Na een jaar of tien de wereld te zijn rondgevaren, krijgen zeecontainers steeds vaker een tweede leven op het vasteland. Robuust van buiten, knus van binnen.
Zeecontainers winnen terrein in de hippe horeca, met dank aan creatieve ondernemers met een beperkt budget en bedrijven die in hergebruik van zeecontainers zijn gespecialiseerd. Na een jaar of tien de wereld te zijn rondgevaren, krijgen zeecontainers zo een tweede leven op het vasteland. Ze kunnen tegen een stootje, zijn relatief goedkoop en gemakkelijk te verplaatsen. Binnen is de sfeer robuust industrieel, en toch verrassend knus.
Vlak bij de ingang van NS-station Amsterdam Sloterdijk opende eind april horecapaviljoen BRET. Het rode bouwwerk op het Orlyplein knalt eruit tussen de vele grijze kantoortorens van Sloterdijk. Bij goed weer kan er buiten worden gegeten en gedronken. Binnen waan je je met alle hout als bezoeker in een soort hipstersaloon. De kaart is duurzaam en er is een grote verscheidenheid aan lokaal gebrouwen bieren. (foto: Olivier Middendorp)
In Scheveningen biedt het surfdorp F.A.S.T. surfers de mogelijkheid om in zeecontainers te slapen. Daarin zijn vijftig hostelbedden geplaatst. De hostels zijn geheel gemaakt van hergebruikte materialen. De surfers die er slapen, zijn slechts een paar voetstappen van het strand verwijderd en staan dus zo op hun surfplank op het water. Ook staat er een zeecontainer voor podiumkunsten op het terrein. (foto: Olivier Middendorp)
Paviljoen Wijn of Water stond ook al in het levendige Lloydkwartier in Rotterdam toen het daar nog niet zo levendig was. Nog steeds biedt het terrasrestaurant, bestaande uit negen zeecontainers, een mooi uitzicht op de Nieuwe Maas. De keuken kent Nederlandse, Italiaanse en Aziatische invloeden, en er is een ‘blauwe zondag’ (rijsttafel). Parkeren is gratis. Blikvanger is de 12 meter hoge, gekantelde zeecontainer. (foto: Olivier Middendorp)
Dat zeecontainers na bewezen diensten worden verbouwd om in te wonen, werken en tafelen had de Amerikaanse scheepsmagnaat Malcolm McLean in 1956 niet kunnen vermoeden. In dat jaar ontwikkelde hij de eerste metalen container, die het vervoer van stukgoederen over zee compleet veranderde.
Tien jaar later, op 4 mei 1966, werd de eerste grote zeecontainer in de Rotterdamse haven gelost. En nu geven zeecontainers kleur aan Nederlandse steden.
Creatieve broedplaatsen, restaurants, cafés en wooncomplexen worden ervan gebouwd. Het skelet staat in een dag. De zeecontainers kunnen kaal worden opgeleverd, maar ook met een houten vloer, elektriciteit en wifi en zelfs gemeubileerd.
Zeecontainers zijn niet alleen makkelijk en snel neer te zetten, maar ook goedkoop in aanschaf en onderhoud. Een ondernemer is per geprepareerde container circa 2.500 euro kwijt. Vergeleken met stenen panden is dat een schijntje. Om roestvorming tegen te gaan, volstaat een tweejaarlijkse verfbeurt.
Een ander belangrijk voordeel van containerbouw is dat het pand ook weer eenvoudig te ontmantelen is. Als de zaak niet naar verwachting loopt, kan de ondernemer ervoor kiezen om de containers te verplaatsen of ze aan een ander bedrijf te verkopen. En de containers gaan ook nog eens lang mee: voor horecagebruik zeker twintig jaar. (foto: JP van der Stouwe/HH)
Elsevier nummer 23, 6 juni 2015