Een deel van de migranten met een verblijfsvergunning in Nederlandse asielzoekerscentra (azc) wil niet aan het werk. Deze ‘statushouders’ zijn ontevreden met de ‘eigen bijdrage’ die ze in het geval van een baan aan het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) moeten betalen.
Baan vinden blijkt juist voor hogeropgeleide asielzoekers lastig
Ze zouden minder dan 200 euro overhouden aan het einde van de maand in het ergste geval. Als ze fulltime werken tegen minimumloon, houden ze er te weinig aan over, vinden de migranten. Daarom weigert een aantal migranten werk, omdat ze het niet de moeite waard vinden.
Eigen bijdrage
Volgens de Volkskrant heeft het COA in 2015 voor slechts 109.000 euro aan eigen bijdragen geïnd, terwijl er tienduizenden asielzoekers in de azc’s zaten. Deze ‘statushouders’ wachten in veel gevallen op een eigen woning. In dat geval moeten ze bijdragen aan de opvangkosten als ze zelf geld verdienen.
Door de regelgeving, die sinds 2008 is ingegaan, moeten mensen met een eigen bijdrage ook wat inleveren. Dat gebeurt ook bij bijvoorbeeld de Bijstandswet: uitkeringsontvangers die wel eigen inkomsten hebben, worden op hun uitkering gekort.
Dat willen veel migranten niet: de financiële prikkel om aan de slag te gaan, wordt deels weggehaald. Ook blijkt dat migranten niet worden aangemoedigd een baan te nemen. Zo zou een COA-medewerker aan een migrant die een baan was aangeboden, hebben gevraagd of hij zeker weet dat hij voor het bedrag een maand lang appels wil plukken.
Sociale interacties en leren vaardigheden
Zo hopen Duitse bedrijven migranten toch aan het werk te krijgen
Toch onderstreept het COA ook zelf het belang van werken: juist de sociale interacties en bijvoorbeeld het leren van de taal zijn belangrijk, niet alleen de financiële prikkel. Als migranten wel een verblijfsvergunning hebben, krijgen ze in veel gevallen ook lange tijd nog geen baan.
Uit een pilot van uitzendbureau Randstad en het COA blijkt overigens dat juist hoogopgeleide asielzoekers moeilijk een baan vinden. Randstad probeerde 94 statushouders binnen zes maanden aan een baan te helpen. In 14 gevallen lukte dat door middel van een betaalde baan, twaalf migranten vonden een stage of werkervaringsplek. De andere 68 statushouders in de pilot vonden geen werk. Opvallend is dat migranten zonder diploma’s sneller een baan wisten te vinden