D66 en VVD kunnen pragmatisch regeren, maar hoe gaat het ideologisch?

Rob Jetten D66 en Jan Paternotte D66 op weg naar de informateur. (Foto: ANP)

 

D66 zet in de Tweede Kamer persoonlijk kapitaal in: de nummer twee van de partij, Jan Paternotte, is de nieuwe woordvoerder op asiel en migratie.

Hij heeft vooralsnog geen andere portefeuilles en is de belangrijkste kandidaat voor het fractievoorzitterschap van D66 als partijleider Rob Jetten premier wordt.

Deze personeelsmaatregel duidt erop dat D66 werk wil maken van een strenger beleid. Dat moet VVD-leider Dilan Yeşilgöz deugd doen. Onder haar leiderschap werd migratie het hoofdthema van de VVD om later weer uit zicht te raken.

D66 wilde nooit wat weten van een streng migratiebeleid en botste er de afgelopen decennia vaak over met de VVD. Jetten wijzigde deze koers afgelopen juni. Hij verklaarde het asielbeleid stuk en pleitte voor het aanvragen van asiel buiten Europa.

Het is kenmerkend voor de veranderingen in het partijenlandschap. Afgelopen decennia heerste de VVD, na driekwart eeuw dominantie van het CDA. Of D66 met de recente verkiezingsoverwinning de dominerende partij wordt moet blijken, maar het premierschap kan partijleider Jetten amper ontgaan.

Jetten nam asielstandpunt over

De overwinning dankte hij aan het kopiëren van de VVD. Na deze partij jarenlang vreemdelingenhaat te hebben verweten wegens het asielstandpunt, nam hij dat pardoes over. Ook kopieerde hij de optimistische stijl van voormalig VVD-leider Mark Rutte. Als Dilan Yeşilgöz dat had gedaan, zou het haar zijn verweten.

Maar een bedankje kon er niet af. Integendeel. Jetten duwde de VVD van zich af door de partij in eerste instantie niet bij de kabinetsformatie te betrekken.

Gouden jaren VVD en D66

De geschiedenis toont dat VVD en D66 samen goed kunnen regeren. De twee paarse kabinetten onder leiding van PvdA-premier Wim Kok (1994-2002) worden gezien als gouden jaren. D66 was zich intussen, net als de VVD, liberaal gaan noemen al moest het ‘sociaal-liberaal’ zijn. Iets wat VVD’ers maar gek vinden, liberaal willen zijn, maar binnen onze grenzen, is niet echt liberaal.

De liberale partijleiders, medeoprichter van D66 Hans van Mierlo en VVD-leider Frits Bolkestein, waren tegenpolen. De één een romantische levensgenieter met groot charisma en de ander een nuchtere intellectueel. Ze respecteerden elkaar en hadden in oud-vakbondsman Kok een onderhandelaar die partijen bij elkaar kon krijgen en houden.

Pragmatische samenwerking

De samenwerking was vruchtbaar. Er hadden grote economische hervormingen plaats en hele sectoren werden geliberaliseerd. Zo werden de openingstijden voor winkels verruimd, onder verantwoordelijkheid van D66-minister Hans Wijers (Economische Zaken), die onlangs aftrad als informateur omdat hij Dilan Yeşilgöz ‘die feeks van de VVD’ had genoemd.

Onder paars werd een aanzet gegeven voor de latere invoering van het homohuwelijk, vernieuwing van de euthanasiewetgeving en modernisering van het softdrugsbeleid.

Hoe Dilan Yeşilgöz haar eigen neergang wist af te wendenYesilgöz

NAAR HET ARTIKEL
MEER VAN CARLA JOOSTEN

Pragmatisme in plaats van ideologie was de basis van de samenwerking. De groeiende economie droeg bij aan de stabiliteit van de paarse kabinetten.

Beide partijen troffen elkaar weer in Balkenende II (2003-2006). De samenwerking verliep minder voorspoedig dan onder paars. Het kabinet viel  toen de D66-fractie het vertrouwen opzegde in VVD-minister Rita Verdonk wegens haar optreden in de affaire rond het paspoort van VVD-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali. D66 gruwde in dat kabinet van het strenge migratiebeleid van Verdonk.

Fusie in de toekomst?

Duidelijk is dat de samenwerking tussen beide partijen verslechtert als thema’s als migratie, integratie en identiteit centraal staan. Iets wat sinds de opkomst van Pim Fortuyn aan de orde is.

Vraag is of er twee liberale partijen nodig zijn die nota bene in Brussel in dezelfde fractie zitten, samen in de Liberale Internationale en in eigen land samen een liberale vuist zouden kunnen maken. Vertrekkend VVD-voorzitter Bas Eenhoorn opperde in 2003 een fusie.

Hij ergerde zich dat het zijn partij maar niet lukte de eerste of tweede partij van het land te worden. Een fusie met het kleinere D66 zag hij als oplossing, al realiseerde hij zich ‘dat het grote verschil in krachtsverhouding tussen VVD en D66 een beletsel is. Het is niet goed als een fusie op een overname lijkt. Dat zou ook erg inspelen op het calimerocomplex van D66’ers,’ zei Eenhoorn in NRC.

Het duurde tot de kabinetten-Rutte III en IV voor VVD en D66 weer samen regeerden

De VVD-staatssecretarissen Mark Rutte en Melanie Schultz van Haegen maakten het in 2004 nog bonter met hun droom over de oprichting van een grote sociaal-liberale partij met zelfs een stukje PvdA erbij.

Ze wilden af van het Wassenaarse parelkettinkjesimago van de VVD. Maar de staatssecretarissen merkten al gauw dat binnen de VVD geen ruimte meer was voor een discussie over de politieke koers. Rutte kwam er nooit meer op terug.

Lees ook: Zaal vol uitzinnige D66’ers scandeert ritmisch: ‘Het kan wél, het kan wél!’

VVD en D66 in Rutte III en IV

Het duurde tot de kabinetten-Rutte III en IV voor VVD en D66 weer samen regeerden. VVD-premier Mark Rutte en D66-voorman Alexander Pechtold hadden een klik en deelden een pragmatische, bestuurlijke aanpak. Ze waren bereid compromissen te sluiten.

Pechtold was als fractieleider in de Kamer gebleven, zoals Frits Bolkestein dat onder paars zo succesvol had gedaan: vanuit de Kamerbankjes kan een regeringspartij zich profileren. Pechtold bezorgde D66 19 zetels. Opvolger Sigrid Kaag haalde er in 2021 zelfs 24 en evenaarde het D66-record uit 1994 van Hans van Mierlo. De VVD was al vanaf 2010 de grootste.

De formatie van Rutte IV verliep desastreus als gevolg van het ‘functie elders’-debat op 1 april over de toekomstige rol van toenmalig CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt. De uitspraak van Kaag – ‘Hier scheiden onze wegen’ – ijlde nog lang na. Maar Rutte IV, met VVD, D66, CDA en ChristenUnie, kwam er en zat er tot 2024.

Rutte en Kaag waren respectvol tegen elkaar, maar hadden door het debat een gespannen verhouding. De partijen botsten over de rechtsstaat en migratie, maar vonden elkaar op klimaat, stikstof en begrotingspolitiek. D66 verschoof naar de progressieve voorhoede, tegenover de VVD als stabiliserende middenpartij met centrum-rechts profiel.

De samenwerking werd gaandeweg meer transactioneel dan ideologisch. En dat past ook goed bij de huidige tijd.

Lees ook: Scheurt de koers van Yeşilgöz de VVD uiteen? ‘Ze schuift steeds verder naar rechts’