Bij hoge uitzondering kreeg een Nederlands bureau de opdracht een tentoonstelling te ontwerpen in de Hermitage in Sint-Petersburg, Rusland. En niet zomaar één: de gevoelige expositie ter gelegenheid van de honderdjarige herdenking van de Russische revolutie. Op 25 oktober waren Caspar Conijn en Roderik van der Weijden dan ook speciale gasten tijdens de opening.
De eerste aanblik van de Hermitage in Sint-Petersburg was overweldigend, de allereerste keer dat ze er gingen kijken. Vooral die van de Nicholas Hall in het Winterpaleis. ‘Zestig meter lang’, zegt architect Roderik van der Weijden, ‘en muren van dertien meter hoog. Zo’n grote zaal had ik echt nog nooit gezien. Toen ik thuiskwam bedacht ik me dat ons hele huizenblok, van nummer 1 tot en met nummer 12, in die zaal geschoven kon worden… Om maar aan te geven over welke afmetingen we praten.’
Romanovs & Revolutie
Diezelfde zaal is een van de pronkstukken tijdens de tentoonstelling The Hermitage and the Winter Palace. 1917. History Was Made Here, die woensdag 25 oktober werd geopend in de Hermitage in Sint-Petersburg. Samen met de tentoonstellingsontwerpers Caspar Conijn en Lawrence de Graaff werkte Van der Weijden maandenlang keihard om de expositie vorm te geven. Conijn dankte de unieke opdracht aan de door hem ontworpen tentoonstelling 1917. Romanovs & Revolutie in de Hermitage in Amsterdam, die sinds vorig jaar september niet alleen in de smaak viel bij meer dan 200.000 bezoekers, maar ook bij de directie van het State Hermitage Museum in Sint-Petersburg.
Eerste Nederlanders
Na een fiat van de grote Hermitage-baas Mikhail Petrovsky had Conijn plotseling een opdracht op zak die hij nooit voor mogelijk had gehouden. ‘Het gebeurt zelden dat buitenlanders voor zo’n opdracht in Rusland worden gevraagd’, vertelt hij. ‘Wij zijn sowieso de eerste Nederlanders die er een tentoonstelling mogen maken. Dat maakt het extra bijzonder. 1917. Romanovs & Revolutie ging over de roerige tijden in Rusland rond de revolutie en de misstappen van tsaar Nicolaas II. Daar hebben we een soort beeldverhaal van gemaakt, met heel veel foto’s en teksten. Daar waren zij erg van onder de indruk. De Russen zijn gewend om een collectie tentoon te stellen met een bord erbij – en dat moet dan voldoende zijn. Onze opzet was voor hen een eye-opener en bovendien ging de expositie die zij wilden opzetten bijna over hetzelfde onderwerp. Ze wilden ter gelegenheid van de honderdjarige herdenking van de Russische revolutie laten zien wat er allemaal was gebeurd tussen 1914 en 1917, en dan ook nog precies op de plek waar het allemaal plaatsvond – namelijk in het Winterpaleis in Sint-Petersburg.’
Winterpaleis
Het Winterpaleis was vanaf 1762 het winterverblijf van de Russische tsaren. In februari 1917 werd het gebouw langs de rivier de Neva bestormd en maakte de Russische Revolutie een eind aan het tsarendom – en later aan het leven van de laatste tsaar Nicolaas II. Nadat Lenin en zijn bolsjewieken op 25 oktober 1917 de macht van de tijdelijke bewindvoerders hadden overgenomen middels een coup die plaatsvond in hetzelfde Winterpaleis, werd het gebouw bij de naastgelegen Hermitage getrokken en ging het dienstdoen als museum.
Omdat ook het gebouw zelf een prominente rol speelt in de tentoonstelling, betrok Conijn de bevriende architect Roderik van der Weijden bij het project. ‘We wisten dat de Hermitage een van de allergrootste musea ter wereld is, maar hóe groot het was, daar kwamen we pas achter toen we er waren’, vertelt Van der Weijden. ‘Het trappenhuis is majestueus, tot wel twintig meter hoog. En die Nicholas Hall van dertien meter hoog is helemaal indrukwekkend. Ongelooflijk. Zowel het trappenhuis als die zaal maken nu deel uit van de route van onze tentoonstelling, samen met de Avant Hall en de Concert Hall. Het is extra speciaal als je weet wat er op die plek allemaal is gebeurd. De mensen daar wezen ons kamertjes waar de tsaar verbleef, waar de bibliotheek was die dienstdeed als kantoor van tijdelijk politiek leider Aleksandr Kerenski en de plek waar mensen tijdens de revolutie het gebouw zijn binnengedrongen.’
