Europarlementariërs weigeren inzicht te geven in de uitgaven van hun algemene onkostenvergoeding. In totaal krijgen leden van het Europees Parlement zo’n 40 miljoen euro aan belastinggeld per jaar voor algemene onkosten.
De 751 leden van het Europees Parlement krijgen ieder bijna 4.500 euro per maand aan algemene onkostenvergoeding, maar willen geen verantwoording afleggen over de besteding daarvan.
Maandagavond was er een stemming achter gesloten deuren over voorstellen om de uitgaven van de algemene onkostenvergoeding inzichtelijk te maken. Daarbij stemde een meerderheid van de vijftien aanwezigen, onder wie voorzitter van het Europees Parlement Antonio Tajani, tegen de voorstellen, meldt de politieke nieuwssite Politico.
Parlementsleden hoeven uitgaven niet te verantwoorden of publiceren
De leden van het Europees Parlement hoeven op geen enkele manier te verantwoorden hoe ze die 4.416 euro per maand uitgeven. De algemene onkostenvergoeding (GEA) is bedoeld voor uitgaven als reizen, telefoons en kantooraccessoires. Het bedrag wordt extra op hun bankrekening gestort, naast het standaard brutosalaris van 8.611 euro per maand.
Meer over de Europese Unie
Balkan bij de EU: Nederland is tegen, maar is dat verstandig? 
In de maandag afgewezen voorstellen stond onder meer dat parlementariërs hun GEA-uitgaven moeten bijhouden, en dat ze deze door een externe boekhouder moeten laten controleren. Ook werd er gepleit voor de publicatie van de uitgaven. Ook was er een voorstel waarmee parlementariërs ongebruikte onkostenvergoedingen aan het einde van hun termijn zouden moeten terugbetalen aan het Parlement. Ook dat voorstel werd afgewezen.
Critici eisen al jaren meer transparantie
Initiatiefnemers hekelen de ‘kortzichtigheid’ van europarlementariërs, die hun uitgaven geheim willen houden, en wijzen erop dat dit niet goed is voor het vertrouwen van burgers in de Europese instelling. Kritische leden van het Europees Parlement vragen al jaren om meer transparantie. SP’er Dennis de Jong, een van de pleitbezorgers van volledige transparantie van de onkosten, zei destijds daarmee het imago van het Europees Parlement te willen verbeteren.
Deze week in Elsevier Weekblad
Syp Wynia: ‘Onze bewindslieden zijn niet opgewassen tegen multinationals’
Begin 2017 publiceerden voorstanders een reeks aan rapporten en eisten ze meer transparantie. Vervolgens werd een werkgroep in het leven geroepen die zich bezig moest houden met de uitgaven, waaronder de GEA-vergoeding. Daarvoor werd ook al tegen een amendement gestemd waarmee europarlementariërs hun onkostenuitgaven openbaar zouden moeten maken.
In 2017 constateerde een groep van 48 onderzoeksjournalisten die opereren onder de naam The MEPS Project dat er veel misbruik wordt gemaakt van het vergoedingensysteem, onder meer het doorsluizen van vergoedingen naar persoonlijke bankrekeningen van parlementariërs. Vervolgens was het onmogelijk om nog uit te vinden waaraan ze het geld hadden uitgegeven.
Hoewel het merendeel van de voorstellen maandag werd afgewezen, is er wel één voorstel aangenomen: de europarlementariërs mogen de onkostenvergoeding niet langer ontvangen op dezelfde bankrekening als hun salaris, maar moeten ze het op een aparte rekening laten storten.
In 2019 zijn er nieuwe verkiezingen voor leden van het Europees Parlement.