Het nieuwste boek van Hans Maarten van der Brink is een fijne, korte roman over kantoorleed en een wegkwijnende middenstand
Slagers, bakkers en andere winkeliers zagen hen liever komen dan gaan; de mannen van het IJkwezen, die om de twee jaar controleerden of middenstanders niet sjoemelden met hun weegschalen, geen rijksdaalder onder het papier legden of ander trucjes uithaalden om het gewicht van hun waar te verzwaren.
Oer-Hollands
Schrijver Hans Maarten van den Brink maakt er in zijn nieuwe roman Dijk een oer-Hollands verhaal van. Twee jonge mannen beginnen in 1961 aan hun lange carrière bij het IJkkantoor. Ze maken mee hoe hun werkgever transformeert in een moderne metrische dienst.
Dat de meest precieze van hen, Karl Dijk, opbrandt door een opeenstapeling van slordigheden, leren we als hij niet op zijn afscheid verschijnt. De weg naar zijn deconfiture heeft Bordewijk-achtige trekjes.
Dijk is een fijne, korte roman over kantoorleed en een wegkwijnende middenstand, die tussen de regels door onderwijst over het belang van de standaardkilo.