Olieprijs onder 70 dollar. Waarom? En wat betekent het voor u?

11 september 2024Leestijd: 4 minuten
Olietanker op de Rotterdamse Maasvlakte. Beeld: Sandra Uittenbogaart/HH/ANP

De olieprijs is in september hard gedaald, tot onder de 70 dollar per vat. Eerder dit jaar schommelde de prijs rond de 80 of zelfs 90 dollar. Is dat voor burgers een onverwachtte meevaller na jaren van hoge inflatie? Of is het een slecht voorteken voor de stand van de economie?

Elke dag worden er zo’n 103 miljoen vaten olie uit de grond getrokken. Dat wordt niet alleen verwerkt tot benzine voor in auto’s, maar dient ook als grondstof voor het plastic speelgoed waar winkels mee volliggen, de bureaustoelen waar mensen op zitten en tal van farmaceutische producten. De prijs van olie sijpelt dus al snel door naar bijna alles wat consumenten kopen.

Hoge olieprijzen hebben economie geschaad

Zonder de gestegen olie- en gasprijzen rond de Russische invasie van Oekraïne in 2022, was de inflatiepiek waar veel mensen mee worstelden, ook veel minder dramatisch geweest. Dus wat zegt het dat de olieprijzen nu plotseling zo dalen?

Met name de Europese en de Chinese economie kwakkelen al een tijd. Hoge gasprijzen door het wegvallen van Russisch gas, tijstert de Europese industrie. China weet nog altijd niet te herstellen van de vastgoedzeepbel die een paar jaar geleden barstte. Door de hoge inflatie, hebben burgers in beide grote economieën bovendien minder te besteden.

Waarom dalen de prijzen nu opeens?

Je zou denken dat de industrie daardoor minder olie nodig heeft en burgers ook terughoudender zijn om de auto te pakken als de benzineprijs hoog is. In Nederland zit de benzineprijs al een tijd rond de 2 euro per liter. Die lagere vraag zou ook moeten leiden tot een lagere olieprijs.

Toch schommelde de olieprijs (Brent) twee jaar lang rond de 80, of zelfs 90 dollar per vat. Hoe kan dat? Niet alleen de vraag is de afgelopen jaren zwak geweest, maar ook de olieproductie. Oliekartel OPEC besloot, samen met Rusland, om de productie terug te schroeven. Zo haalden zij per dag zo’n 2 miljoen vaten per dag ‘van de markt’.

Er kan veel meer olie opgepompt worden

De prijs bleef daardoor hoog, maar toch stak het grote olieproducenten als Saudi-Arabië en Rusland dat zij niet vol kunnen produceren. Met een olieprijs van 80 dollar, laat je als kartel 160 miljoen dollar per dág liggen. De verleiding om stiekem toch meer olie op te pompen als de prijzen hoog zijn is groot, zeker voor de wat kleinere producenten.

In totaal laten OPEC en hun bondgenoten (zoals Rusland) nu zo’n 5,5 miljoen vaten aan productiecapaciteit liggen, schat het Internationaal Energieagentschap, de energiedenktank van rijke, olieslurpende landen die moet dienen als tegenhanger van OPEC.

Kartel kraakt

OPEC en Rusland zeggen de productieverlaging  van 2 miljoen vaten nog een paar maanden vol te gaan houden. Maar het ziet er naar uit dat oliehandelaren zich nu toch beginnen af te vragen of die relatief hoge olieprijzen nog vol te houden zijn, gezien de lage vraag in Europa en China. Zeker nu ook de Amerikaanse economie wat aan het afkoelen is.

En dus is er iets ‘geknakt’ in de oliemarkt. In een maand tijd daalde de olieprijs met ruim 13 procent. Of de prijs nog verder zakt, is uiteraard de vraag. Volgens de Amerikaanse zakenbank JP Morgan zou de prijs zelfs naar zo’n 60 dollar kunnen zakken.

Aan de andere kant blijven de geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten groot. Dat is niet alleen een belangrijke olieproducerende regio, maar is met de Perzische Golf en het Suez-kanaal ook een belangrijke doorvoerroute van olie, waar recent nog een olietanker werd getroffen door een raket.

Gaan de prijzen aan de pomp omlaag?

Toch zal het even duren voordat deze prijsdaling de Nederlandse consument gaat bereiken. De benzineprijs schommelt al een paar jaar rond de 2 euro per liter. Met een gemiddelde prijs van 1,92 euro nu, volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek, is deze nog niet spectaculair gedaald. Vaak duurt het ook een tijdje voordat de prijs van een vat ruwe olie, die eerst nog naar Rotterdam moet komen om geraffineerd te worden, om vervolgens naar een tankstation gebracht te worden, is terug te zien in de prijs. Daarnaast vloeit grofweg de helft van de benzineprijs in de schatkist in de vorm van accijns en btw.

Voor de consument is het de vraag of de lagere prijzen, als die er komen, gaan opwegen tegen de oorzaken van die lage olieprijs. Want een haperende industrie, die weinig olie vraagt, is geen goed voorteken.

Schrijf u in voor onze middagnieuwsbrief

Met de gratis nieuwsbrief EW middag wordt u dagelijks bijgepraat met commentaren en achtergronden bij de belangrijkste nieuwsverhalen.

Joris Heijn
Joris Heijn (1985) schrijft over economie, waaronder belastingen, het bedrijfsleven en familiebedrijven.
Lees meer
Joris Heijn