Mooi standbeeld voor invloedrijke katholieke activist en geleerde

''

Een monumentale biografie van Gerard Brom (1882-1959) probeert deze geloofsijveraar voor de vergetelheid te behoeden.

Toen de journalist-dichter Michel van der Plas vijftien jaar geleden een mooie biografie van Anton van Duinkerken (1903-1968) publiceerde, merkte hij zelf op dat zijn held van weleer een grote onbekende leek te zijn.

Het voormalige boegbeeld van de katholieke letteren, die in eigen kring als een literaire halfgod werd vereerd, was na zijn dood al vrij snel een vage naam uit een stoffig verleden geworden.

Dit geldt in nog sterkere mate voor een geleerde die net als Van Duinkerken hoogleraar letterkunde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen was, net zo snel en veel schreef en net zo gepassioneerd streed voor de roomse zaak. Gerard Brom (1882-1959) werd gezien als de katholieke Johan Huizinga.

Maar zijn reputatie nu valt volstrekt niet te vergelijken met die van de (wereld)beroemde historicus. Buiten een kleine academische kring weet praktisch niemand meer wie Brom was.

Achtergesteld

Paul Luykx heeft een moedige poging ondernomen hierin verandering te brengen. De Nijmeegse historicus, die zich heeft gespecialiseerd in de geschiedenis van het vaderlandse rooms-katholicisme, is de auteur van een monumentale, net uitgebrachte biografie: Gerard Brom 1882-1959. Heraut van de katholieke herleving (Uitgeverij Vantilt).

In liefst 1.000, zeer dicht bedrukte pagina’s laat hij zien hoe de hyperactieve geloofs­ijveraar zich met ziel en zaligheid inzette voor de emancipatie van zijn, lange tijd achtergestelde, volksdeel.

Brom liet zich graag inspireren door Johannes de Doper. Ook hij voelde zich een wegbereider van Christus die – soms met de stem van een roepende in de woestijn – het komende heil verkondigde. Hij was ervan overtuigd dat Nederland een stralende katholieke toekomst wachtte.

Droomland

Hij had een optimistische aard, zijn denken vertoonde utopische trekken. Brom, schreef de katholieke historicus Jan Rogier, ‘zag over de werkelijkheid van vandaag heen in het droomland van morgen’.

Maar het bereiken van het droomland vereiste de nodige strijd. Brom trok van leer tegen socialisten, liberalen en protestanten. Gevoel voor humor had hij nauwelijks. Hij nam zichzelf en zijn opdracht daarvoor te serieus. Wel kon hij met bijtend sarcasme opponenten onder vuur nemen. Een vurig temperament ging gepaard met een polemische instelling.

Brom was verslaafd aan werk. Hij spande zich in voor allerlei organisaties, hield talloze lezingen en produceerde een reusachtig oeuvre. Graag bewees hij eer aan grote katholieke voormannen zoals Herman Schaepman en Alfons Ariëns, wier biografieën hij in hoog tempo vervaardigde. Meeslepend kunnen deze boeken moeilijk worden genoemd. De schrijfstijl van Brom was nogal dor.

Standbeeld

De klaroenstoten van Brom klonken luid en duidelijk. Hij was een invloedrijk man die het groeiende katholieke zelfbewustzijn personifieerde. Maar op latere leeftijd vervreemdde hij zich met zijn idealistische strengheid van jongere generaties. Hij voelde zich eenzaam in een heidense wereld, waarin ‘lokkende danshuizen en pronkende filmpaleizen’ tot zijn schrik de jeugd uit de kerk wegzogen.

Het is mooi dat Paul Luykx een standbeeld voor Brom heeft opgericht. Ook al is de vraag hoeveel mensen tijd en zin hebben om een biografie van 1.000 bladzijden van een vergeten katholieke activist en geleerde te lezen.

Elsevier nummer 20, 16 mei 2015