Er zit wel een addertje onder het gras: populaire vliegtuigjes als de AR-drone van het Franse Parrot en de filmdrones van het Chinese DJI mogen straks niet meer dan 50 meter hoog en niet verder dan 100 meter vliegen.
Particuliere gebruikers mochten al zonder vergunning met hun drones vliegen, maar het ministerie van Infrastructuur en Milieu kondigde aan dat ook bedrijven per 1 oktober vergunningsvrij mogen vliegen. Dat is goed nieuws voor bijvoorbeeld boeren.
Door de hype rondom de kleine bestuurbare vliegtuigjes zijn er namelijk allerlei start-ups ontstaan die drones ontwikkelen voor commerciële toepassingen. Eén daarvan is Avular, een bedrijf uit Eindhoven dat zijn drones wil verkopen aan onder meer bouwbedrijven.
Die moeten nu nog steigers bouwen om de gevels van gebouwen te kunnen inspecteren op scheurtjes, maar kunnen daarvoor straks drones gebruiken. Dat scheelt ze veel werk en geld.
Ontheffing
Boeren met grote stukken land kunnen de drones inzetten om vlotter te ontdekken welke gewassen op het land er goed uitzien, of om te controleren of hun paarden en koeien er nog gelukkig bij staan in de wei.
Het enige probleem was: bedrijven mochten niet zomaar de lucht in met drones. Daarvoor moeten ze nu nog een ontheffing en een vergunning aanvragen. Staatssecretaris Wilma Mansveld (PvdA) van Infrastructuur en Milieu is van plan dat per 1 oktober te veranderen. Dan mogen ook commerciële gebruikers van vliegtuigjes lichter dan 4 kilo die zonder papieren gebruiken.
Vliegtuigjes
Dat is mooi, maar er zit wel een addertje onder het gras. Onder de wet vallen weliswaar populaire vliegtuigjes als de AR-drone van het Franse Parrot en de filmdrones van het Chinese DJI, maar die mogen straks niet meer dan 50 meter hoog en niet verder dan 100 meter vliegen – fors minder dan nu.
Voor hobbyisten en fans van hun filmpjes op YouTube is het een gemengde overwinning: fraaie filmpjes als die van de Domtoren in Utrecht worden straks zeldzamer. Tenzij filmmakers de regels aan hun laars lappen natuurlijk.
Elsevier nummer 20, 16 mei 2015