Is het dure onheil voor bezitters van plug-in-hybrides afgewend?

21 juni 2024Leestijd: 3 minuten
Een plug-in hybride aan de Amsterdamse gracht. Beeld:

Alles wees erop dat auto’s met een stekker én een brandstofmotor na dit jaar duizenden euro’s duurder worden. Maar het schrappen van fiscale voordelen lijkt deels van de baan.

Is de bezitter van een plug-in-hybride de automobilist van de toekomst, of een remmende factor op weg naar een wereld waarin elektrisch de norm is op de snelweg? Zijn het slimme rekenaars of typische twijfelaars?

Plug-in-hybrides – auto’s met zowel een brandstofmotor als een elektromotor met accupakket – hebben een diffuse positie in het wagenpark. Het autotype biedt rijders de keuze: of elektrisch rijden, of op diesel dan wel benzine, of allebei tegelijk. Het bereik van de elektromotor alleen is veel kleiner dan dat van volledig elektrische auto’s, maar omdat er ook een brandstofmotor onder de kap zit, is dat niet zo’n probleem. Wel stil rijden in de stad, geen laadpaalstress. En gecombineerd leveren de twee motoren extra veel vermogen.

Mooi optimum of juist een blok aan het been

Bezitters van de ruim 250.000 plug-in-hybrides op de Nederlandse wegen kozen bij aanschaf een hybride auto omdat die een mooi optimum kan zijn tussen gebruiksgemak en milieuvriendelijkheid.

Kan zijn, want of de hybride stekkerauto’s in de praktijk inderdaad het beste van twee werelden combineren, hangt af van de manier waarop het voertuig wordt gebruikt. Wie zijn auto elke dag (of nacht) thuis en op werk aan de laadpaal hangt, kan bijna volledige elektrisch forenzen. Maar wie niet telkens braaf oplaadt, en vooral benzine (of diesel) gebruikt, sleept voortdurend een zware accu mee die hij amper gebruikt, en belast het milieu (en zijn portemonnee) meer dan met een normale benzineauto.

 

De hybriderijder wachten dure tijden

Ook bij de Belastingdienst lijken ze niet goed te weten wat ze aan moeten met de plug-in-hybrides. Omdat hybride stekkerauto’s minder CO2 uitstoten – mits de rijder de elektromotor benut – vallen ze in een lager bpm-tarief, de belasting op personenauto’s en motorrijtuigen. Op papier is dat verschil in uitstoot inderdaad fors: de plug-in-hybrideversie van een BMW X5 stoot in theorie nog geen 20 gram CO2 per kilometer uit, de benzineversie gaat in de richting van het tienvoudige.

Maar de hybriderijder wachten dure tijden. De CO2-rekensom weerspiegelt een papieren werkelijkheid, vindt de Europese Unie, die in 2025 een nieuwe testmethode invoert om de uitstoot te meten. Die nieuwe toets pakt bijzonder ongunstig uit voor de hybriderijder. Bijgevolg zou na 2024 het belastingvoordeel op de aanschafprijs van hybride auto’s vervallen en kosten nieuwe plug-in-hybrides tot wel duizenden euro’s meer dan nu.

Succesje voor de autolobby

Autoverkopers zagen de bui al hangen, en vreesden dat de verkoop van nieuwe plug-in-hybrides flink zou afnemen. Dan weet je dat er een lobby op gang komt, en volgens Automotive Online heeft die een flink succes geboekt. De branche slaagde er volgens de website in de ophanden zijnde maatregelen ongedaan te maken.

Als die berichten kloppen, en het kabinet gaat door met de bestaande regels, dan gaat de prijsstijging dus niet door of worden ze later of gefaseerd doorgevoerd. Een opsteker voor wie de aanschaf van een nieuwe plug-in-hybride overweegt.

Maar niet alle onheil is afgewend. Want de bezitter van een auto met stekker én brandstofmotor kan nu nog rekenen op 50 procent korting op zijn wegenbelasting. In 2025 gaat die korting naar 25 procent, en een jaar later vervalt het voordeel helemaal. En aangezien de wegenbelasting is gebaseerd op het gewicht van de auto, wacht de eigenaar van de – gemiddeld erg zware – hybrideauto elk kwartaal een aanslag die zomaar 200 euro hoger kan zijn dan nu. Tenzij de lobby ook daar nog een stokje voor weet te steken.

Schrijf u in voor onze middagnieuwsbrief

Met de gratis nieuwsbrief EW middag wordt u dagelijks bijgepraat met commentaren en achtergronden bij de belangrijkste nieuwsverhalen.