De economie groeit, maar niet iedereen voelt dat. Uit de Prinsjesdagstukken blijkt dat een op de vijf huishoudens er volgend jaar niet op vooruit gaat.
De economie floreert en zal dat ook volgend jaar blijven doen, staat in de meest recente economische verkenning die het Centraal Planbureau (CPB) dinsdag op Prinsjesdag publiceerde.
Het CPB gaat voor zowel dit jaar als volgend jaar uit van een begrotingsoverschot. Dat komt naar verwachting uit op respectievelijk 0,6 en 0,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De staatsschuld ligt verder onder de 60 procent, de norm die door de Europese Unie is vastgesteld.
Het CPB gaat uit van een economische groei van 3,3 procent, gevolgd door een verdere expansie van 2,5 procent in 2018. Maar niet iedereen profiteert hiervan. Relatief gezien gaan gepensioneerden en uitkeringstrekkers er het minst op vooruit. Het gaat in totaal om meer dan een miljoen mensen.
Gepensioneerden met hoger inkomen
De regering wil er in 2018 voor zorgen dat iedereen zijn koopkracht kan behouden. ‘Iedereen moet profiteren van de economische voorspoed,’ zei Koning Willem-Alexander dinsdag tijdens zijn troonrede. Maar dat doen deze groepen dus nog niet. Volgend jaar gaat een kwart van de gepensioneerden er niet op vooruit. Daarbij gaat het vooral om gepensioneerden met een hoger inkomen.
De nieuwe begroting is een ‘bittere pil voor ouderen’, stelt 50Plus in een reactie op de Miljoenennota. De partij maakt zich zorgen over een mogelijke stijging van de btw waarvoor nu nog het lage tarief geldt: ‘Dat treft opnieuw vooral de ouderen en met name ouderen met de laagste inkomens,’ aldus 50Plus.
Begrotingsoverschot
Bij mensen met een uitkering gaat het om zo’n 22 procent die nog niet zou profiteren. Vooral mensen met een Wajong-uitkering voelen dat in hun portemonnee: die groep kan er tot zo’n 2 procent op achteruit gaan.
Het demissionaire kabinet heeft nog wel 425 miljoen euro uitgetrokken om de schade voor gepensioneerden en uitkeringstrekkers te beperken.
Voor de meeste Nederlanders blijft de koopkracht overigens volgend jaar zo goed als hetzelfde, blijkt uit berekeningen die het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) heeft gemaakt op basis van de gepresenteerde Miljoenennota. ‘Als er in de persoonlijke situatie van mensen niets verandert, verandert er volgend jaar ook weinig in de portemonnee,’ aldus het voorlichtingsinstituut. Voor de meeste mensen liggen het verschil in koopkracht met dit jaar tussen de min 0,5 en plus 0,5 procent. Het Nibud vindt het belangrijk dit te benadrukken, vanwege de positieve stemming die er heerst over de koopkracht.