Religieuze orde is nodig in de chaos van overvloed

Beeld van Jezus aan het kruis. Foto: ANP

In 2015 publiceerde Hans Hillen het boek God vergeten. Het is inmiddels uitverkocht, maar de vragen die de socioloog in het boek stelde, zijn nog steeds actueel. Hoe stabiel is de samenleving? Als wetenschap en economie steeds meer mogelijk maken, wie trekt dan grenzen en met wel gezag? Het vervagen van religie in het dagelijks leven heeft het stellen van fundamentele levensvragen buiten beeld geplaatst. EW publiceert acht jaar na de publicatie van God Vergeten opnieuw de hoofdstukken. Vandaag hoofdstuk 1: Overvloed.

Hans Hillen (1947) is socioloog en was minister van Defensie. Hij studeerde af op de maatschappelijke betekenis van kerkvader Augustinus.

Een van de kernwaarden van het ‘groene’ geloof is soberheid. Het milieu en daarmee de wereld kunnen alleen worden gered als de mensen hun economische groei matigen. Het klimaat is door ons toedoen aan het veranderen. De aarde warmt op. De ijskappen aan de polen zijn aan het smelten en de zeespiegel zal daardoor vele meters stijgen. Het is het doemscenario van de eindtijd. Is het allemaal waar?

Niet per definitie, maar bijna elke religie heeft wel een dreiging boven de mensheid hangen, zoals het zwaard ooit boven Damocles hing. Dat gebeurde in Syracuse en het was bedoeld om Damocles te laten gewaarworden dat je steeds door gevaren bent omgeven. Terwijl hij overvloedig aan het dineren was, hing het zwaard boven hem aan één paardenhaar. Toen hij het ontdekte, schrok hij zich een ongeluk en zijn eetlust was voorbij.

De dreiging van het klimaat is net zulk een horrorscenario en het moet onze onblusbare lust tot consumeren stoppen. Nog sterker, de mogelijke ramp en ons gedrag worden rechtstreeks aan elkaar gekoppeld, alsof het een straf is voor de zonde. In die zin heeft een sterk ecologische oriëntatie veel weg van een hedendaags soort religie, waarbij ontzagwekkende beelden worden gebruikt om de mensen op gedrag te sturen. Geloof en bijgeloof zitten de mens in zijn genen, omdat er steeds dingen blijven die zich niet onmiddellijk laten verklaren. Daarom is het zondebesef een uitstekend motief om mensen te beïnvloeden. Iedere mens weet dat hij wel eens tekortschiet. Iemands geweten belasten met mogelijk schadelijke gevolgen van zijn doen en laten zal een oprechte mens altijd tot nadenken stemmen. Religieus besef en machtsuitoefening zijn niet voor niets vaak dicht bij elkaar te vinden.

Lees ook het voorwoord van God Vergeten: Waarom Nederland het christelijk geloof niet kan missen

Evolutie is als concept briljant

Eerst even terug naar het milieu. Het is interessant dat het geniale van de schepping niet is gelegen in matigheid maar juist in uitbundigheid en overvloed. Als de voortplanting van het leven steeds een product was geweest van klonen, dan waren wij nu nog eencellige wezentjes. Dan was elk nieuw leven een exacte kopie van het oude. Dan was er nooit variatie gekomen, noch in vorm, noch in geslacht, noch in kleur, maar dus ook niet in soort. Planten, dieren, mensen? Vergeet het maar. De evolutie is als concept briljant gebleken en de mogelijkheden zijn nog lang niet uitgeput. Het is net muziek. Weinig noten om mee te beginnen, maar hoeveel melodieën zijn er niet mogelijk?

