Het verschil tussen jonge mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt is bijna nergens zo groot als in Nederland. Vrouwen werken al op jonge leeftijd parttime, terwijl mannen veelal meer dan 35 uur per week doorbrengen op hun werk.
Ook vrouwen die nog maar net klaar zijn met hun opleiding, en in veel gevallen nog geen kinderen hebben, werken veel minder dan mannen. Vooral onder mbo’ers is het verschil groot: slechts een kwart van de vrouwen met een mbo-opleiding gaat direct fulltime aan de slag, terwijl zeker 75 procent van de mannen in diezelfde groep fulltime werkt.
Een van de redenen dat vrouwen nog steeds vaak parttime werken, is dat mannen veel meer genieten van vrije tijd. Vrouwen hebben het gevoel meer vrije tijd nodig te hebben om tot rust te komen. Hoe zit dat? >>
Vrouwen moeten banen zoeken in ‘mannenhoek’
Jonge vrouwen werken gemiddeld 29 uur per week, mannen 37 uur. Met dat verschil is Nederland koploper in Europa: nergens is het gat tussen mannen en vrouwen zo groot.
Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat vrouwen na hun opleiding veel vaker parttime werken en minder positief zijn over hun carrièremogelijkheden. Dit komt volgens het SCP onder meer doordat de sectoren waar veel vaste banen worden aangeboden, zich bevinden in de ‘mannenhoek’. Metselaars, loodgieters en ICT’ers komen vaak makkelijk aan een vaste baan.
In de gezondheidszorg en de kinderopvang, waar vooral vrouwen werken, zijn minder vaste banen. Het SCP heeft er geen verklaring voor dat vrouwen zo vroeg al parttime werken. Duidelijk is wel dat vrouwen hun carrière minder als prioriteit zien: veel vrouwen willen pas meer werken als mannen een grotere bijdrage leveren aan de zorgtaken.
Economische afhankelijkheid groter onder vrouwen
Lees meer – genderkloof? Jonge vrouwen verdienen meer dan mannen
Gemiddeld werkt minder dan 40 procent van de vrouwen tussen de 18 en de 25 jaar meer dan 34 uur per week. Voor vrouwen tussen de 26 en 30 jaar ligt het aandeel iets hoger: bijna 45 procent werkt fulltime. Ruim tweederde van de vrouwen tussen de 31 en 35 jaar werkt minder dan 35 uur per week.
Dit betekent ook dat vrouwen minder vaak economisch zelfstandig zijn dan mannen. Hoewel veel jonge vrouwen meer dan of evenveel verdienen als mannelijke leeftijdsgenoten, ligt het jaarinkomen van vrouwen juist lager. Omdat het gros van de vrouwen minder werkt, is minder dan tweederde van de vrouwen tussen de 30 en de 34 jaar economisch zelfstandig, tegenover 82 procent van de mannen.