Roberta Haar: Europese strategische autonomie zal een droom blijven

11 juli 2023Leestijd: 6 minuten
V.L.N.R. VON DER LEYEN, SUNAK, BIDEN, SCHOLZ. FOTO: Simon Dawson / No 10 Downing Street / eyevine

De EU wil minder afhankelijk worden van de Verenigde Staten. In werkelijkheid is dat een nieuwe manier waarop Europeanen hun onvrede over de Verenigde Staten uiten, schrijft Roberta N. Haar.

Lees de originele versie van dit artikel hier

Onlangs werd ik gevraagd om een presentatie te geven op het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken over het onderwerp Open Strategische Autonomie (OSA).  Hoewel ik het concept van Europese Strategische Autonomie goed snap en er meerdere columns over heb geschreven, werd mij niet helemaal duidelijk wat er precies bedoeld wordt met ‘Open’ Strategische Autonomie. En waarom willen Nederlandse diplomaten er meer over weten?

Ik geloof dat één van mijn studenten het snapt. In haar bachelorscriptie schreef zij dat de wereldwijde toeleveringsketen van halfgeleiders wordt verstoord door de geopolitieke spanningen tussen de Verenigde Staten en China. Nederland speelt een belangrijke rol in de halfgeleiderindustrie en heeft daardoor lucratieve banden met China heeft, maar is tegelijkertijd een van Amerika’s trouwste bondgenoten.

Nederlandse steun voor Amerika is niet onvoorwaardelijk

Binnen dit geopolitieke spanningsveld, heeft Nederland tot dusver altijd de kant van de Amerikanen gekozen. Maar in 2019 zette de vorige Amerikaanse regering de Nederlandse regering onder druk om de verkoop van een bepaald type chipmachine aan China te verbieden, een zet binnen een bredere strategie om de China toegang tot geavanceerde chips te ontzeggen. Afgelopen oktober kondigde Bidens regering extra maatregelen aan, wederom in verband met dit verbod op de verkoop van geavanceerde apparatuur voor het printen van microchips van ASML. Wederom volgde de Nederlandse regering die op. Minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra kondigde aan dat de definitieve Nederlandse tekst die in lijn zou zijn met het door de Verenigde Staten ingestelde verbod ‘waarschijnlijk voor de zomer’ zou verschijnen.

Gezien het belang van ASML voor de Nederlandse economie en de recente reeks subsidies voor de Amerikaanse chipsindustrie van de regering Biden is er geen garantie dat Nederland Amerika blijft steunen in de beperkingen die het China oplegt. Hoekstra zinspeelde daarop, toen hij onomwonden zei dat het Nederlandse verbod de betrekkingen met China niet zal beïnvloeden.

Ook had de Chinese minister van Buitenlandse Zaken Qin Gang een afspraak met Hoekstra, terwijl de Chinezen weigerden een ontmoeting te plannen tussen de Amerikaanse en Chinese ministers van Defensie tijdens de recente Shangri-La Dialogue, de grootste jaarlijkse veiligheidsconferentie in Azië.

Dat de betrekkingen tussen Nederland en China open zijn, blijkt verder uit het feit dat minister-president Mark Rutte is uitgenodigd in Peking, terwijl het tegelijkertijd een gepland bezoek van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken uitstelde of de bezoeken van de Amerikaanse minister van Financiën Janet Yellen en minister van Handel Gina Raimondo aan China bevestigde.

EU streeft naar ‘open’ buitenlandsbeleid

De Nederlandse regering heeft er geen belang bij om  partij te kiezen in de technologiewedloop tussen de VS en China. Nederlanders, Europeanen en andere actoren op het internationale toneel  lijden nu meer onder de concurrentie tussen de VS en China dan voorheen . In februari 2021 onderstreepte de Europese Commissie het belang van ‘open’ autonomie in haar Handelsbeleid Review. De Commissie benadrukte hierin het belang van vrije en eerlijke handel en van markten, die toegankelijk en concurrerend blijven voor Europese en internationale bedrijven.

Uit de geschiedenis blijkt dat Open Strategische Autonomie eigenlijk slechts de nieuwste manier is waarop Europeanen hun onvrede over de VS duidelijk maken. In 1956 wilde Charles De Gaulle Europa zou worden geconstrueerd om tegengewicht te bieden aan Amerika, omdat de Amerikaanse president Dwight Eisenhower had geëist dat Franse en Britse troepen zich zouden terugtrekken uit het Suezkanaal. Kort daarna besloot de Europese Economische Gemeenschap (EEG)  de Amerikaanse druk op een aantal handelsfronten als collectief te weerstaan. In de jaren zestig begon de competitieve samenwerking vorm te krijgen.

Wederzijdse onvrede is van alle tijden

De Verenigde Staten zijn niet altijd blij geweest met deze competitieve samenwerking. Financiële problemen in Amerika zorgden ervoor dat Washington vanaf de jaren zeventig meermaals eiste van economisch sterke Europese landen dat ze een grote bijdrage aan hun aan hun veiligheid en defensie zouden leveren.  Aan de andere kant ergerden de Europeanen zich aan het paternalistische leiderschap van Amerika.

