Low budget naar Bangkok: hoe Ryanair de nieuwe standaard wordt

Vliegen met Transavia wordt mogelijk goedkoper. Moederbedrijf Air France-KLM wil Transavia volgens bronnen van De Telegraaf omvormen tot een prijsstunter á la Ryanair. Dat past in een brede trend in de luchtvaartindustrie: Ryanair wordt snel de nieuwe standaard, binnenkort ook op vluchten naar Azië en Amerika. Al zin een hangplaats, iemand?

Wie een lowcost-vlucht met een maatschappij als Ryanair of Wizzair boekt, weet waar hij aan begint. Een retourtje kost misschien maar een paar tientjes, maar het is zaak om niet al te verbaasd op te kijken als het serviceniveau laag blijkt. Of als je toch nog flink wat extra geld kwijt bent omdat je vergeet van te voren online in te checken, of een te grote koffer meeneemt. Alles boven op de kale stoel kost extra: de standaard is geen eten, geen drinken, krappe beenruimte en weinig service.

Dat kan prima zijn voor een korte vlucht naar Duitsland, Italië heel misschien. Maar langer dan een uur of drie spartaans vliegen leek tot nu toe toch wel de limiet. Budgetvluchten bestonden tot nu toe vrijwel alleen op bestemmingen binnen Europa, maar daarin komt verandering.

Naar Bangkok

De Noorse lowcost-maatschappij Norwegian breidt zijn verre bestemmingen snel uit: sinds juli vliegt ze op Amerikaanse bestemmingen vanuit Londen, vanaf een euro of 200 per enkeltje en vanaf oktober wil Norwegian van Kopenhagen naar Bangkok vliegen. Het Duitse Lufthansa zal vanaf eind 2015 budgetvluchten naar Zuidoost-Azië aanbieden, onder de merknaam WINGS. Ryanair speelt al jaren met het idee om trans-Atlantische vluchten aan te bieden, maar heeft nog geen concrete plannen.

De maatschappijen hanteren de bekende trucs om de kosten laag te houden. Ze geven passagiers alleen te eten als die daarvoor extra betalen en zelfs dan geven ze niet al te veel. De stoelen staan dichter op elkaar, vaak mag alleen kleine handbagage mee zonder bijbetaling en er is geen vermaak aan boord. Ze hebben meestal geen business class, waardoor het aantal stewardessen omlaag kan.

Mislukt

Het is niet voor het eerst dat maatschappijen plannen hebben voor goedkoop vliegen over de oceaan of naar Azië: dat is al vaker geprobeerd, en mislukt. Niet alle maatschappijen zien dan ook heil in langeafstandsvluchten voor lage prijzen. Air France-KLM presenteert in september waarschijnlijk officieel de strategie voor Transavia. Daarin staan waarschijnlijk geen trans-Atlantische plannen, vooral omdat de vliegtuigen uit Transavia’s vloot (allemaal Boeing 737’s) niet ver genoeg kunnen vliegen.

‘Wij richten ons alleen op Europa, en enkele Noord-Afrikaanse bestemmingen,’ zegt woordvoerder Maureen Sluiter. EasyJet gaat voorlopig ook nog geen vluchten op verre bestemmingen aanbieden. ‘Dat past niet bij onze strategie,’ zei CEO Carolyn McCall in juli tegen Elsevier. Maar ook die maatschappijen zijn bezig de grenzen van budgetvliegen op te rekken. EasyJet vliegt op Egypte, Transavia sinds anderhalf jaar op Dubai: een reis van soms wel zeven uur, afhankelijk van de tegenwind.

Langeafstandsvluchten

Dat de maatschappijen het op langere afstanden proberen, heeft vooral te maken met het feit dat hun markten grotendeels verzadigd zijn. ‘Verdere groei binnen hun Europese markten wordt moeilijker, dus kijken lowcost-aanbieders nadrukkelijker naar langeafstandsvluchten,’ zegt Joost Zuidberg, luchtvaartonderzoeker bij SEO Economisch Onderzoek. ‘In het verleden strandden pogingen omdat lange afstanden veel complexiteitskosten met zich brengen. Denk aan het overnachten van personeel en het inzetten van verschillende vliegtuigtypen. In die randvoorwaarden is weinig veranderd, dus het blijft de vraag of nieuwe maatschappijen het nu wel rendabel zo goedkoop kunnen aanbieden.’

Toch zijn er dus steeds meer maatschappijen die dat proberen. Het scheelt dat het nieuwe toestel van Boeing, de 787 Dreamliner, zuiniger met brandstof is en langer in de lucht kan zijn dan eerdere vliegtuigen. Daardoor is het bruikbaarder voor lowcostmaatschappijen. Diverse budgetmaatschappijen kochten de laatste paar jaar zulke Dreamliners. Dat kan allicht wat schelen, maar ook andere maatschappijen kunnen daarvan profiteren.

Kosten besparen

De grotere trend is dat het onderscheid tussen lowcost en ‘normale’ vluchten lang zo groot niet meer is als het vroeger was. ‘Dat is echt niet meer zwart-wit,’ zegt Zuidberg. Onder druk van de concurrentie en prijsdruk, moesten grote maatschappijen de laatste jaren al flink op kosten besparen.

Bij KLM moeten veel passagiers sinds vorig jaar bijvoorbeeld extra betalen voor het inchecken van bagage – op z’n Ryanairs. Wie weleens met Delta of Continental naar de Verenigde Staten vliegt, weet dat op sommige van die vluchten het enige entertainment bestaat uit een schermpje boven het gangpad waarop een enkele film draait. Het eten is ook zelden super. Als vliegen toch al afzien is, kun je het misschien beter maar helemaal goedkoop doen. Zelf een paar bammetjes en wat te drinken mee, en met een iPad in de hand heb je geen ingebouwd entertainmentsysteem meer nodig.

Hangplaatsen

Vliegtuigbouwers zien eveneens brood in de groeiende vraag naar budgetvliegen. Airbus publiceerde in juli zelfs een patent op ‘hangplaatsen’: stoelen die wel wat lijken op een breed fietszadel. Passagiers kunnen daarop leunen tijdens de vlucht.

Die hangplaatsen zijn slechts een concept, en het is allerminst zeker dat passagiers straks massaal urenlang tegen een zadel aanleunen in het vliegtuig.

Ook zijn er nog wat veiligheidsbezwaren die overwonnen moeten worden voordat dit patent echt wordt toegepast. Maar dat één van de twee belangrijkste vliegtuigbouwers hier serieus mee bezig is, maakt wel duidelijk welke invloed prijsvechters hebben. Ryanair is een lichtend voorbeeld geworden voor de rest.