Bakkie troost of macchiato? Hoe de Nederlandse koffiegewoontes veranderen

Er zijn maar weinig Nederlanders die géén koffie drinken. Tweederde drinkt dagelijks koffie, vaak drie of vier koppen per dag, blijkt uit het Nationaal Koffie en Thee Onderzoek. Met incidentele drinkers erbij loopt dat op naar 79 procent. Alleen kraanwater is populairder.

Maar hóe drink je koffie? Dat is nogal veranderd de afgelopen jaren. Traditioneel is Nederland een land van slobberkoffie. Grote bakken, in grote hoeveelheden tegelijk gezet, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de kleine kopjes espresso in Italië. Maar de grote potten filterkoffie die voor het hele (grote) gezin werden ­gezet, en voor bezoek dat kwam aanwaaien, zijn op hun retour. Op het aanrecht verschenen espresso-, Senseo- en Nespresso-apparaten. De zwarte koffie verliest terrein aan nieuwe trends als latte macchiato en ijskoffie.

Toch is filterkoffie verre van verslagen. Het is nog altijd de meest gedronken koffie, gevolgd door koffie uit filterpadmachines en espresso-apparatenkoffie. Je zou kunnen zeggen dat de koffiemarkt bezig is zich te splitsen.

Aan de ene kant ontstaan steeds grotere koffieplantages en koffieconcerns, zoals Nestlé, met als verdienmodel: massa is kassa. Ook Douwe Egberts werd door nieuwe eigenaren samengevoegd met andere koffieketens en is uitgegroeid tot het tweede koffieconcern ter wereld, met het hoofdkantoor in Amsterdam.

Maar steeds meer ondernemers overtuigen mensen ervan om meer te betalen voor gemak, kwaliteit, koffie to go, drinken met vrienden in een ‘koffiehuis’ of voor eerlijkere koffie. Op deze pagina’s de mensen die proberen u nét iets meer te laten uitgeven aan het dagelijkse koffieritueel dan strikt noodzakelijk.