Kunnen de Britten hun handelspositie verbeteren na Brexit?

Foto: epa

Het onderwerp handel komt als laatste aan bod bij de Brexit-onderhandelingen in Brussel. Toch wordt er volop gespeculeerd over nieuwe modellen en afspraken. Wat zijn de mogelijkheden voor het Verenigd Koninkrijk?

Aan het begin van de onderhandelingen moesten de Britten al een concessie doen. De Britse onderhandelaars, onder leiding van Brexit-minister David Davis, gingen mee in de eis van Brussel dat er voorlopig niet wordt gesproken over een nieuwe handelsovereenkomst.

Uit het weekblad – EU, stop met dromen: handel uit eigen belang

Groot belang

Eerst moet de Britse regering afspraken maken met de Europese Unie over de kosten van de scheiding. Ook eist Brussel duidelijkheid over de rechten van EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk.

Voor de Britten zijn de nieuwe handelsafspraken van groot belang. Momenteel maakt het land deel uit van de interne markt en pikt alle voordelen daarvan mee. Elk ander alternatief, ook opties met landen als China, India en de Verenigde Staten, pakt voor de Britten slechter uit, concluderen onderzoekers in een rapport voor het Center for Economic Studies in München.

Handelsvoordelen

‘Voor de Britten is er geen beter alternatief dan het volwaardige EU-lidmaatschap,’ zegt Steven Brakman, hoogleraar handel en internationale economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij onderzocht met twee collega’s de consequenties van het Britse vertrek uit de Europese Unie en de mogelijke alternatieve handelsovereenkomst.

Als lid van de interne markt heeft het Verenigd Koninkrijk niet alleen recht op vrijhandel zonder tarieven met andere EU-landen. Het land profiteert ook van gunstige handelsovereenkomsten met landen als Noorwegen, Zuid-Afrika en Zuid-Korea.

De Britse regering zal volgens Brakman snel beseffen dat ze niet zomaar van alle handelsvoordelen kan genieten die het EU-lidmaatschap met zich brengt zonder de negatieve aspecten van het lidmaatschap te ondervinden.

Immigratieproblematiek

In het geval van het Verenigd Koninkrijk is dat vooral migratie. De ‘leave’-campagne was voornamelijk gericht op het inperken van EU-migratie door de open grenzen van de Europese Unie. Het is uitgesloten dat de onderhandelaars in Brussel akkoord gaan met een handelsovereenkomst die het Verenigd Koninkrijk dezelfde voordelen biedt als het lidmaatschap, zonder dat het akkoord hoeft te gaan met vrij verkeer van mensen.

Een alternatief dat wordt geopperd, is dat het Verenigd Koninkrijk het ‘Noorse’ model overneemt. Maar ook voor Noorwegen, net als EFTA-landen Liechtenstein en IJsland, die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte, geldt het vrije verkeer van personen. Dat zou de immigratieproblematiek in het Verenigd Koninkrijk dus niet veranderen.

Afzetmarkt

Volgens Brakman is het duidelijk dat de Britten ‘als slaapwandelaars het traject zijn ingewandeld’. Toen premier Theresa May al een beroep had gedaan op Artikel 50, was Westminster nog volop bezig met de verkiezingen, die ‘nationalistisch gedreven’ waren. Nu moet het land een goed alternatief zien te vinden, mochten de onderhandelaars tot de conclusie komen dat een harde Brexit – zonder lidmaatschap van de interne markt – de enige optie is.

Helemaal hopeloos is het overigens niet voor de Britse regering. ‘Het Verenigd Koninkrijk is een enorme afzetmarkt,’ zegt Brakman. Dat versterkt de onderhandelingspositie van Davis en zijn team enigszins. ‘Een hoop landen willen hun goederen graag in het Verenigd Koninkrijk afzetten. Zowel voor de Bitten als Europa is een goede handelsrelatie wenselijk.’