Thomas de Regt (25) is creatief bij Buutvrij for Life en zelfstandig grafisch vormgever.
‘Geregeld ga ik naar clubs en cocktailbars. Op een avond geef ik 50 tot 100 euro uit. Onlangs bestelde ik een cocktail van 20 euro. Voor dat geld moet de smaak bizar zijn, denk ik dan. Ik ga vier keer per week uit eten.
‘Mijn perceptie van geld is nogal verknipt. Ik leef uitbundig en spaar niet. Het gevoel van financiële vrijheid ontdekte ik rond mijn achttiende. Ik werkte als fondsenwerver, woonde bij mijn moeder en had daarom bijna geen vaste lasten. Maandelijks had ik 1.000 euro om pret mee te maken.
‘Mijn ex-vriendin overtuigde me ervan te gaan studeren. Vorig jaar rondde ik de opleiding advertising aan de Willem de Kooning Academie af. Mijn studiekosten betaalde ik zelf. Daarvoor moest ik geld lenen. Mijn studieschuld is 26.000 euro. Daar ben ik mij niet erg van bewust. Volgend jaar begin ik pas met aflossen.’
Nieuw petje
‘Mijn nettomaandinkomen bij reclamebureau Buutvrij for Life is 1.650 euro. Daarbovenop verdien ik nog 300 euro als zelfstandig vormgever. Buutvrij heeft grote, serieuze klanten, maar is ook het schoffie van het schoolplein. We zijn een begrip in de stad, ook door onze T-shirts en stickers, en de feestjes die we geven.
‘Per maand betaal ik 550 euro huur voor een gedeelde gezinswoning in Amsterdam. Mijn overige vaste lasten bedragen 200 euro. De rest komt altijd op. Sigaretten kosten mij alleen al 180 euro per maand.
‘Maandelijks geef ik 100 euro uit aan sneakers en aan een nieuw petje van 50 euro. Mijn guilty pleasure is het gamecafé: voor 50 euro per maand lekker op mijn vrienden schieten achter de pc.
‘Kalligrafie is mijn passie. Stiften en papier kosten 65 euro. Ook koop ik werk van andere kunstenaars. Voor een kalligrafeerwerk of tekening betaal je gemiddeld 30 euro.
‘Mijn kennis van dieren is enorm. Met mijn moeder ging ik vaak naar het bos en naar Burgers’ Zoo. Ik verzamel ingelijste, geprepareerde insecten. Een vliegend hert heb je voor 50 euro, een vlinder kost 25 tot 100 euro, afhankelijk van de grootte.’
Elsevier nummer 30, 25 juli 2015