‘Het wordt tijd dat Kampen herrijst,’ zegt Van Dijk. ‘En dat we laten zien dat we een allesbehalve ingedut stadje zijn.’

Kampen telt ruim 500 monumenten. Rechts de Nieuwe Toren uit 1663, links Oude Raadhuis, waarvan oudste deel middeleeuws is. Foto: Rob Voss

Nét niet aan de IJssel

Er zijn ook zaken die niet veranderden in de zes eeuwen dat de kogge op de bodem lag. Wie vanuit Kampen stroomopwaarts vaart, ziet na pakweg 10 kilometer Zwolle liggen. In de verte. Want dát bepaalde de geschiedenis van die stad: Zwolle ligt nét niet aan de IJssel, de snelweg van de Middeleeuwen.

Die eigen positie was mede de oorzaak van het spel van aantrekken en afstoten dat Zwolle speelde met de Hanze. Het deed zaken met zowel het Hollands-Vlaamse machtsblok als met de Hanzesteden in Duitsland en verder. De Vecht verbond de stad met Westfalen en Nedersaksen, maar tegelijk wilde Zwolle een kanaal naar de IJssel. Daartegen verzette Deventer zich dan weer fel, wat de diffuse aard van het Hanzeverbond typeert. Want een volgend moment vochten de steden weer zij aan zij tegen bedreigingen van buitenaf.

Pas in 1407 kiest Zwolle echt voor de Hanze, wat het jaar tot een scharnierpunt in de stadsgeschiedenis maakt. Schepen Berent van Yrte was de held van dienst. Na een hachelijke tocht te paard bereikte zijn konvooi na acht weken het Noord-Duitse Lübeck, hoofdzetel van de Hanze. Daar wist Van Yrte de af­gevaardigden ertoe te bewegen Zwolle voorgoed op te nemen in het Hanzeverbond.

Het was het begin van de Zwolse hoogtijdagen. De steden aan de IJssel, waaronder ook de welvarende jaarmarktstad Deventer, worstelden met de dichtslibbende rivier. De ligging van Zwolle was voortaan een voordeel. De stad handelde naar hartenlust met Oost en West, en kreeg in 1438 ook nog stapelrecht. Alle vracht over de Vecht moest in Zwolle worden verhandeld.

Minstens zo belangrijk als Thorbecke en Jaap Stam

Kennen hedendaagse Zwollenaren hun held Berent van Yrte, voor de stad toch minstens zo belangrijk als Johan Thorbecke, Herman Brood en Jaap Stam? ‘De gemiddelde inwoner zal je aankijken en vragen: waar heb je het over?’ zegt Jurriane Rendering (69), die rondleidt in het sympathieke Museum ANNO. De Hanze, dat zegt de meesten wel wat, maar namen en rugnummers – dan wordt het lastig.

Van de Zwolse stadsmuur met torens staat nog verrassend veel overeind (foto: Rob Voss)

Juist daarom toont Museum ANNO de toetredingsakte uit 1407, legt Rendering uit. Een andere vitrine is gewijd aan de blinde broeder Johannes van Ommen (1350-1420), die in navolging van de Deventer theoloog Geert Grote (1340-1384) een persoonlijker geloofsbeleving binnen de katholieke kerk bepleitte. Rendering: ‘Zoals zo veel in die tijd verspreidde ook hun Moderne Devotie zich via de lijnen van de Hanze.’

De namen van Van Yrte en Van Ommen mogen dan zijn vervaagd, hun wereld laat zich haarscherp oproepen bij een wandeling langs de restanten van de Zwolse stadsmuur, ooit een fortificatie van formaat. Dat lukt ook in het aangezicht van de Sassenpoort, onderdeel van de vijftiende-eeuwse stadsversterking.

Zwolse Sassenpoort is museum en trouwlocatie. Foto: Rob Voss

Uit diezelfde periode stamt de Grote of Sint Michaëlskerk, waar Panorama Hanze de bezoekers op een meeslepende manier leert hoe Zwolle brandpunt werd tussen Oost en West. Want, zo zullen eergevoelige Zwollenaren zeggen, achter elk stuk Bentheimer zandsteen in het Paleis op de Dam en de Sint-Jan in Den Bosch zat een slim- me Zwolse steenhandelaar. ‘Zwolle heeft alle reden om trots te zijn, ook op het heden,’ zegt Nicolette Mennega (50) van Panorama Hanze. ‘We zijn een van de sterkste economische regio’s van Nederland.’

Die lijn van verleden naar nu moet door het Hanzejaar nog wat meer gaan leven. Bij de inwoners van de negen steden, maar ook bij iedereen die bij plaatsen als Zutphen, Kampen en Doesburg eerder denkt aan lokale lekkernijen dan aan steden die zich met bravoure roerden op het internationale toneel.

De Hanze: los-vast, ongrijpbaar en zeer succesvol

Wanneer de Hanze precies ontkiemde, is niet eenvoudig vast te stellen. Zeker is dat ‘hanze’ rond 1200 verwees naar een groep gezamenlijk reizende kooplieden. De losse verbanden van Noord-Duitse handelaren raakten met elkaar verknoopt, waarna zich rond 1356 ook steden rond de Noordzee en de Baltische Zee aansloten. Het tanende ­gezag van de Duitse Keizer wordt daarbij vaak als oorzaak aangewezen.

 

Met de stad Lübeck als centrum groeide de Hanze uit tot een politieke macht die belangen van tientallen leden verdedigde en optrad tegen concurrenten, kapers en piraten. Ook Nederlandse steden, vooral in het oosten en noorden, profiteerden van het verkeer via de zee, de Rijn, de IJssel en andere rivieren. Belangen verschilden per stad: Deventer was dé jaarmarktstad, Doesburg had nauwe contacten met Engeland. ­Dankzij het netwerk floreerde de handel in onder meer haring, wijn, zout, stokvis, wol, laken, bier en granen.

 

De vaak gemaakte vergelijking met de Europese Unie gaat goeddeels mank, aangezien de Hanze sterk Neder-Duits bleef, geen ideologische grondslag had en weinig formeel was. Pogingen het verbond strakker te organiseren, liepen veelal op niets uit. In de vijftiende eeuw raakte de Hanze meer en meer verdeeld, andere machtsblokken ­kwamen op, en in 1669 viel het doek.