‘We moeten box 3 maar eens noemen wat het werkelijk is: diefstal’

Box 3 wordt steeds ingewikkelder. Illustratie: iStock

Geen compensatie, wel een stuk ingewikkelder, met kleine kans op lagere belastingtarieven voor gepensioneerden met spaargeld.

Misschien moeten we box 3 gewoon maar eens gaan noemen wat het werkelijk is: diefstal.’ Cor Overduin (58) is belastingadviseur bij Grant Thornton en betrokken bij tal van rechtszaken over de vermogensrendementsheffing, de belasting over spaargeld en beleggingen. ‘Het blijft me verbazen dat zowel de Hoge Raad als het ­parlement met juridische kronkel­redeneringen in een grote boog om deze fiscale etterpuist heen blijft lopen.’

Het meest recente voorbeeld komt van staatssecretaris van Financiën Hans Vijlbrief (D66). Die liet half oktober namens het kabinet weten dat spaarders geen compensatie krijgen voor de box 3-belasting over de jaren 2013 tot en met 2016. Met een opmerkelijke motivatie, zo blijkt uit stukken die door het ministerie naar de Tweede Kamer zijn gestuurd: spaarders konden in 2016 bij onder meer de Anadolu Bank en de Yapi Kredi Bank 1,2 procent of meer rente krijgen op een eenjarige termijndeposito.

Belastingdienst neemt hap uit spaargeld

Dat Turkse banken de Nederlandse overheid ervoor behoeden dat zij financiële compensatie moet uitkeren, zit als volgt. Tot en met 2016 betaalden spaarders effectief 1,2 procent belasting over hun spaargeld (een tarief van 30 procent over een fictieve spaarrente van 4 procent). Maar sinds de eurocrisis krijgen spaarders een steeds lager rentepercentage van hun bank. Dat leidde tot duizenden rechtszaken.

De Hoge Raad oordeelde uiteindelijk dat box 3 mogelijk een schending kan zijn van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Tenminste als spaarders minder dan 1,2 procent rente ontvangen. De Belastingdienst roomt dan alle inkomsten af en neemt ook een hap uit het spaargeld, en dat heeft trekken van onteigening.

 Misschien moeten we box 3 gewoon maar eens gaan noemen wat het werkelijk is: diefstal.

Het Centraal Planbureau (CPB) moest daarop van het kabinet uitzoeken of spaarders zonder veel risico 1,2 procent rendement zouden kunnen halen. Dus deed het planbureau onderzoek naar haalbare rentes op spaarrekeningen, deposito’s en veilige staatsleningen.

Rente bij de grootbanken was een half procent

‘Maar het CPB verschool zich behendig achter een niet concreet geformuleerde toets,’ zegt Overduin. ‘Ging het nou om het rendement per categorie, of om het gemiddelde rendement over alle drie de categorieën?’ Het planbureau trok geen duidelijke conclusie, maar presenteerde allerlei varianten. En daarin winkelt de staatssecretaris selectief, om onder die compensatie uit te komen.

Overduin: ‘De minister gaat volledig voorbij aan het feit dat die hoge rente nooit voor iedereen kan gelden. Kleinere prijsvechtende banken kunnen natuurlijk nooit honderden miljarden spaargeld verwerken.’ Bij ING, ABN AMRO en Rabobank was de rente voor een dagelijks opvraagbare spaarrekening in 2016 0,5 procent, en de rente was nog lager voor de eenjarige termijndeposito.

Op andere kritiek van de Hoge Raad heeft het kabinet gereageerd door per 2017 in box 3 een schijventarief in te voeren. Daardoor sluit de belasting volgens het kabinet beter aan op het werkelijk te behalen rendement.

‘Niet normaal, toch!’

Rechtszaken over 2017 en de jaren erna lopen nog. En om het juridische risico voor de staat nog verder te beperken, gaat in 2021 de vrijstelling in box 3 omhoog naar 50.000 euro per persoon (2020: 31.340 euro). Daardoor betalen 870.000 mensen geen vermogensrendementsheffing meer.

Maar het kabinet wil de jaarlijkse box 3-inkomsten van ongeveer 4 miljard euro op peil houden. Voor vermogens van meer dan 220.000 euro, gaat de belasting omhoog. En dat levert al snel belastingtarieven op van 300 tot meer dan 1.000 procent. Overduin: ‘Niet normaal toch!’

De vrijstelling in box 3 is gekoppeld aan een belangrijke grens voor onder meer toeslagen en bijdragen aan de zorg. Wie meer vermogen heeft dan de vrijstelling in box 3 (31.340), krijgt minder of geen toeslag voor bijvoorbeeld kinderopvang. Maar wanneer ook hiervoor de grens omhoog zou gaan naar 50.000 euro, dan kost dat de overheid 150 miljoen euro extra per jaar aan toeslagen en andere regelingen.

Box 3 steeds ingewikkelder

Te duur, vindt het kabinet. Daarom geeft de Belastingdienst per 2021 een ‘beschikking bedrag rendementsgrondslag’ af aan zo’n 870.000 belastingplichtigen – de groep met minder dan 50.000 euro vermogen, maar meer dan de huidige vrijstelling van 31.340 euro.

Deze groep moet aangifte van het vermogen doen, anders kan de Belastingdienst de toeslagen niet correct vaststellen. De Tweede Kamer is echter doodsbenauwd dat spaarders uit deze categorie denken dat ze onder de nieuwe vrijstelling vallen en geen aangifte hoeven te doen, met als risico dat ze later de toeslagen moeten terugbetalen.

 Het CPB verschool zich behendig achter een niet concreet geformuleerde toets

Overduin noemt het bespottelijk dat de Tweede Kamer wel akkoord gaat met deze nieuw op te tuigen beschikkingsmolen, maar weigert om de box 3-belasting rechtvaardiger te maken. ‘Het budgettair belang is dus echt het enige wat telt,’ zegt Overduin, die uitlegt dat het wetstechnisch niet zo moeilijk is om de box 3-heffing te laten aansluiten op de werkelijke rente-inkomsten.

Het kabinet beperkt zich voorlopig tot gepensioneerden. Het doet onderzoek naar een vrijstelling voor spaargeld dat dient ter pensioenaanvulling – vaak het geval bij oud-ondernemers. De vrijstelling is er op zijn vroegst per 2022.