Deze duurzame ondernemers profiteren van Green Deal

Eva Vos (25) van KipEigen heeft een soort mobiele kippenboerderij. Foto: Guido Benschop

Langzaam transformeert de fossiele economie in een biologische en duurzame economie. Elsevier Weekblad sprak met zes vooruitstrevende groene ondernemers.

Groen ondernemen heeft de toekomst. Maar hoe doe je dat? Hoe verdien je er geld mee? Dat kan op allerlei manieren. De een pakt het groot aan, zoals Marcel van Wing met zijn margarinemerk The Flower Farm (zie ‘Zonder palmolie’). Een ander zweert juist bij kleinschalig en lokaal, zoals bio-bloemist Toma van den Bosch (zie ‘Betaalbare bloemen zonder kunstmest’). ‘Die grootschalige teelt, import en export zijn niet nodig en niet goed voor het milieu,’ zegt Van den Bosch.

Biologisch boerin Annette Harberink laat zien dat ze met minder koeien evenveel kan verdienen als een ‘gewone’ boer (zie ‘Boeren met minder dieren’). Het is het soort initiatieven dat het kabinet toejuicht. Minister van Landbouw Carola Schouten (ChristenUnie) kondigde vorig jaar een binnenlandse handelsmissie aan met als doel streekproducenten en consumenten dichter bij elkaar te brengen.

Lees ook eerdere portretten van groene ondernemers: Groen geld verdienen

Maar het past ook bij de doelstelling van het Klimaatakkoord om in 2030 49 procent minder CO2-uitstoot te hebben ten opzichte van 1990. En bij de onlangs gepresenteerde Europese Green Deal die als doel heeft dat heel Europa in 2050 klimaatneutraal is. De Europese Commissie trekt daarvoor 503 miljard euro uit. Alle sectoren moeten dus hun CO2-uitstoot terugbrengen.

Indirect verwachten de ondernemers dat zij zullen profiteren van de Green Deal. Zo komen er subsidies om de biologische landbouw te stimuleren. Dit betekent minder kunstmest, chemische bestrijdingsmiddelen en antibiotica. Boerin Harberink werkt al zo.

Een andere belangrijke sector die op de schop moet, is de bouw. Huizen moeten energiezuinig worden en aansluiten bij de circulaire economie: afval en grondstoffen moeten opnieuw worden gebruikt. Ontwikkelaar Patrick Schreven laat zien dat dit kan (zie ‘Duurzaam bouwen: hip, strak en modern’). Milieu en ondernemen gaan prima samen, vindt hij: ‘Het geitenwollen­sokkenimago is er wel af.’

Foto: Guido Benschop

Zonder palmolie

Marcel van Wing (55) van The Flower Farm maakt margarine zonder palmolie

‘Wij maken margarine met een missie,’ zegt Marcel van Wing. Hij verkocht zijn reclamebureau en richtte een half jaar geleden The Flower Farm op, margarine zonder palmolie. ‘Ik wilde de margarinemarkt opschudden, die is al jaren hetzelfde.

‘Traditionele margarine bestaat voor 30 tot 40 procent uit palmolie. In Indonesië is al 25 procent van het regenwoud gekapt, voor palmolieplantages. Door de manier waarop Indonesiërs hun bomen kappen, groeit het woud ook niet zomaar terug. Zonder het regenwoud ontstaat er een droog klimaat, de moesson verandert, met alle gevolgen van dien. Dat moet stoppen. Maar ik wil dat niet alleen roepen, ik wil er ook echt wat doen.

‘En ik denk echt dat ik verschil kan maken. Gemiddeld eet een gezin met vier personen per jaar 73 kilo margarine, waarvan bijna 11 kilo palmolie is. Voor die 11 kilo van dat ene gezin is 30 vierkante meter plantage nodig. Dat bespaar je dus als je als gezin overstapt op palmolievrije margarine. In plaats van palmolie gebruik ik shea. Dat wordt gewonnen uit de noten van de Afrikaanse sheaboom. Het is veel duurder dan palmolie, maar daarvoor hoeft geen natuur te worden verwoest.

