De juridische basis onder eHerkenning – het digitale inlogmiddel van de Belastingdienst voor bedrijven – ontbreekt, zegt de rechter. Het kabinet heeft er daardoor een nieuw fiscaal probleem bij, schrijft Jeroen van Wensen.
Een bedrijf uit het Gooi dat vond dat het niet kon worden gedwongen om eHerkenning aan te schaffen, kreeg deze maand gelijk van de rechter. Die zette ook meteen een streep door een naheffingsaanslag van 1.000 euro die de Belastingdienst het bedrijf om die redenhad opgelegd.
DigiD voor bedrijven nodig voor inloggen bij Belastingdienst
Bedrijven moeten sinds lange tijd digitaal belastingaangifte doen. En sinds januari 2020 moeten ze, om in te kunnen loggen op de website van de Belastingdienst, ook beschikken over eHerkenning. Dat is te vergelijken met DigiD voor de burger. Maar waar DigiD gratis is, moeten bedrijven eHerkenning aanschaffen bij een van de zes commerciële leveranciers. Telecombedrijf KPN is er één van, prijzen beginnen bij iets meer dan 40 euro per jaar.
Al bij de invoering rezen er twijfels over de rechtmatigheid van eHerkenning. Want waar staat in de wet dat bedrijven eerst moeten betalen, om daarna belasting te mogen afdragen?
Het kabinet-Rutte III kwam nooit met overtuigende argumenten. En nu oordeelt ook de rechter dat de wettelijke basis onder eHerkenning ontbreekt. Die komt er pas als de Wet digitale overheid is ingevoerd, maar de invoering daarvan is vertraagd.
Dus hoe nu verder? Marnix van Rij, de CDA-staatssecretaris van Financiën, mag een list bedenken.