Nederlandse studieschuld loopt op tot bijna 18 miljard

Studenten in een collegezaal. Foto: ANP

De totale studieschuld van studenten en oud-studenten in Nederland bedraagt bijna 18 miljard euro. In de afgelopen vijf jaar is de collectieve schuld toegenomen met bijna 6 miljard.

Dat blijkt uit cijfers van DUO en het ministerie van Onderwijs. Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) lanceert op zijn website de Nationale Studieschuldmeter. Zo houdt de organisatie bij hoe snel de studieschuld toeneemt. De verwachting is dat die komend jaar elke seconde met 55 euro zal groeien.

Welk effect had het leenstelsel?

Hoewel de schuld dus sterk blijft stijgen, is er nog geen groeispurt te zien sinds de basisbeurs stap voor stap wordt afgeschaft. ISO-voorzitter Jan Sinnige zegt daarover tegen de NOS: ‘Als de basisbeurs straks helemaal niet meer bestaat, is de verwachting dat de knik alsnog komt.’

Zonder de basisbeurs moeten studenten meer lenen, stelt het ISO. Ook is het collegegeld opgelopen volgens de organisatie. Sinnige hoopt dat het kabinet na de verkiezingen niet alleen het collegegeld bevriest, maar ook de informatie over studies eerlijker en transparanter maakt, om te voorkomen dat studenten een verkeerde studiekeuze maken.

  • De politieke partijen zijn nu verdeeld over de basisbeurs en het leenstelsel.

    Op de stelling ‘het leenstelsel voor studenten moet worden afgeschaft. De basisbeurs moet weer terugkomen’ reageerden de partijen als volgt:

    Eens: SP, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, 50Plus, OndernemersPartij, DENK, Nieuwe Wegen, Forum voor Democratie, De Burger Beweging, Vrijzinnige Partij, Piratenpartij, Artikel 1, Lokaal in de Kamer

    Oneens: VVD, PvdA, PVV, D66, GroenLinks, SGP, Libertarische Partij

    Geen van beide: VNL, Niet Stemmers

Voorstel van Bussemaker

Daarnaast hoopt het ISO dat de overheid het geld dat wordt bespaard door de afschaffing van de basisbeurs, louter investeert in het hoger onderwijs. Eind 2014 stemde de Kamer voor de invoering van het leenstelsel. Vanaf 2015 werd de basisbeurs stapsgewijs afgeschaft. VVD, PvdA, D66 en GroenLinks gingen akkoord met het voorstel van minister van Onderwijs Jet Bussemaker (PvdA). De Kamer beloofde toen dat het geld in het hoger onderwijs zal blijven.

Het besluit van de Kamer kwam Den Haag op flinke kritiek te staan van studentenorganisaties. Tegenstanders vrezen dat jonge, afgestudeerde Nederlanders met grote schulden zullen kampen, terwijl het al moeilijk is om bijvoorbeeld de woningmarkt te betreden.