Als je mensen aanneemt die kleiner zijn dan jezelf, nemen die opvallend vaak ook kleine mensen aan, zodat je uitkomt op een organisatie van dwergen.
Een jonge directeur uit de reclamewereld had een afspraak met een gerenommeerde headhunter. In verband met de vertrouwelijkheid was de afspraak op het kantoor van laatstgenoemde.
Geen modern flatgebouw, maar een stijlvolle jarendertigvilla in Amsterdam- Zuid. Een imposante ruimte met hoge plafonds vormde het decor voor het interview. Een grote ronde tafel met acht Charles Eames-stoelen daaromheen en iets verder in de kamer een meters lang Vitra-dressoir, aan beide zijden geflankeerd door Pipistrello-designlampen.
‘Gaat u zitten. Een espresso met een glaasje water?’ vroeg de gastheer. Er volgde een geanimeerd gesprek over de positie die de headhunter in portefeuille had. De ervaring, diploma’s, behaalde resultaten uit het verleden en het aandeel van de kandidaat in de altijd collectieve prestatie passeerden de revue.
Umfeld
Na grofweg drie kwartier veranderde de executive searcher van tactiek. Niet de kandidaat zelf, maar zijn directe Umfeld was nu onderwerp van gesprek.
‘Bent u getrouwd?’ vroeg de headhunter. ‘Hoelang al?’
‘Ongeveer 20 jaar,’ antwoordde de kandidaat.
‘Dan kent uw partner u dus door en door,’ vervolgde de headhunter.
‘Stel dat ik uw partner zou bellen met de vraag wat uw meest bijzondere en onderscheidende eigenschap is, die niet op basis van uw curriculum vitae is te herleiden, wat zegt zij dan?’ De kandidaat viel even stil. Hij had zich zeer gedegen voorbereid, maar deze vraag kwam onverwacht.
‘Vraag het haar vanavond en mail me alsjeblieft haar antwoord,’ zei de headhunter, terwijl hij onverstoorbaar doorging met zijn vragenarsenaal.
‘Hoeveel mensen binnen uw eigen team heeft u de afgelopen jaren zelf aangenomen? En op welke terreinen waren ze imponerend beter dan u?’
Leercurve
Jaren daarvoor had de door de wol geverfde talentscout een gesprek gehad met reclamegoeroe David Ogilvy, die gedurende zijn carrière veel tijd besteedde aan talentmanagement.
Ogilvy was ervan overtuigd dat de echte talenten zich graag omringen met erg goede mensen. Enerzijds vanwege het voeden van hun eigen leercurve, anderzijds omdat toptalenten vaak geen moeite hebben om te erkennen dat ze per definitie ook hiaten en ontwikkelpunten hebben, die ze via anderen kunnen compenseren.
Volgens Ogilvy vertoont personeelsbeleid van leiders sterke overeenkomsten met de Russische baboesjkapoppetjes. Als je mensen aanneemt die kleiner zijn dan jezelf, nemen die opvallend vaak ook kleine mensen aan, zodat je uitkomt op een organisatie van dwergen.
Maar als je mensen durft aan te nemen die groter of beter zijn dan jezelf, dan krijg je een organisatie van reuzen.
Critici zullen zeggen dat er ook CEO’s zijn die wel getalenteerd zijn, maar die zich bewust omringen met zwakke broeders en zusters om weinig tegenspraak te krijgen. Dat klopt. Bijna altijd betreft dit de categorie zonnekoningen.
Jaknikkers
Als het er echt op aankomt, omringen zij zich het liefst met mensen die op het eerste gezicht best goed lijken, maar onder moeilijke omstandigheden toch jaknikkers of implementors blijken te zijn. Recente debacles bij Inholland, Ahold en Vestia tonen mijns inziens genoegzaam aan dat je deze groep CEO’s niet aan boord moet willen hebben, bij welk bedrijf dan ook.
De kandidaat lepelde betrekkelijk snel de sterkste competenties op van de door hem zelf ingehuurde nieuwe managers. ‘Wie is er echt beter dan u, en belangrijker, op welke terreinen zijn ze in staat om uw eigen zwaktes te compenseren?’ vervolgde de selecteur van toptalent.
De jonge directeur sputterde wat en deed een wanhopige poging om de gevraagde informatie op te lepelen.
De mensen die hij had aangenomen, waren op veel terreinen veelbelovend. Ze dachten hetzelfde over de meest cruciale thema’s binnen het bedrijf. Ze waren het bijna altijd met hem eens en zagen vooral kansen, geen bedreigingen. Daarnaast hadden ze een goede chemie met hem.
‘Wie van hen is binnen één tot twee jaar in staat om u op te volgen?’ Er viel een lange stilte. De headhunter stond op, zijn hand uitgestrekt naar de kandidaat. ‘Hartelijk dank. U hoort nog van ons.’
Elsevier nummer 15, 11 april 2015