Millennials verdienen op hun dertigste ruim 40 procent meer dan babyboomers op die leeftijd. Wel kruipt het inkomen van generaties naar elkaar toe.
Door de vergrijzing komen generaties steeds meer tegenover elkaar te staan. Jongeren willen de vaste banen die oudere generaties hebben. Ouderen voelen zich tekort gedaan met hun pensioen. Wie is hier zielig?
Babyboomers
De OESO, de club van rijke landen, deed onlangs onderzoek naar het verband tussen ongelijkheid en vergrijzing. Wat bleek: elke generatie die tot dusver aan het werk is gegaan, heeft het weer beter dan de vorige.
Gekeken naar het gemiddelde van alle 24 OESO-landen, verdiende een babyboomer (geboren in de jaren vijftig) op zijn dertigste bijna 8 procent meer dan iemand die tien jaar eerder geboren was. De generatie erna (geboren in de jaren zestig), verdiende op zijn beurt 10 procent méér dan de babyboomers.
Generaties
En zo gaat het door. De dertigers op de arbeidsmarkt van nu verdienen bijna 45 procent meer dan de babyboomers op hun dertigste en erna verdienden. Wat ook opvalt: de sprongen in inkomen tussen generaties nemen af.
Bij latere generaties stijgen inkomens ook minder snel gedurende de carrière. Hierdoor komen mensen die in de jaren zestig zijn geboren, aan het einde van hun carrièrre op hetzelfde salaris uit als babyboomers. Mensen die zijn geboren in de jaren zeventig, lijken zelfs op een lager niveau uit te komen.
Vergrijzing
Oudere generaties hebben wel weer geprofiteerd van hoge rente en stijgende huizenprijzen en beurskoersen, waardoor ze veel vermogen hebben kunnen opbouwen. Voor jongeren is dat naar verwachting veel moeilijker omdat de rente veel lager is. Ook moeten zij als werkenden de kosten van de vergrijzing betalen.
De OESO stipt Nederland aan als één van de landen waar de inkomensontwikkeling op hogere leeftijd stagneert. Dat komt door de goede ouderdomsvoorzieningen: in landen waar AOW en verzorgingstehuizen minder goed geregeld zijn, daalt het inkomen op hoge leeftijd.
Bejaarden vormen onderhand de groep in Nederland waarbinnen de armoede het laagst is. Onder jongeren is de kans het hoogst.