Premium Lock Mensen zijn dieren, en andersom dan?

Foto: Daina Le Lardic/Isopix

Vooral dieren die lijden, dichten we graag menselijke trekken toe: antropomorfisme. Maar misschien moeten we dieren zien als dieren en is het voor de bestrijding van onrecht helemaal niet nodig om altijd de mens in het dier te zoeken, schrijft Liesbeth Wytzes.

Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van EW.

Bekijk de mogelijkheden voor een (digitaal) abonnement hier

Wat kijkt jullie poes toch lief,’ zei iemand laatst tegen mij. Die poes is zonder meer heel erg lief, maar voor zover ik kan zien, is zijn poezensnuit onveranderlijk hetzelfde, of hij nu wel of geen eten in zijn bakje heeft en lekker in de zon ligt of schuilt voor de regen. Het is namelijk een poes, en geen klein mensje op vier pootjes en met een vacht.

Net zo zeggen mensen weleens dat de hond blij kijkt als die hen na een afwezigheid weer ziet. Nu zijn er inderdaad hartverscheurende verhalen bekend over de attaches tussen hond en mens, en misschien gedraagt die hond zich inderdaad blij, maar aan zijn kop kun je weinig aflezen. Het is namelijk een hond.

‘De aaibaarheidsfactor’

Premium Lock

Laden…

Premium Lock Word abonnee en lees direct verder

Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.

  • Bent u al abonnee, maar heeft u nog geen account? Maak die dan hier aan. Extra uitleg vindt u hier.

 

Premium Lock Verder lezen?

U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.

Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?

Bekijk abonnementen

Premium Lock Er ging iets fout
Premium Lock Uw sessie is verlopen

Wilt u opnieuw