Alles wat de natuur heeft te bieden, is overvloedig. Wat wordt er allemaal niet verspild? Een bloeiende appelboom ziet nog niet de helft van zijn bloesem bevrucht en van de groeiende appeltjes zal weer een gedeelte voortijdig afvallen. In de appel zitten vele pitten die bijna geen van alle ooit zullen uitgroeien tot een nieuwe appelboom. Het vruchtvlees is de als verleiding bedoelde lekkernij voor de vogels, die er tegelijk voor zorgen dat de pitten worden verspreid, want die overleven de spijsvertering en worden elders uitgepoept. Wat veel suiker en water van al die appels en wat een energie van bijen en vogels zijn er nodig om een appelboom zich één keer te laten voortplanten! Intussen kunnen wij elk jaar opnieuw genieten van zijn bloemenpracht, die, compleet met honing, vooral is bedoeld om bijen te lokken teneinde de bevruchting tot stand te brengen. Wij doen ons ook nog eens tegoed aan de oogst. Wat mooi, wat geniaal en wat een verspilling, vanuit de appel gezien.

De seksualiteit is een wezenlijk element van dat briljante concept van overvloed, met als gevolg daarvan steeds nieuwe uitkomsten. Klonen is niet alleen geslachtloos voortplanten, er is bovendien geen verleiding voor nodig. Verleiding hoort bij seksualiteit en dat is een van de belangrijkste en overal aanwezige motoren tot instandhouding én tot verandering. Daarom is al dat moois in de natuur te herleiden tot seksualiteit. Prachtige veren en gezang bij vogels, horens en geweien bij runderen en herten, bloemen en vruchten, ze hebben allemaal een functie bij het verleiden. Dankzij de evolutie is de aarde vol kleuren en geuren, vol pracht en praal, vol van ontelbare soorten planten en dieren. Daarom moeten, tussen haakjes, vrouwen en mannen niet te veel op elkaar willen lijken, waar onze tijd wel eens toe lijkt uit te nodigen. Het wegnemen van de verleiding is als binnenwandelen in een doodlopende straat. Het leidt nergens meer toe.

Religieuze soberheid draait om persoonlijk welbevinden

Betekent zo veel overvloed in de natuur dat we dus maar raak moeten leven? Het is interessant dat veel religies juist soberheid noemen als een middel om een betere maatschappij te bereiken, dan wel om zelf een hoger niveau van leven te bereiken. Staat religie dan niet haaks op de schepping? Is het een tegenbeweging? Morele kaders, zoals de godsdienst verschaft, zijn vooral gericht op het bevorderen van een verstandige gemeenschap van mensen. Dat toenemende zorgvuldigheid tevens met zich meebrengt dat mensen omzichtiger omgaan met de natuur is een logische consequentie, maar niet het eerste doel.

Voorop staat het persoonlijke welbevinden. Dan blijkt dat ons abstractievermogen, dat wil zeggen het afstand kunnen nemen van natuurnoodzakelijkheid, om een ander soort bevrediging vraagt dan onze stoffelijke conditie. De stoffelijke conditie, in de sfeer van religie vaak ‘het vlees’ genoemd, volgt de wegen van de natuur. Allereerst eten, om in leven te blijven, en seksualiteit om de soort in stand te houden. Verder, zoeken naar veiligheid en comfortabele omstandigheden. Niet alleen eten, maar lekker eten. Drinken, omdat je dorst hebt, maar een avondje doorzakken is eigenlijk ook wel fijn. Een mooi huis, een leuke tuin, vakantie, een auto, fietsen, elektronica er zijn zo veel dingen die het leven aangenaam maken. Die niet meteen hoeven, maar wel heel plezierig zijn.

Toch is bezit niet alles. Als je iets eenmaal hebt, wil je het volgende. ‘Het bezit van de zaak, is het einde van het vermaak’, is een oud gezegde. Mensen die steeds meer willen, worden er meestal niet aardiger op. Hoe rijk je ook wordt, je zult nooit alles bezitten. Al zijn alle huizen van Amsterdam jouw eigendom, dan blijft de rest van Nederland nog te wensen over. Bezit leidt gemakkelijk tot hebzucht. Dat betekent dat het eindproduct ontevredenheid is. Daaruit blijkt dat er spanning is tussen de overvloed van de natuur en het welbevinden van de geest. Die laatste kan zelfs gelukkiger worden door het afstand doen van iets. Het geluk te zien in de ogen van een ander. Trots zijn op jezelf omdat je met roken bent gestopt.

