AkzoNobel heeft een ongevraagd overnamevoorstel van het Amerikaanse PPG Industries met een waarde van bijna 21 miljard euro afgewezen. Het Nederlandse bedrijf vindt het bod van PPG te laag en niet in het belang van aandeelhouders, klanten en personeel.
Dat meldde het verf- en chemieconcern donderdagochtend. De avond ervoor was de interesse van PPG uitgelekt. PPG Industries is een internationale leverancier van onder meer verf, chemicaliën, glas en glasvezel. In oktober 2007 namen de Amerikanen de Brits-Nederlandse verfmaker SigmaKalon over voor 2,2 miljard euro.
IJs, asfalt en soep
PPG biedt 83 euro per aandeel, waarvan 54 euro in contanten zou worden uitbetaald en de rest in aandelen PPG. In totaal komt het bod op bijna 21 miljard euro. Veel te laag, vinden ze bij AkzoNobel. We zien hier helemaal niets in, zegt CEO Ton Büchner. Hij wijst op de grote onzekerheid voor het personeel, de grote kans op bezwaar van toezichthouders en onzekerheid over de financiële voordelen.
Wel wordt naar aanleiding van het ongevraagde overnamevoorstel gekeken naar een mogelijke afstoting van Speciality Chemicals. Die tak, die vorig jaar een omzet had van 4,8 miljard euro, maakt specialistische chemicaliën voor in producten als ijs, asfalt, soep en zeep. Een dergelijke afsplitsing zou een ‘teken van kracht’ zijn, zegt Büchner.
‘Op zoek naar nieuwe groeikansen’
De ‘recordresultaten’ die AkzoNobel vorig jaar heeft geboekt, stellen het bedrijf volgens de topman in staat zelf op zoek te gaan naar nieuwe groeikansen. ‘We zijn een topspeler op het gebied van verf en specialistische chemicaliën, met een duidelijke strategie. We kondigen nu een belangrijke stap aan, die we op eigen kracht kunnen zetten.’
Minister van Economische Zaken Henk Kamp (VVD) is blij dat het bod is afgewezen. ‘AkzoNobel bestempelt het bod van PPG Industries als ongewenst en niet in het belang van alle stakeholders. Het gaat daarbij om langetermijnwaarden zoals de bijdrage die AkzoNobel levert aan duurzaamheid, de activiteiten op het gebied van research en development en om de hoogwaardige werkgelegenheid die het bedrijf in Nederland biedt. Daarmee is het bod ook niet in het Nederlandse belang,’ vindt Kamp. Hij houdt de ontwikkelingen in de gaten.