Russische revolutie
Conijn en Van der Weijden besloten, in nauw overleg met de Russen, een expositie te creëren waarbij de foto’s uit het verleden leidend zijn. De enorme Nicholas Hall werd tijdens de revolutie gebruikt als ziekenhuis. Rijen bedden stonden er opgesteld – en daar zijn foto’s van bewaard gebleven. De meest indrukwekkende foto wordt nu getoond aan één van de muren in de zaal, kolossaal uitvergroot: elf meter hoog en veertien meter breed. Teksten – in het Russisch en in het Engels – verduidelijken wat er te zien is. Vitrinekasten met historische voorwerpen uit de collectie van de Hermitage, speciaal uitgelicht, doen de rest. De tentoonstelling, met de uitvergrote zwart-wit foto’s als leidende beelden, bestaat uit vijftien van deze constructies: in die vijftien beelden wordt het verhaal van de Russische revolutie uit de doeken gedaan.
‘Tijdens de revolutie zijn de belangrijkste werken uit de kunstcollectie van de Hermitage zorgvuldig ingepakt en getransporteerd naar Moskou’, vertelt Van der Weijden. ‘Om te zorgen dat ze de Eerste Wereldoorlog zouden overleven. Maar ook delen van het gebouw en van het Winterpaleis zelf werden ingepakt: met doeken en houten platen, in een poging te voorkomen dat die beschadigd zouden raken. Dat gegeven hebben wij gebruikt als uitgangspunt voor de expositie: het “inpakken” hebben wij geprobeerd op een andere manier te herhalen.’
Machtsgreep van Lenin
Conijn: ‘We wilden het verhaal letterlijk aan de wanden vastmaken, in de gedachte: stel dat deze muren zouden kunnen spreken. Want het is dáár allemaal gebeurd. We hebben de Hermitage gevraagd zoveel mogelijk foto’s en objecten uit die tijd bij elkaar te zoeken en daar hebben we uiteindelijk een keuze uit gemaakt. Er kwamen prachtige dingen naar boven. Rode banieren bijvoorbeeld van twee meter breed en vijf meter lang met Russische teksten. Die werden voor ons vertaald en als het in de context paste, dan mochten we die gebruiken. Zo vertellen we via een route in het Winterpaleis het verhaal van de revolutie. Van het eerste oproer in het land tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, en van het afzetten van de tsaar in februari 1917 tot de uiteindelijke machtsgreep van Lenin in oktober van dat jaar.’
De tentoonstelling vereiste een minutieuze voorbereiding. Conijn betrok behalve architect Van der Weijden nog drie Nederlanders bij het project: Lawrence de Graaff (art director), Heske Dam (projectleiding) en Joost de Beij (lichtontwerper), om niets aan het toeval over te laten. Alle vitrinekasten werden uitgetekend. De ontwerpen werden opgestuurd naar Rusland, compleet met ophangsystemen en aanwijzingen voor de belichting. De manier waarop de banieren moesten worden opgehangen moest tot in detail worden beschreven, evenals de wijze waarop de enorme foto’s bevestigd en geplaatst moesten worden. ‘We zijn meerdere keren wezen kijken om de voortgang te bespreken en te proberen een vinger aan de pols te houden’, aldus Van der Weijden. ‘Al met al zijn we nu vanaf het voorjaar zo ongeveer fulltime hiermee bezig.’
Andere werkwijze dan de Nederlanders
De samenwerking met de Russen vereiste bovendien hulp van Swetlana Datsenko, contactpersoon tussen de Amsterdamse vestiging en het oorspronkelijke museum van de Hermitage in Sint-Petersburg, én enig aanpassingsvermogen van de Nederlandse ontwerpers. Conijn: ‘Al is het maar omdat ze een heel andere werkwijze gewend zijn. Ze vinden bijvoorbeeld dat je niet zomaar een tekst bij een foto kunt zetten, omdat je die dan uit z’n context haalt. Het moet vooral kloppen en niet te sentimenteel of emotioneel worden. Wij vinden hier toch al sneller dat je een quote mag gebruiken om mensen te triggeren, om ze de tentoonstelling in te trekken. Dat soort zaken leidde soms tot lange discussies.’
Die discussies werden ook gevoerd over wat er wel en niet mocht worden getoond, maar volgens de Nederlandse ontwerpers zijn de Russen over het algemeen vrij open over de gebeurtenissen van honderd jaar geleden. Zo is tijdens de expositie een uitvergrote foto van de muur (met kogelgaten) te zien waarvoor tsaar Nicolaas II en zijn familie stonden toen ze in 1918 door geweerschoten om het leven werden gebracht, net als de bajonet waarmee ze daarna nog een aantal keren zijn gestoken – om zeker te zijn van hun dood.
‘Het is een geweldige eer om dit te mogen doen’, zegt Conijn. ‘Er is zelfs een film gemaakt over de making-of. Het is een enorme klus geweest, we liepen op onze laatste benen in de dagen voor de expositie, maar nu zijn we erg trots.’
The Hermitage and the Winter Palace. 1917. History Was Made Here, vanaf 25 oktober 2017 in de Hermitage Sint-Petersburg