Schaatsheld Sven Kramer maakt moeilijke tijden door. En nog maar 35 jaar jong, schrijft Hugo Camps.
Je durft het niet hardop te zeggen, maar het is niet zeker dat schaatsheld Sven Kramer de Spelen van Peking zal halen. Hij schaatst al weken achteruit, het is meer klunen dan flyeren. Zijn collega’s twijfelen aan een startticket voor de Winterspelen. De terugval van de veelvoudig kampioen is niet alleen toe te schrijven aan een vormdip. Het lijkt of het lichaam op is en het plezier van het ijs uitgeput.
Hugo Camps (Molenstede, 1943) schrijft wekelijks een sportcolumn voor EW.
De 35-jarige veteraan die jaren Thialf liet dansen, is de swing kwijt. Misschien het gevolg van zijn rugoperatie in het voorjaar. Het ziet er niet naar uit dat hij over vier weken op het olympische kwalificatietoernooi de oude Schwung terugvindt. Als hij zich niet plaatst voor Peking is het einde carrière. Weg het perspectief op een vijfde gouden medaille.
Kramer klaagt niet en hengelt niet naar medelijden
Kramer is gehard door de vrieskou waarin hij meer dan tien jaar heeft doorgebracht. Hij klaagt niet en hengelt niet naar medelijden. Hij blijft de stoere beul van ijsbanen in binnen- en buitenland. Maar na een ontluisterende prestatie bij de wereldbekerwedstrijd in Polen is hij het zelfvertrouwen kwijt en besloot hij niet meer deel te nemen aan internationale wedstrijden.
In plaats daarvan rijdt hij marathons in Nederland. Een wanhoopsoffensief in de waan dat daarmee de basis en de hardheid terugkeren. Kramer is nooit eerder een marathonrijder geweest. Het is een ingeving uit pure ellende. Als viervoudig olympisch kampioen wil je natuurlijk in schoonheid afscheid nemen. Sven Kramer heeft alles in veelvoud gewonnen, dan wil je een laatste keer schitteren voor een omhelzing van de natie.
Lees ook het interview met oud-schaatser Mark Tuitert: ‘Ik wil een rijkelijk stromend leven leiden’
Daarom rijdt hij marathons in de hoop op een ultieme omslag van de miserie die ook in het hoofd is gekropen. Nederlandse schaatskampioenen zijn kort van stof als het om de eigen prestaties gaat, maar van binnen juichen de darmen mee. Schaatsers hebben niet het vocabulaire van crooners, maar ze zijn evengoed gebrand op jubel van het volk. En de diehards van Thialf juichen zich een ongeluk, zelfs met een orkestje. Alleen zijn de competitieschaatsers naar binnen gekeerde mannen en vrouwen. Het gen van de timide Yvonne van Gennip heeft zich vermenigvuldigd.
Eenzaamste dagen van zijn sportleven
Ik denk dat Sven Kramer de eenzaamste dagen van zijn sportleven doormaakt. Het lichaam dat niet echt meewil, de onzekerheid over olympische kwalificatie als grossier in medailles, de verslaving aan nationale trots die opdroogt en nog maar 35 jaar jong. Iemand met het palmares van Kramer is niet geoefend in de vraag wat er plots mankeert aan het goddelijke lijf. Het schaatsvolk is bovendien zo nuchter dat het mogelijke geestelijke hobbels rigoureus uit de weg gaat. Dagenlang over het ijs zoeven langs rietkragen en onder bruggetjes is geen decor voor geestelijke brouille. De schoonheid van zwart ijs verdooft alle pijn en ongemak.
De schuine hang van Kramer in de bochten had de dynamiek van een krachtbron. Uit dat strakke lijf van hem sprongen vonken van gelukzaligheid weg. Nu zie je hem worstelen met zijn slag en bekken. Schaatsen is afzien geworden. Dat was het altijd al, maar zo voelde het niet.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Shorttracker Knegt heeft de oude zwier ook nog niet te pakken
Een andere kampioen dreigt ook uit de Nederlandse schaatshemel te donderen. Shorttracker Sjinkie Knegt heeft de oude zwier nog niet te pakken. Na het brandongeluk had hij een jaar nodig om te revalideren en zijn laatste wereldtitels dateren al van 2017. Sjinkie was ook een icoon van de schaats en werd zelfs cult in Nederland. Die rol is overgenomen door Suzanne Schulting, de shorttrackster die ongeveer alles wint wat voorbijkomt. En die naast haar indrukwekkende sportprestaties de schaatssport ook een erotische component heeft gegeven. Altijd een streep rouge op de lippen. En voor en na het racen een hemelse lach. Diva, maar ook met de naturel van het platteland.
Ik heb de grote schaatsjongens en -dames mogen interviewen. Bijna allemaal waren ze verwant met wielrenners. De eenzame trainingstochten, het pieken naar de wedstrijd, het gevoel van eenling. Erben Wennemars is een commerciële opportunist, maar dat is een uitzondering. Ik heb de ondergang van Falko Zandstra meegemaakt, en dat was heavy. Zijn glans smolt als sneeuw voor de zon. Hij werd een alledaags mannetje.