De Joodse schilder Marc Chagall (1887-1985) baarde opzien met religieuze schilderijen. De Nieuwe Kerk toont zijn Calvary.
Joden staan bekend als een kunstzinnig volk. Ze hebben zich op veel culturele terreinen succesvol ontplooid – van muziek tot literatuur. Bij de beeldende kunst hebben ze wel enige last ondervonden van het tweede van de Tien Geboden: ‘Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde.’ Dit gebod heeft geleid tot een zekere terughoudendheid ten aanzien van het vervaardigen van schilderijen en beeldhouwwerken. Toch zijn er tal van bekende Joodse beeldend kunstenaars, van Ossip Zadkine tot Barnett Newman, van Charlotte Salomon tot Mark Rothko.
Veel met elkaar gemeen hebben deze kunstenaars niet. In zijn boek Joodse kunst en cultuur stelde Edward van Voolen, voormalig conservator van het Joods Historisch Museum in Amsterdam, dat van een duidelijk herkenbaar Joodse artistieke stijl moeilijk gesproken kan worden. Toch is er één beroemde schilder wiens werk als typisch Joods geldt.
Movsja Zacharovitsj Sjagal (1887-1985) werd geboren in Vibetsk in dat deel van Rusland dat tegenwoordig Wit-Rusland heet. Hij groeide op in een chassidisch Joods gezin. Herinneringen aan zijn jeugd zouden vaak terugkeren in de schilderijen die hij later, na zijn emigratie naar Frankrijk, onder de naam Marc Chagall maakte. Geen schilder heeft zo liefdevol de Joodse cultuur met haar synagogen en rabbijnen in beeld gebracht. Hij baarde ook opzien met zijn religieuze schilderijen door christelijke thema’s te behandelen. Hij bracht zelfs Christus zelf in beeld. Uiteraard niet als de Verlosser; zo zien Joden hem niet. Wel als een bijzondere leermeester en Joodse martelaar.
Een dergelijke Christus is nu te zien op een schilderij van Chagall dat de Nieuwe Kerk in Amsterdam in bruikleen heeft gekregen van het Museum of Modern Art in New York. Het kerkgebouw aan de Dam richt sinds 2011 geregeld de schijnwerpers op één meesterwerk met een spirituele lading dat zou moeten aanzetten tot contemplatie en introspectie. In 2012 was dit bijvoorbeeld The Last Supper van Andy Warhol en twee jaar later Francis Bacons triptiek In Memory of George Dyer.
En nu is het de beurt aan Calvary. Het vroege kubistische werk van Chagall uit 1912 was zijn eerste werk met een gekruisigde Jezus, afgebeeld als onschuldig kind.
Bij de presentatie van Calvary aan de pers moest gastconservator Gijs van Tuyl lastige vragen beantwoorden. Waarom ziet het Christuskind van Chagall er uit als een volwassen vent? Wat doet die Judasfiguur met een ladder? Hoe kan het dat een mannetje in een boot vaart in een zee die bij de echte Calvarieberg in het Heilige Land volstrekt niet te bekennen valt?
Van Tuyl wist er niet zo goed raad mee. De oud-directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam sprak van een ‘uiterst persoonlijke visie’ van de schilder en prees de ‘inhoudelijke complexiteit’ van het schilderij dat ruimte biedt voor uiteenlopende interpretaties. Wel wist hij te melden dat Chagalls Christus, die op het kleurrijke schilderij is vastgenageld aan een soort wereldbol, symbool staat voor het lijden van het Joodse volk.
Wie zelf zich een oordeel wil vormen en aan het interpreteren en contempleren wil slaan, kan tot en met 10 april terecht in de Nieuwe Kerk.
Elsevier nummer 9, 2 maart 2016