Wat merken wij van de haperende Chinese economie?

Foto: AFP

Na jaren van spectaculaire groei, begint de Chinese economie serieus te haperen. Wat gaat Nederland daarvan merken? Drie thema’s uitgelicht: inflatie, industrie, en geopolitieke instabiliteit.

De Chinese economie groeide in het tweede kwartaal met 0,8 procent. Dat is beter dan Nederland (waar de economie 0,3 procent kromp) maar minder dan de Verenigde Staten. Vooral dat laatste is saillant, omdat China de afgelopen jaren met hoge groeicijfers juist op koers leek te liggen om de Verenigde Staten in te halen als grootste economie. Maar de afgelopen maanden liepen de Amerikanen dus juist iets uit op China. Is dat een goed teken of een slecht teken voor de rest van de wereld?

Lees hieronder verder

De procentuele groei van het Bruto Binnenlands Product van China vanaf 2014. Bron: Wereldbank

Chinese economie heeft impact op inflatie hier

Europa en Amerika gaan al ruim een jaar gebukt onder hoge inflatie. Een afkoelende Chinese economie zou voor die inflatie goed nieuws kunnen betekenen. China is de afgelopen decennia uitgegroeid tot export-powerhouse. Met veel goedkope arbeid en steeds meer industrie, kon het goedkoop produceren, waarvan ook westerse consumenten gretig profiteerden. Of het nou prullaria zijn, iPhones of elektrische auto’s.

Maar China heeft de afgelopen jaren zoveel fabrieken bijgebouwd dat een kwart van alle capaciteit nu niet wordt gebruikt. Dat betekent dat de industrie er veel aan gelegen is om tegen elke prijs producten af te zetten, om het eigen personeel en de eigen machines maar aan de praat te houden. Gevolg is dat de prijzen dalen. Een effect dat nog eens extra wordt aangewakkerd doordat veel afnemers (zoals Europa) er zelf ook belabberd voor staan en dus niet veel willen afnemen. De producentenprijzen in China daalden dan ook met 4,4 procent in juli en de export daalde met 9,2 procent.

Goed nieuws dus voor Nederlandse consumenten. De steeds goedkopere spullen uit China zijn gunstig voor de koopkracht. Wat ook nog eens helpt: een kwakkelend China koopt minder grondstoffen en vloeibaar aardgas. Begin dit jaar werd nog gevreesd dat de gasprijzen in Europa hard zouden oplopen als China ook weer volop vloeibaar aardgas zou willen kopen. Dat valt tot nu toe alleszins mee.

Chinese economie steeds meer aangejaagd door industriesubsidies

Waar consumenten kunnen profiteren van een stilvallend China, kan dat voor de industrie in met name Europa wel eens heel anders uitpakken. De energieprijzen zijn hier relatief hoog doordat de energiebanden met grootleverancier Rusland (olie, gas) zijn doorgesneden. Dat maakt produceren hier relatief duur, terwijl de concurrentie uit China de prijzen op dit moment juist verlaagt.

Elke keer dat de Chinese groei tegenvalt, kiest het voor vrijwel dezelfde remedie: extra investeren in meer nieuwbouw en meer nieuwe fabrieken. Zo wordt de druk op westerse industrieën alleen maar groter. Geen wonder dat de Amerikaanse president Joe Biden de ‘handelsoorlog’ van zijn tegenpool en voorganger Donald Trump heeft doorgezet.

Ook Europa begint nu de pijn te voelen van deze Chinese groeistrategie. China exporteerde in de eerste zeven maanden van dit jaar liefst 278.000 auto’s, 74 procent meer dan een jaar eerder. Zeker de opkomst van elektrische auto’s uit China zet de industrie hier onder druk.

Chinese economie heeft geopolitieke dimensie

Na gruwelijke episodes als de Culturele Revolutie en het neerslaan van de opstand op het Plein van de Hemelse Vrede, heeft de Chinese Communistische Partij de afgelopen jaren veel legitimiteit ontleend aan de snelle economische groei. Veel mensen kregen het beter en waarom zou je dan klagen? Zeker als je weet dat de overheid repressief is.

Maar nu de groei hapert, wordt het lastig om dat vooruitgangsgeloof bij de eigen burgers te laten voortbestaan. De jeugdwerkloosheid bedroeg in de eerste helft van het jaar 21,3 procent, een percentage grofweg gelijk aan dat van Griekenland. Eén op de vijf jonge Chinezen is dus werkloos. Welk perspectief is er voor hen? Diverse China-watchers zagen het als een veeg teken dat China bij de werkloosheidscijfers over juli opeens geen cijfers over de jeugdwerkloosheid meer presenteerde.

Vaak wordt gezegd dat landen die kampen met binnenlandse problemen, de aandacht proberen af te leiden door een extern conflict op te zoeken. In het Westen groeit dan ook de vrees
dat China de kwestie rond Taiwan steeds hoger wil laten oplopen. Dat zou niet alleen funest zijn voor de hightech-chipindustrie, waarvan Taiwan het hart is. Het zou na de Russische inval in Oekraïne ook symbool staan voor de strijd tussen de vrije en de onvrije wereld.