‘Omdat ik impact wil hebben, pak ik het groot aan. Mijn margarine ligt bij elke supermarkt voor dezelfde prijs als gewone margarine. Dan maar wat minder verdienen – ik wil gewoon dat iedereen overstapt. En de verkoop gaat goed. Er zijn tachtig margarine- en boterproducten op de markt, en wij horen al bij de veertig best verkochte.

‘De Ronde Tafel Duurzame Palmolie, waarin onder meer de palmolie-industrie zit, werd boos op mij. Ze lieten hun advocaten erop los en onze fabrikant en supermarkten zijn geïntimideerd. Ik mocht niet één op één stellen dat het regenwoud kan worden gered met mijn margarine. Maar ik laat me niet gek maken. Zodra The Flower Farm groot genoeg is, wil ik mij ook op een ander product richten waarin veel palmolie zit, en daarvoor alternatieven bieden.’

Duurzaam bouwen: hip, strak en modern

Patrick Schreven (47) van ECO+BOUW bouwt milieuvriendelijke huizen

‘Eigenlijk is het heel raar, zoals er nu wordt gebouwd,’ zegt duurzaam bouwer Patrick Schreven. Stenen huizen worden milieuonvriendelijk gebouwd. Wereldwijd is bijvoorbeeld schaarste aan zand ontstaan. ‘Het is roofbouw.’

Schreven heeft jarenlang in die traditionele bouw gewerkt. In maart 2013 begon hij, zonder subsidie, een ecologisch bouwbedrijf, ECO+BOUW. ‘Wij gebruiken hout, bamboe, hennep, vlas, wol en kurk als bouwmaterialen. Dat zijn gewassen die teruggroeien als ze geoogst zijn, en waarvan je prima bouwmateriaal kunt maken.

‘Er zijn genoeg productiebossen in de Europese Unie en door de Europese Green Deal worden dat er alleen maar meer. Ook nu al wordt meer bos aangeplant dan gekapt.’ Bomen nemen CO2 op; die CO2 blijft in het hout bewaard en wordt dus niet uitgestoten, zoals bij traditionele bouw wel gebeurt. ‘In een huis met natuurlijk materiaal is tot wel 40 ton CO2 opgeslagen, in plaats van dat het wordt uitgestoten.

‘De onderdelen van het huis worden in de fabriek gemaakt, zodat het op locatie alleen nog maar in elkaar hoeft te worden gezet. Dat scheelt transport en dus CO2-uitstoot. Daarnaast is ook het wonen in een huis van natuurlijk materiaal gezonder. De luchtvochtigheid en temperatuur zijn constanter, doordat het met natuurlijke materialen nooit te vochtig is. Hierdoor hoef je minder te ventileren en bespaar je energie. Mensen met luchtwegproblemen merken het verschil meteen.

‘Vanaf dag één maken we winst en onze omzet groeit. Ik moest al vrij snel personeel aannemen. We zijn nu nog 5 tot 10 procent duurder dan de traditionele bouw, maar mensen kiezen bewust voor ons. Het geitenwollensokkenimago is er wel af. Wij laten zien dat ook wij hip, strak en modern kunnen bouwen. We bouwen voornamelijk huizen voor particulieren. Daarnaast zijn we aannemer voor de eerste particuliere woningbouwcoöperatie en we bouwen 36 socialehuurwoningen voor ecodorp Boekel.’

Foto: Guido Benschop

Water en energie besparen bij douchen

Eric van Duin (41) van Hamwells ­maken duurzame douches

Foto: Guido Benschop

Hamwells levert douches die zuiniger zijn met warmte en water. Productontwikkelaar Jos den Besten (49) trapt af: ‘In een modern huis maakt warm water ongeveer de helft uit van je totale energieverbruik.’ Mede-oprichter Van Duin: ‘Douchen kost evenveel energie als het gebruik van een achtpits elektrische kookplaat.

‘Sinds de jaren vijftig zijn er veel ideeën geweest om het energie- en watergebruik terug te dringen, maar die hadden geen succes. Wij hebben in 2017 ons eerste product in de markt gezet: de HomeSpa, vanaf 5.000 euro. Een wellnessdouche. Het water dat je gebruikt, wordt meteen gezuiverd en komt aangevuld met nieuw water weer uit de grote regendouchekop. Daarnaast hangt een gewone douchekop waar alleen nieuw water uitkomt.’ Den Besten: ‘Het is een luxeproduct, voor mensen die lang douchen, maar dat klimaatvriendelijk willen doen. Maar voor velen is je douchewater hergebruiken nog een brug te ver. Zij vinden het vies.’