Wat in de jaren vijftig, zestig en daarna gold, geldt nu nog steeds. Terwijl de Europeanen nadenken over de OSA, vragen ze zich in Washington af wie verantwoordelijk is voor de Europese veiligheid en wie belangrijker is, Azië of Europa? Europese leiders, waaronder die Brussel, zouden er goed aan doen om niet te vergeten dat nog niet zo heel lang geleden Europeanen hun  best moesten doen om aandacht te krijgen van de Amerikaanse president.

Nederland zoekt de gulden middenweg

Mijn afstudeerstudent verklaarde in haar scriptie op uitstekende wijze hoe Nederland zijn verlangen naar een open handelsbeleid verenigt met steun voor het Amerikaanse verbod, aan de hand van de ‘bedreigingsbalanstheorie’ van Stephen Walt.  Ze stelt namelijk vast dat de Nederlandse overheid Amerika steunt, omdat Nederland zijn allianties wil onderhouden die tegenwicht kunnen bieden aan staten die een bedreiging vormen voor de nationale en internationale veiligheid. Ze liet zien dat Nederland de Chinese regering ziet als zo’n bedreiging, zowel op militair vlak als economisch vlak.

Het Amerikaanse gebruik van regelgeving als een geopolitiek wapen is controversieel – in dit geval gericht op China de toegang tot bepaalde machines van ASML te ontzeggen,  maar het is wel duidelijk dat ook Nederland ervan profiteert als een potentiële bedreiging, zoals China, wordt aangepakt.

 Strategische autonomie is onrealistisch

Hoewel veel Europeanen en Amerikanen wel willen dat ons op regels gebaseerde internationale handelssysteem gewaarborgd blijft en dat Europa zelfredzamer wordt, zal OSA niet leiden tot daadwerkelijke autonomie. Om te beginnen is OSA, net als strategische autonomie in het algemeen, notoir dubbelzinnig.

Ten tweede zijn de twee supermachten van de wereld bewapend met grote arsenalen kernwapens die de Europeanen waarschijnlijk niet zullen opbouwen op de korte, middellange of lange termijn.  Momenteel neemt de afschrikkende werking van NAVO toe en ik hoef de lezers er niet aan te herinneren dat verdediging en veiligheid van de alliantie wordt gegarandeerd door een militair overwicht. Tijdens de recente onderhandelingen over de Amerikaanse begroting, die leken op een gijzeling, ontsnapte het Pentagon aan het door de Republikeinen geëiste uitgavenplafond: uiteindelijk kreeg het Pentagon 886 miljard dollar, zoals Biden voorstelde.

Ten derde blijkt uit recente statistieken blijkt dat het BBP van Amerika is gestegen, terwijl de groei van de Chinese economie afvlakt. Hoewel de Europese defensiebudgetten stijgen, zal het misschien twee decennia en tussen de $228 en 357 miljard duren voordat Europa een overtuigende, snel inzetbare conventionele tegenaanvalcapaciteit heeft.  Hoewel dat erg gewaardeerd zal worden, betekent dat niet dat de VS zijn strategische rol binnen de NAVO zullen verliezen. Politici die stellen dat Europa niet afhankelijk hoeft te zijn van de VS voor strategische afschrikking, verkopen een droom.

Desondanks moet Europa blijven investeren in haar eigen defensie. Zoals Emma Ashford, een columniste bij Foreign Policy, opmerkte, zijn er veel manieren waarop de EU meer waar voor zijn geld krijgt als het aankomt op defensie-uitgaven en kan haar conventionele defensiegereedheid worden verhoogd op het gebied van luchtverdediging, logistiek en zeestrijdkrachten.

China is een militaire en economische dreiging

Terwijl Nederlandse diplomaten een flexibele houding aannemen ten opzichte van de VS en China, zijn ze ook duidelijk over wat voor soort speler China is op het wereldtoneel. Hoekstra zegt dat het verbod geen invloed heeft op de Chinees-Nederlandse betrekkingen en voegt er specifiek aan toe dat hij en Qin Gang ‘een open gesprek hebben gehad over ASML’, maar hij merkt vervolgens wel op dat nationale veiligheidsbelangen een belangrijker aspect worden binnen het gesprek over chips. Hoekstra zei dat Den Haag zich zorgen maakt over ‘wat wij zien als een civiel-militaire fusie’, van diefstal van intellectueel eigendom op ‘een ongelijk speelveld’. ASML heeft in het verleden te maken gehad met de diefstal van intellectueel eigendom. In februari 2019 onthulde het bedrijf dat het slachtoffer was geworden van bedrijfsspionage waarbij voormalige Chinese werknemers betrokken waren.

We zijn al aanbeland bij het eind van deze column en ik heb nog niet eens de olifant in de kamer benoemd.  Strategische autonomie, ‘open’ of niet, is belangrijk, ongeacht of Donald J. Trump nu wel of niet wordt herkozen. Trump heeft in het verleden zijn bondgenoten wispelturig en roekeloos behandeld. Daarnaast heef hij een voorliefde voor protectionisme en handelsoorlogen. Daardoor zal, als hij de verkiezingen wint, de vrees in Amerika en Europa toenemen dat zijn presidentschap een einde betekent voor de trans-Atlantische relatie.