Waar de religie zich vooral bezighoudt met het bevorderen van het geestelijk welzijn, is het niet vreemd dat soberheid als belangrijk middel wordt gezien om een hoger geluksgevoel te bereiken. Het je juist teweerstellen tegen de wetten van de natuur moet de geest bevrijden van allerlei zaken die gelukzaligheid in de weg staan. Kijk naar het boeddhisme, waar het nirwana, de staat van hemels geluk hier op aarde, pas kan worden bereikt na totale controle van de geest over het lichaam en absolute onthechting van wat met het aardse leven te maken heeft. Ook vanuit het christelijk geloof gezien is het interessant dat Gods eigen schepping, de natuur, om het hogere geluk te bereiken moet worden verzaakt. Is dat tegenstrijdig? Nee, het geeft verdieping. Gods schepping heeft kennelijk meer dimensies. Je kunt een trapje hoger komen. Zulke uitdagingen zijn niet te inspireren vanuit wettelijke of wereldse kaders. Nooit te snel rijden biedt geen uitzicht op intens persoonlijk geluk. Religie heeft meer te bieden dan ordening.

Christelijk vasten is geen gemeenschappelijke beleving meer

Onthechting in een wat praktischer betekenis, zoals dieet en afvallen, is door de kerk ook wel in een religieus perspectief geplaatst. Dan werd het de mensen gemakkelijker gemaakt er mee te leven en de kerk zelf sloot zich daardoor dichter aan bij het ritme van het dagelijks leven. Over en weer leverde dat winst op. Maar dat is wel wat anders dan het zich werkelijk afwenden van de verlokkingen van de natuur. Neem de vastentijd. Veel vroeger moesten mensen in de winter meer vet in het lichaam hebben, simpelweg om de koude goed door te kunnen komen. Vandaar ook oliebollen met Oudjaar. Dat vet moest er in het voorjaar weer af.

Minder eten dus en de kerk gaf dat een diepere betekenis door de veertigdaagse vasten voorafgaande aan Pasen. Zo konden gelovigen inspiratie voor hun soberheid vinden in het aanstaande lijden van Jezus dat eindigde met zijn kruisdood op Goede Vrijdag. Om het compleet te maken was er bovendien carnaval. Dat was het met feest en veel eten en drinken afscheid nemen van de noodzakelijke vetzucht van de winter. Op Vastenavond tot 12 uur was het bal. Daarna werd het Aswoensdag en gingen alle mensen in de kerk een askruisje halen op hun voorhoofd als teken dat de vastentijd was begonnen. Relevantie voor de samenleving, de lichamelijke conditie, en voor het individu, de geestelijke conditie, kwamen zo doordacht in elkaars verlengde.

Lees ook deze negen gedachten uit God Vergeten: Zonder elkaar kunnen we niets. Samen alles

Vastentijd heeft dus een directe samenhang met een relatief armoedig bestaan, waar kachels en kleren een andere rol spelen dan in onze welvaartsstaat. In de consumptiemaatschappij heeft vasten geen gemeenschappelijke beleving meer. We kopen alles en wanneer we het willen. Strooigoed van Sinterklaas ligt in september in de schappen. Kinderen hebben alles al. Feesten zijn geen afsluiting meer van een langere periode van grotere soberheid, maar behoren bij het dagelijks leven. Na een feest is het niet voorbij, maar gaan we naar een ‘afterparty’.

Onze tijd heeft steeds minder yin en yang, om die termen van de Chinese Tao-wijsbegeerte eens te noemen. Het is niet langer de overvloed van de natuur, waarmee dit hoofdstuk begon, die steeds verandering bevordert. Het is verzadiging, waar weinig meer wordt toegevoegd. Er is zo veel gelijkgeschakeld dat er amper nog ritme zit in het dagelijks leven. De religie kan daar dus ook niet meer op meeliften om momenten van inspiratie toe te voegen. Dat maakt het voor religie niet eenvoudiger om zichzelf een vertrouwde en herkenbare plaats te geven in het dagelijks leven. Daarom is het hoognodig te bezien hoe de moderne mens toch tot meer zingeving kan komen. We pakken de redenering weer op bij de evolutie. Waarom is de mens toch zo bijzonder?