De Olympische Spelen zijn de ideale televisiesport

Mathieu van der Poel valt van de mountainbike. Foto: ANP

In het holst van de nacht komt de televisie met spectaculaire beelden van de Olympische Spelen. Je kunt de atleten in de ogen kijken en elke zweetdruppel wordt geregistreerd. Angst wordt zichtbaar, twijfel ook. De kijker is na twee weken ook gesloopt, schrijft Hugo Camps.

Hugo Camps schrijft wekelijks een sportcolumn voor weekblad EW. Camps (Molenstede, 1943) schrijft voor EW sinds 1986 en maakte in die hoedanigheid vele markante interviews met topsporters.

Olympiërs lijken net mensen. Tussen droom en daad liggen praktische bezwaren en vergeetachtigheid. Anders is het niet te verklaren dat Annemiek van Vleuten goud moest afstaan aan een melkmeisje uit Oostenrijk. De ervaren Van Vleuten had niet gezien dat er een meisje voor haar had gedemarreerd en dat dus niet zij als eerste in een solo over de meet kwam, maar dat Oostenrijkse boerinnetje. Meteen ging de discussie over het gebruik van oortjes dat in een olympische wegrit verboden is. Van Vleuten bleef nederig zwijgen. De wereldkampioen en winnaar van de Giro heeft voldoende laten zien wie de beste is. De Nederlandse is mede pionier van het vrouwenwielrennen. Een gouden medaille deed haar meer recht dan zilver.

Ongeluksvogel Van der Poel zint op revanche

De ongeluksvogel van de Spelen is Mathieu van der Poel op de mountainbike. Uitgeschakeld door een zware valpartij. De atleet Van der Poel heeft ook geleerd hoe je moet vallen. Hij houdt er geen breuken aan over. Maar het is wel een deceptie. Van der Poel stapte uit de Tour met het oog op de Spelen. Dat is hem door het IOC kwalijk genomen.

Mathieu had zeker kansen op een medaille. Hij klopte eerder  de wereldkampioen en alle tenoren van het mountainbiken. Het is zijn passie, meer nog dan wielrennen op de weg. Hij heeft er ook de fysieke capaci­teiten voor. Zij motoriek bestrijkt het hele ­lichaam.

Na de mislukking in Tokio zal Mathieu van der Poel op revanche azen. Ik verwacht een subliem najaar van de Nederlandse kampioen met winst in Parijs-Roubaix. Dat het zijn concurrent in het veldrijden Tom Pidcock is die olympisch kampioen werd op de mountainbike zal de eergierige Nederlandse kampioen zeker hebben geprikkeld.

Oranje vrouwenelftal is op weg naar Olympisch goud

Het Nederlands vrouwenteam voetbal voldoet aan alle verwachtingen. Een monsterscore tegen Zambia. En tegen Brazilië, met nog steeds de 35-jarige superster Marta, waren sommige dames van Oranje technisch even onderlegd als de Braziliaanse vedette. Dit Nederlands elftal is in de wieg gelegd voor goud.

In voetbal en wielrennen zijn de betrekkingen tussen de Lage Landen genormaliseerd. In het hockey is dat niet het geval. Belgen en Nederlanders zijn nu de kampioenen die met indianenkreten tegenover elkaar staan. Nederland heeft als hockeyland een traditie en er heerst een dynamisch clubleven. Vraag dat maar aan de barkeeper.

De Belgen zijn later tot het hockey bekeerd. Met succes: zij zijn nu de norm. De openingswedstrijd België-Nederland is gewonnen door de Belgische mannen. Geen verrassing: de Belgen zijn regerend wereldkampioen. Hockey is de enige sport waar het contrast België-Nederland nog iets betekent. Wat je vroeger in het voetbal zag, hebben we nu in hockey: nationalisme. Voorlopig is het goedaardig, maar er zit veel hitsigheid in de dampende lijven.

Op de Olympische Spelen nemen helden afscheid

Deze Spelen zijn het afscheid van turnfenomeen Epke Zonderland. Als rolmodel was hij het beste wat ­Nederland te bieden had. Een superatleet, maar bescheidener dan een pater op blote voeten. Epke bracht beschaving in de sport.

Lees ook van Gerry van der List: Hoe de mooie sportzomer kan inspireren

De laatste tijd had hij het moeilijk. De turnwereld stond op zijn kop met tuchtrechtelijk gerommel. Epke was niet van het conflictmodel. Geen oorlogshitser. In de aanloop naar Tokio speelden allerlei kwaaltjes hem parten. Zelfs de gesel van corona ging aan hem niet voorbij. Hij werd steeds meer arts en steeds minder sporter. Hij volgde zijn goede doelen op de voet. Op de Spelen van Londen maakte hij furore met zijn drie vluchtelementen op rij boven het rek. Zijn triple. Deze gymnast was tegelijkertijd acrobaat.

In wellevendheid was hij iedereen de baas. Er kwam geen vulgair woord uit Epke. Ook in zijn omgang met bestuur en andere turners hield hij het beschaafd.

Olympische Spelen werken met nachtploegen. In het holst van de nacht komt de televisie met spectaculaire beelden. De kijker is na twee weken ook gesloopt. Maar het blijft een ideale televisiesport. Je kunt de atleten in de ogen kijken en elke zweetdruppel wordt geregistreerd. Angst wordt zichtbaar, twijfel ook. De totale mens staat aan de polsstok of voor de zandbak van het verspringen.