Wat is de armoedegrens? In 2017 had een alleenstaande volgens het ‘niet-veel-maar-toereikend-criterium’ een inkomen nodig van 1.135 euro netto per maand om te kunnen rondkomen. Wie minder heeft, telt als arm.
In 2023 ligt deze ondergrens 400 euro hoger: 1.533 euro netto per maand. Vooral de laatste jaren steeg het minimaal toereikende inkomen hard, als gevolg van de hoge inflatie én de flink toegenomen welvaart.
Als huishoudens meer uitgeven – en dat doen ze sinds 2017 massaal – dan stijgt de welvaart. Stel dat gezond voedsel opeens populair wordt, dan heeft dat gevolgen voor de statistieken: budgetvoorlichter Nibud neemt dan de hogere uitgaven voor gezond voedsel mee in het ‘basispakket’ (basisbehoeften als huisvesting, voeding en kleren). Daardoor komt de grens van een toereikend inkomen hoger te liggen. Het verklaart voor een deel de toenemende armoede.
Wat is de armoedgrens in Nederland?
Omdat de lonen niet volledig meestijgen, blijven de gekoppelde uitkeringen ook achter. Zodoende zakt een steeds grotere groep door de ondergrens en stijgt het aantal armen.
Het niet-veel-maar-toereikend-criterium wordt vastgesteld voor een alleenstaande. Het Nibud bepaalt de normhuur en berekent de benodigde uitgaven aan gas, water, licht. Het Nibud stelt ook budgetten vast voor kleren, persoonlijke verzorging, abonnementen, vervoer, vakantie en uitgaan, een nieuwe bank, enzovoort. Vervolgens berekent het Nibud aan de hand van zogeheten equivalentiefactoren hoeveel inkomen een stel nodig heeft, en hoe hoog de bedragen zijn als een gezin één of meer kinderen heeft.
Armoedegrens vaststellen: vermogen blijft buiten beeld
Armoede vaststellen gaat gepaard met het ontbreken van gegevens. Op de energietoelage na, ontbreken gemeentelijke tegemoetkomingen. Ook blijft het vermogen buiten beeld. De miljonair zonder inkomen kan tellen als arme.
Partijen als het Centraal Planbureau steken veel tijd in het verfijnen van de armoedestatistieken.