Van Duin: ‘Daarom hebben we vorig jaar een tweede systeem ontwikkeld, voornamelijk voor de zakelijke markt, zoals woningbouwverenigingen. Deze douche hergebruikt niet het water, maar de warmte van het water. Die warmte wordt omgezet in energie, waarmee de nieuwe watertoevoer wordt verwarmd. Deze douche kost 3.000 euro, maar dat verdien je weer terug doordat je 40 procent minder energie gebruikt.’

Van Duin: ‘Woningcorporaties, bouwers en ingenieurs willen consistentie en gedegenheid. Wij zijn ons nog aan het bewijzen.’ Den Besten: ‘Daarbij komt dat de warmtepomp veel bekender is en er wordt subsidie voor gegeven. Voor ons efficiëntere systeem is minder subsidie.’

Van Duin: ‘Maar we klagen niet. Tot nu toe hebben we meer dan vierhonderd douches geleverd. We draaien nu nog break-even. Maar we leveren dit jaar 750 douches aan woningcorporaties en bouwers. Daarmee behalen we 2 miljoen euro omzet.’

Boeren met minder dieren

Annette Harberink (41) van boerderij Keizersrande boert biologisch

Annette Harberink en haar team runnen een biologisch dynamische melkveeboerderij. Zij streven naar een zogeheten gesloten kringloop: het voedsel voor de koeien komt van eigen land, en de bemesting komt van de koeien, dus niet van kunstmest.

De 135 hectare grond van boerderij Keizersrande ligt ingeklemd tussen Deventer en het dorp Diepenveen, de IJssel en diverse natuurgebieden. Het stuk grond was gewild: de provincie Overijssel wilde er natuurgebied van maken, de gemeente wilde er een soort park. Met deze boerderij is er een vorm van consensus bereikt.

‘Met Rijkswaterstaat heb ik afspraken gemaakt over het waterbeheer. Zo verwijder ik de begroeiing langs de geulen. Met de provincie heb ik een natuurplan opgesteld. Ik ben verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan; ik snoei bijvoorbeeld de hagen. En ik zorg voor publieke wandelpaden, anders een taak van de gemeente. Alleen voor dit laatste krijg ik niet betaald, voor de rest van de werkzaamheden wel. Daarbij fungeer ik als een soort aannemer.

‘Maar ik ben vooral boerin. Driekwart van de inkomsten komt uit melk en vlees. Ik heb zeventig melkkoeien en vijftig kippen. De haantjes houd ik voor het vlees.

‘Ik merk dat boeren nieuwsgierig zijn naar het concept van deze boerderij. Die anonieme bulkproductie in de agrarische sector is een doodlopende weg. Dat werkt niet meer. Maar hoe wij hier boeren, met de extra werkzaamheden die wij doen voor onder meer het Rijk, dat is een unieke situatie. Boeren kunnen wel overstappen op biologische landbouw. Je gaat er financieel niet op achteruit. Sterker nog, ik krijg bijna twee keer zoveel voor mijn melk als een gewone boer, omdat mijn melk biologisch is. Ik kan dus evenveel verdienen met minder koeien.

‘Bovendien heb ik minder kosten doordat ik geen voer hoef te kopen. Ten slotte zijn de maatschappelijke kosten lager. Koeien die grassen eten, stoten minder CO2 uit, en de kosten voor drinkwaterzuivering dalen.’

Foto: Guido Benschop

Betaalbare bloemen zonder kunstmest

Toma van den Bosch (46) heeft een biologische bloemisterij

‘Wist je dat je een bos bloemen eigenlijk niet eens bij het gft (groente-, fruit- en tuinafval) mag doen? Zoveel gifstoffen zitten erop,’ zegt bloemist Toma van den Bosch.

