Klunzige formatie funest voor een uitvoerbaar belastingstelsel

ANP SEM VAN DER WAL

De verbindende basis om aan een uitvoerbaar belastingstelsel te werken, is vaak te kwetsbaar. Dat wijst ook deze formatie weer uit.

Fiscaal recht en fiscale economie vinden hun voedingsbodem in de gedragswetenschappen. Fiscaal recht is daarbij iets meer gericht op rechtmatige belastingheffing, terwijl fiscale economie sterker leunt op het belang van doelmatigheid. Een eerlijk belastingstelsel is slechts houdbaar als het ook effectief is in het realiseren van zijn doelstellingen en efficiënt is georganiseerd.

Onderling afwijkende persoonlijke wensen en individuele belangen van personen moeten binnen de leefgemeenschap worden samengebracht in concreet en coherent belastingbeleid. Door de eeuwen heen zijn beginselen ontwikkeld om de bereidheid tot samenwerking tussen burgers onderling te bevorderen.

Er is een samenstel van maatschappelijke instituties gecreëerd dat wij thans typeren als de democratische rechtsstaat. Dat impliceert de bereidheid de rechtmatigheid boven het persoonlijke belang te stellen. Bouw en uitvoering van het belastingstelsel weerspiegelen de heersende civil society, maar anarchistische, activistische en relzieke groeperingen kunnen dit ideaalbeeld vertroebelen.

Belastingstelsel heeft breed gedragen rechtsstatelijke moraal nodig

Vaak is het gemakkelijker overeenstemming te bereiken over abstracte beginselen dan over concrete kwesties, omdat daarin het belang zich duidelijker opdringt. Welke collectieve voorzieningen moeten worden getroffen? Wie zal daarvan in welke mate profiteren? En hoe wordt de daaruit voortvloeiende belastingdruk verdeeld? Bij die besluitvorming wordt het respect voor en de stabiliteit van de rechtsstaat écht op de proef gesteld.

Het formatieoverleg vormde de lakmoesproef. Wat mogen overheden, maatschappelijke instellingen, bedrijven en burgers in onze steeds complexer wordende wereld redelijkerwijs van elkaar verwachten? Zijn betrokkenen bereid daarover constructief te overleggen door naar elkaar te luisteren zonder het eigen gelijk voorop te stellen? Kan de fiscale wetenschap dienstbaar zijn aan deze gevoelige politieke communicatie door de steeds diffuser wordende scheidslijn tussen feiten en waardeoordelen waarheidsgetrouw te markeren? Dat zou de vormgeving en effectiviteit van ons belastingstelsel ten goede komen. Zonder een breed gedragen en rechtsstatelijk gevormde belastingmoraal functioneert het belastingstelsel per definitie gebrekkig.

CDA droeg bij aan eigen noodlot

François Quesnay (1694-1774), de Franse hofarts van Lodewijk XV, tevens econoom, vergeleek het rondpompen van geld in de samenleving al met de zuurstofverdelende bloedsomloop van de mens. In 2009 greep het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA terug op deze metafoor. Herverdelende belastingen gelden als de financiële zuurstof die voorziet in wat thans wordt aangeduid als bestaanszekerheid. In zijn woorden ‘dat een samenleving zonder deze vertrouwens­basis gedoemd is tot chaos en crisis en daarom moet letten op tekenen van sluimerend wantrouwen in de verhouding tussen burgers onderling, tussen burgers en hun bestuurders en tussen burgers en de instituties van de democratie en de rechtsstaat. Haar lot is hiermee gemoeid.’ Wrang dat het CDA desondanks zelf aan zijn eigen noodlot heeft bijgedragen.

Onder druk van innoverende maakbaarheidsopvattingen en het grote praktische belang van een goed functionerend belastingstelsel plegen universiteiten zich vooral bezig te houden met de vaktechnische aspecten van de bouw, instandhouding en toepassing van het fiscale stelsel en – vraaggestuurd – vooral deskundige vaklieden op te leiden. Daar is niets mis mee, mits de opleiding wortelt in een gedegen kennis van de onderliggende maatschappelijke beginselen die de verhoudingen en samenhang tussen wettelijke, rechtelijke en ethische beginselen weerspiegelen, deze wetenschappelijk verklaren en eigentijds invullen.

Burgers moeten vertrouwen kunnen hebben

In die context organiseerde Hans Gribnau, hoogleraar belastingrecht aan het Fiscaal Instituut Tilburg, eind 2023 een inspirerend symposium over de actuele vraag of, en hoe, rechtsstatelijk samenwerken een vertrouwensbasis kan leggen voor het fiscale stelsel. Onderwerp was hoe contractdenkers als Thomas Hobbes (1588-1679), John Locke (1632-1704), David Hume (1711-1776) en Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) probeerden de georganiseerde samenleving te verklaren vanuit de idee dat mensen bereid waren, uit welbegrepen eigenbelang, bepaalde persoonlijke vrijheden op te geven ter wille van het algemeen belang. Fiscaal is essentieel dat burgers erop kunnen vertrouwen dat de belastingdruk op een rechtvaardige manier wordt verdeeld en tevens de belastingplichtigen op loyale wijze hun verplichtingen nakomen.

In de visie van Hobbes, beïnvloed door de toenmalige religieuze onlusten, gold het Latijnse gezegde: Homo homini lupus, ofwel: de mens is een wolf voor zijn medemens. Voor de onderlinge bescherming werd de macht toen toevertrouwd aan de machthebber (het verticale vertrouwen). Later vond Hume in het rustige Schotland dat het sociale contract gewoon de uitdrukking was van het rationele besef van de burgers dat zij allen gebaat waren bij wederzijds altruïsme (horizontaal vertrouwen).

Kom in actie voor werkend belastingstelsel

Anno 2024 blijkt zowel het horizontale als het verticale vertrouwen aangetast. De loyaliteit van kiezers aan hun belangenbehartigende politieke partijen is sterk uitgehold. Het belangrijkste waar kiezers het nog over eens zijn (en zelfs dat om zeer verschillende redenen), is dat de overheid haar geloofwaardigheid – en daardoor haar betrouwbaarheid – in hun ogen heeft verspeeld. De achtereenvolgende kabinetten hebben te vaak en te stiekem opportunistische partijpolitieke belangen voorrang gegeven boven fiscale beginselen. Via doelmatigheidsdrempels en buitensporige fictiebepalingen werden de menselijke maat en rechtsstatelijk bestuur dramatisch uit het oog verloren. De vertrouwensbreuken die ik al in het boek Geloofwaardig belasting heffen (2016) heb beschreven, ga ik niet herhalen.

Wel de aansporing dat fiscale denkers en doeners thans gezamenlijk in actie komen. Meer harmonie in fiscale visie en vakbekwame uitvoering is de sleutel tot een oplossingsgerichte en slagvaardige aanpak. De fiscale rommelzolder moet nu eindelijk eens worden opgeruimd. Er ligt voorts een ongebruikte stapel rapporten met blauwdrukken voor belastingherziening klaar om met creativiteit en geestdrift vertrouwenwekkend aan de slag te gaan. De centrumrechtse vleugel bleek door onvoldoende onderling vertrouwen en draagvlak daartoe – althans tot heden – niet in staat.