Premium Lock Overheidsfinanciën staan er slechter voor dan gedacht

Beeld: Frank van Beek/ANP

De overheidsfinanciën staan er in aanloop naar Prinsjesdag 2024 slechter voor dan vaak gedacht. Politici moeten niet langer wegkijken en scherpere keuzes maken. Wie durft dat aan?

Af en toe is het in Den Haag ­nodig om een nachtje door te halen. Om een bank te redden, bijvoorbeeld. Of, zoals eind augustus, om een Rijksbegroting rond te krijgen. Het tot in detail dichtgetimmerde resultaat mag er zijn, benadrukte premier Dick Schoof. ‘Eentiende van 1 procent klinkt in koopkrachtplaatjes als niet-relevant, maar dat gaat gewoon om harde euro’s in de portemonnee van mensen.’ Het ‘koopkracht­fetisjisme’ dat toenmalig minister van ­Financiën Wopke Hoekstra (CDA) ten grave wilde dragen, lijkt weer springlevend.

De precieze invulling van de begroting is nog niet bekend, maar op het oog lijkt premier Schoof inderdaad tevreden te kunnen zijn. Het Centraal Planbureau (CPB) raamde in augustus al dat volgend jaar de eco­nomische groei stijgt naar 1,6 procent. En ook dat ­burgers meer geld te besteden zullen hebben (1,1 procent extra), het begrotingstekort binnen de perken blijft (2,6 procent) en de staatsschuld een buitengewoon respectabele 46,9 procent van de economie zal bedragen. Wat wil een mens nog meer?

Maar schijn bedriegt.

De economische tegenvallers zullen zich na Prinsjesdag opstapelen

De ambities van politici om problemen op te lossen, zijn enorm groot. Groter dan burgers en bedrijven kunnen dragen, maar ook groter dan het ambtenarenapparaat kan uitvoeren. Uit een analyse van EW blijkt dat de tegenvallers zich zullen opstapelen.

De CPB-ramingen voor de lange termijn zien er redelijk gunstig uit. Maar dat komt doordat die ramingen cruciale groeiposten als zorg en klimaat deels niet meenemen. Daarnaast is Nederland in slaap gesukkeld als het gaat om de bekostiging van de verzorgingsstaat. Grote delen daarvan hoefden door onder meer de aardgasbaten decennialang niet met belastinggeld te worden betaald, maar die tijd is voorbij. En dat terwijl de piek van de vergrijzing dichterbij komt. Ook heeft de groei van het aantal ­ouderen in Nederland grotere gevolgen voor de zorgkosten dan in veel andere landen.

Alle reden voor politici om paal en perk te stellen aan de groei van de overheidsuitgaven. Maar het blijft ijzingwekkend stil qua oplossingen. Welke problemen zijn er, en hoe zijn die op te lossen?

Financiën schrikt van onderhoudswerk. Beeld: Berlinda van Dam/ANP

Geen gasbaten of andere melkkoeien meer. We moeten meer betalen voor hetzelfde

Op 1 oktober – twee weken na Prinsjesdag – gaat de Groninger gaskraan definitief dicht. Hoewel de gaswinning in de praktijk al is gestopt, was die vorig jaar toch nog goed voor 3,8 miljard euro aan overheidsinkomsten, volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Dat de verzorgingsstaat deels met de opbrengsten van Gronings gas is betaald, is wel bekend. Volgens de Algemene ­Rekenkamer leverde de gaswinning tot 2022 in euro’s van nu liefst 454 miljard euro op. Maar niet alleen de aardgas­baten stutten de afgelopen decennia de verzorgingsstaat. De uitgaven en de belastingen waren nooit in balans.

In het verre verleden waren inkomsten uit de koloniën en de Marshallhulp cru­ciaal voor het bekostigen van de uitgaven die Den Haag deed. Afgelopen decennia dekten zaken als dividenduitkeringen van staatsbedrijven, geleend geld en aardgasbaten samen gemiddeld 18 procent van de overheidsuitgaven, blijkt uit een analyse van EW op basis van CPB-­cijfers. Voor elke 8 euro die burgers en bedrijven aan belasting betaalden, kregen Nederlanders 10 euro aan verzorgingsstaat terug.

Dit zou geen probleem hoeven te zijn, ware het niet dat de gaskraan inmiddels dicht is. Veel staatsbedrijven die dividend opbrachten, zijn verkocht met de privatiseringsgolf die de overheid in de jaren negentig ­inzette. Ook een overgebleven melkkoe als De Nederlandsche Bank, die tussen 1999 en 2021 16,2 miljard euro bijdroeg aan de staatskas, kan al jaren geen dividend meer uitkeren, doordat de bank grote financiële klappen heeft gekregen van het lage-rentebeleid van de Europese Centrale Bank. En Brussel ziet er streng op toe dat Nederland niet te veel op de pof leeft.

Doordat al die extra overheidsinkomsten wegvallen, neemt de belastingdruk al jaren toe – puur om het huidige uitgavenniveau te bekostigen. Dit jaar is bijna 9 euro belasting nodig om diezelfde 10 euro aan verzorgingsstaat te bekostigen.

Vaak wordt gedacht dat de groeiende belastingdruk een teken is van een groeiende overheid. Dat is dus niet zo. De omvang van de overheid als percentage van de economie is al lange tijd vrij stabiel, op periodes van economische malaise na, zoals de eurocrisis en corona. Van elke 100 euro die in Nederland wordt verdiend gaat dit jaar 44,40 euro door de handen van de overheid. Tegelijk is de belastingdruk dus wel toegenomen, tot 38,70 van elke verdiende 100 euro. En dan is ook nog de vraag of die overheidsuitgaven stabiel zullen blijven. De voortekenen wijzen op iets anders.

Grote klimaatambities, te weinig geld. Zorg? Hetzelfde verhaal

Premium Lock

Laden…

Premium Lock Word abonnee en lees direct verder

Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.

  • Bent u al abonnee, maar heeft u nog geen account? Maak die dan hier aan. Extra uitleg vindt u hier.

 

Premium Lock Verder lezen?

U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.

Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?

Bekijk abonnementen

Premium Lock Er ging iets fout
Premium Lock Uw sessie is verlopen

Wilt u opnieuw