‘Mijn opa was bloembollenteler en mijn moeder had jarenlang haar eigen biobloemisterij. Toen ik een paar jaar geleden mijn baan in de zorg verloor, wilde ik ook iets met bloemen gaan doen. Ik heb een vakopleiding voor bloemisten gevolgd en heb onderzocht of ik een biobloemenservice kon opzetten in mijn eigen regio, Hilversum. Het was niet makkelijk, maar het is me gelukt.

‘Er is vraag genoeg naar lokaal, duurzaam en biologisch geteelde bloemen, alleen zijn die er bijna niet. In Nederland is maar 0,07 procent van het grondoppervlak voor bloemen biologisch. Wie biologisch kweekt, gebruikt geen gifstoffen en kunstmest, de bloemen staan in volle grond, je wisselt bloemsoorten af en gaat bewust om met water.

‘In het begin moest ik de bloemen echt verzamelen op verschillende plaatsen, omdat er niet genoeg was. Nu heb ik, samen met kippenhouder Eva Vos (zie ‘Een natuurlijke kringloop met kippen’), een tuinder en een bloemenkweker een stuk land gepacht. Het is een paradijsje voor insecten en vogels.

‘Bij de vaste klanten haal ik de uitgebloeide bloemen weer op en breng die naar de composthoop. Die compost gebruiken we, samen met de kippenmest, als natuurlijke bemesting van de grond. In de wintermaanden zijn er geen biologische bloemen. Dan koop ik bloemen in bij de groothandel met een duurzaam keurmerk en vul ik het boeket aan met takken en grassen van het seizoen.

‘Ik geloof in lokale ondernemingen. Die grootschalige teelt, import en export zijn niet nodig en niet goed voor het milieu. Ik heb een aantal grote klanten, zoals een gemeente, maar bij de meeste bedrijven moet de omslag nog komen. Mijn boeketten zijn niet veel duurder dan reguliere boeketten, dus het kan.’

Foto: Guido Benschop

Een natuurlijke kringloop met kippen

Eva Vos (25) van KipEigen heeft een soort mobiele kippenboerderij

‘Ik heb 150 kippen en twee hanen. In maart komen er vijftig hennen en vijftig haantjes bij,’ zegt Eva Vos van KipEigen, een soort mobiele kippenboerderij.

‘Ik heb dierwetenschappen gestudeerd aan Wageningen University, maar daarbij ging het vooral over de intensieve veehouderij. Daar heb ik bedenkingen bij. Daarom ben ik een master agro-ecologie gaan doen, over een systeem om voedsel te ­produceren waarbij je samenwerkt met de natuur.

‘Het bedenken en ontwerpen van dit soort systemen vind ik erg leuk om te doen. Dus in 2018 ben ik mijn eigen bedrijf begonnen: Agroecologisch ontwerp & advies. Maar ik vond dat ik eerst zelf ervaring moest opdoen, voordat ik anderen advies kon gaan geven. En dat is KipEigen geworden: kippen inzetten om een gesloten kringloop te krijgen.

‘Mijn kippen scharrelen onder fruitbomen of tussen de groentebedden. Ze bemesten de grond, eten groente- en fruitresten, gras, onkruid en insecten. Op die manier heb je geen bestrijdingsmiddelen of kunstmest nodig. Als de oogst is geweest, eten ze de resten op en maken de bodem zo klaar voor de nieuwe aanplant. Als je de kippen vaak genoeg verplaatst, halen ze er precies uit wat nodig is, zonder dat ze de bodem beschadigen.

‘Nu staan de kippen tijdelijk in een kas, waar ze de grond “schoonmaken”, maar komende maand gaan ze weer terug naar de grond die ik pacht samen met onder anderen een groenteteler en bloemist Toma van den Bosch.’ (zie ‘Betaalbare bloemen zonder kunstmest’)

‘Mijn inkomsten haal ik uit de eieren en het vlees. Mensen kunnen eieraandelen kopen. Dan word je mede-eigenaar van de kippen en kun je elke week een doosje eieren komen halen. Ook kun je een haantje adopteren. Bij achttien weken worden ze geslacht en krijg je het vlees. De inkomsten investeer ik weer in het bedrijf. Er valt nog wel wat te automatiseren.’

Foto: Guido Benschop