Beleggers voeren de druk op de olie- en gassector op: vergroenen is het parool. Maar de realiteit is dat we fossiele brandstoffen nog wel even nodig hebben, schrijft Marijn Jongsma.
De actiegroep Follow This heeft olieconcern Shell al vijf jaar op de korrel, en probeert grote beleggers achter zijn ideaal te krijgen. Afscheid van olie en gas, meer investeren in duurzame energie. Dit protest begon als rumoer in de marge, maar begint nu serieus te worden. Afgelopen dinsdag 18 mei kreeg een motie op de algemene aandeelhoudersvergadering 30 procent van de stemmen.
Voor iedereen die een heldere duiding van het laatste nieuws zoekt is er EW. EW laat de feiten spreken. Scherp, kritisch, maar altijd positief. Al sinds het eerste nummer verscheen op 27 oktober 1945.
Klimaatneutraal in 2050: wat te doen?
In dezelfde week presenteerde het Internationaal Energie Agentschap (IEA) op verzoek van de Britse regering (in november organisator van de klimaattop in Glasgow) een doorrekening. Wat moet er gebeuren als de wereld in 2050 per saldo geen gram van het broeikasgas CO2 meer wil uitstoten, opdat de opwarming van de aarde beperkt blijft tot 1,5 graad Celsius? Het rapport Net Zero by 2050 bevat aanbevelingen waarmee de top in Glasgow op scherp kan worden gezet.
Dat die aanbevelingen stevig zijn, is niet zo verwonderlijk. Het rapport is de uitwerking van een doel dat ook IEA-baas Fatih Birol als behoorlijk ambitieus beschouwt. Wat moet er gebeuren om binnen dertig jaar klimaatneutraal te zijn? Een greep uit de voorstellen. De ontwikkeling van nieuwe kolenmijnen plus olie- en gasvelden moet direct stoppen. Nieuwe kolencentrales mogen alleen worden gebouwd als de vrijkomende CO2 wordt opgevangen. In 2030 moet 60 procent van alle verkochte auto’s elektrisch zijn. In 2035 worden auto’s met een verbrandingsmotor niet meer aangeboden.
Een voorschot op nieuwe technologie
Zowel vaker het geval is met rapporten: ze gaan een eigen leven leiden. In dit geval werd de conclusie verengd tot de boodschap dat bedrijven als Shell geen cent meer in de ontwikkeling van nieuwe olie- en gasvelden moeten steken. ABN AMRO-econoom Hans van Cleef, gespecialiseerd in de energiemarkt, laat weten dat het door het IEA geschetste pad sterk leunt ‘op technologieën die nog niet bestaan, of nog in de kinderschoenen staan, zoals groene waterstof en opvang van CO2’.
Het signaal van het energieagentschap is volgens Van Cleef dan ook eerder bedoeld als wake-upcall voor politici: ‘Werk samen, ook qua financiering. Want de opwarming is een mondiaal probleem. Er moet gigaveel geld richting de energietransitie.’
De energietransitie: een complexe overgang
Een bekende redenering is: we moeten ergens beginnen. Bijvoorbeeld bij herkenbare olie- en gasreuzen als Shell. Als die nou maar veel geld steken in windmolens en zonneparken in plaats van olie- en gasvelden, dan schiet het lekker op. Dat klinkt logisch. Maar het probleem is dat fossiele brandstoffen de komende jaren onmisbaar zijn voor de energievoorziening, om enorme prijsschokken en leveringsproblemen te voorkomen. Zonder de exploitatie van nieuwe velden kan de energiezekerheid in gevaar komen, tenzij de vraag naar gas en olie fors daalt.
Van Cleef wijst erop dat nog geen 1 procent van alle auto’s wereldwijd elektrisch is. Een verveelvoudiging daarvan stuit weer op tekorten aan grondstoffen als lithium, kobalt en nikkel, die nodig zijn voor de accu’s. ‘En dan hebben we het nog niet eens gehad over de luchtvaart en de scheepvaart. Het rapport van de IEA is een eyeopener: het laat zien hoe complex de energietransitie is.’
De macht van beleggers
Terug naar de beleggers. Een deel daarvan lijkt de (eenzijdige) populaire interpretatie van het IEA-rapport te ondersteunen. Vermogensbeheerders en grote institutionele beleggers als pensioenfondsen en verzekeraars profileren zichzelf in toenemende mate als ‘groen’. Stel dat een meerderheid van de aandeelhouders afdwingt dat beursgenoteerde oil majors zich versneld terugtrekken uit fossiele energie, terwijl de vraag vooralsnog op peil blijft. Dan is de kans groot dat niet-beursgenoteerde (staats)maatschappijen in dat gat stappen, analyseert Van Cleef. ‘En die gaan minder zorgvuldig om met het milieu.’
Lees ook: Raken we ooit van aardgas los?
Hier doemt de kloof tussen public relations en werkelijkheid op. Er zijn zelfs ‘donkergroene’ beleggers die helemaal niet meer beleggen in bedrijven als Shell. Dat is hun goed recht, maar dat wil niet zeggen dat er dan geen olie meer wordt opgepompt. Het idee is natuurlijk dat groen beleggen de overgang naar een duurzame economie versnelt. En natuurlijk, hoe meer geld er beschikbaar komt voor groene projecten, hoe harder het gaat.
Hoeveel geld is er nodig?
De onderzoeksbureaus Kalavasta en Berenschot (in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat) schreven afgelopen februari een essay over de financiering van de energietransitie. Naast de gebruikelijke vervangingsinvesteringen moet er volgens de auteurs tussen 2020 en 2050 voor 330 miljard euro extra worden uitgegeven om Nederland in 2050 klimaatneutraal te laten zijn. Voor naar schatting 155 tot 175 miljard euro daarvan, dus ruwweg de helft van het benodigde bedrag, is volgens de onderzoekers geen financiering beschikbaar. De redenen liggen voor de hand: te veel risico, te weinig rendement.
Lees meer over energietransitie: In de woestijn is de stroom al bijna gratis
Het uiteindelijke tekort aan financiering hangt natuurlijk mede af van het kostenniveau van duurzame energie. Feit is dat de prijsdaling van wind en zonne-energie de afgelopen jaren de verwachtingen heeft overtroffen. Bij nieuwe technologieën kan zich hetzelfde scenario voordoen. Een beetje optimisme mag dus best. Maar de energietransitie wordt niet vergemakkelijkt als beleggers bedrijven als Shell onder druk zetten, en tegelijkertijd de hand op de knip houden waar het gaat om grote groene projecten die de vraag naar olie en gas moeten verminderen.