Bierbrouwer Heineken hoeft niet te rekenen op de steun van de Europese Unie om de rode ster van het merk te verdedigen. Viktor Orbán wil de rode ster verbieden voor commercieel gebruik, omdat het zou refereren naar het communisme. De Commissie ziet daar geen probleem in.
De Europese Commissie liet weten geen principieel bezwaar te hebben tegen het verbod op totalitaire uitingen in de publieke ruimte. De Hongaarse regering is voor zo’n verbod, omdat het nazistische en communistische symbolen wil weren uit het straatbeeld. Zo worden ook hakenkruizen uit het straatbeeld geweerd, luidt het Hongaarse verweer.
Dat de Nederlandse bierbrouwerij hier nu het slachtoffer van wordt is wrang. De rode ster is weliswaar een beeld uit de sovjet-tijd, maar de brouwerij van Heineken gebruikt het symbool al sinds de jaren dertig.
Ondanks uitvoerig protest van de Nederlandse overheid en Heineken zelf gaat de Europese Commissie overstag met de Hongaarse wens: ‘we zijn ons terdege bewust van de achtergronden en het leed van het Hongaarse volk. De verschrikkelijke misdaden van de totalitaire regimes mogen niet worden vergeten.’
Merkroof
De vraag rijst of de maatregel wordt genomen vanuit ideologische of politieke overwegingen. Heineken kwam eerder dit jaar in opspraak in Hongarije na een aanvaring met een kleine Hongaars-Roemeense bierbrouwer. Heineken beschuldigde de brouwer van merkroof, en kreeg gelijk van de rechter. Hiermee maakte de brouwerij zich impopulair. De nationalistische partij Jobbik haalde fel uit naar Heineken, en sprak van een strijd tussen David en Goliath, schreef dagblad Trouw. Regeringspartij Fidesz van Orbán schaarde zich achter Jobbik.
In Hongarije werd opgeroepen tot een boycot van Heineken, die openlijk werd gesteund door minister van Algemene Zaken János Lázár. Lázár beweerde dat het Heineken-logo ook een politieke uiting is. Een woordvoerder van de Hongaarse regering sluit, bij eerdere navraag door persbureau Reuters, niet uit dat de regering met eerdergenoemde wet openlijk stelling neemt tegen Heineken.