Na de financiële crisis geldt Duitsland als Europees leider. Dat zorgt voor ongemak. ‘Zonder Duitsland gebeurde er niets.’
Moet Duitsland een leidende rol in Europa innemen? Over die vraag verschillen in het land zelf de meningen. ‘Onder Angela Merkel zijn we weer de Duitsers geworden voor wie altijd is gewaarschuwd; verkikkerd op zichzelf en vol eigendunk,’ schreef journalist Jakob Augstein (47) in zijn column ‘Im Zweifel links’ op 9 juli op de website van Der Spiegel.
De aangenomen zoon van Spiegel-oprichter Rudolf Augstein gaat hard tekeer tegen het in zijn ogen ‘neo-nationalistische’ Duitsland en neemt daarbij politicoloog Herfried Münkler (63) op de korrel.
De hoogleraar politieke theorie aan de Berlijnse Humboldt-universiteit maakte in Duitsland naam met zijn onderzoeken naar Machiavelli. Hij ziet het als de verantwoordelijkheid van Duitsland om een prominente rol in te nemen in Europa, iets waartegen Augstein fel ageert.
Net na de oorlog kreeg Duitsland natuurlijk geen enkele leidende functie, zegt Münkler. ‘Na de val van de Muur was het land te druk met zichzelf bezig. Pas sinds de financiële crisis in 2007 werd duidelijk dat er meer van Duitsland werd verlangd. Toen wisselden Duitsland en Frankrijk van rol.’
Banken stonden op omvallen en de Zuid-Europese landen kwamen in problemen. ‘Iedereen wachtte af. Zonder Duitsland gebeurde er niets.’
Terughoudend
Bondsdaglid Jens Spahn (35) ziet de leidende rol van Duitsland in Europa als ‘een plicht’. Hij geldt als een van de grootste beloftes in de CDU. Sinds begin juli is hij parlementair staatssecretaris op het ministerie van Financiën bij minister Wolfgang Schäuble. Een soort functie als onderminister die alleen parlementariërs mogen invullen.
‘Als economische locomotief in Europa zijn we nu eenmaal in die positie beland.’ Daar moet Duitsland aan wennen, zegt Spahn. ‘We hebben de wereld in de vorige eeuw vreselijk veel leed toegebracht. We moeten ons dus terughoudend opstellen.’
Aan de nieuwe verantwoordelijkheid kleven risico’s, zegt Spahn. ‘We kunnen onszelf niet meer overal buiten houden. Maar we moeten opletten of die leidende rol in binnen- en buitenland wordt geaccepteerd.’
Augstein citeert in zijn column de Franse econoom Thomas Piketty, die erop wijst dat Duitsland na twee wereldoorlogen zijn schulden nooit geheel heeft terugbetaald. Europa is volgens hem gebouwd op ‘kwijtgescholden schulden’ en niet op Merkels ‘protestantse idee van eeuwige boetedoening’.
Schuld
Een verkeerde analyse, vindt professor Münkler. Zonder die kwijtschelding zouden de Duitse economie en daarmee Europa er nooit bovenop zijn gekomen, zegt hij. ‘Duitsland heeft later via investeringen in Europa die schuld alsnog betaald. De Grieken zullen met nieuw geld opnieuw schulden maken als structurele hervormingen uitblijven.’
Het steunen van de euro en rekening houden met de gevoeligheden hierover in eigen land is een precaire balans, zegt Münkler.
‘Dat we decennialang bijna boven ons vermogen in Europa investeerden, is goed uit te leggen, omdat Duitsland daarvan profiteert. Maar als je nu nog meer verlangt, schep je hier een extreme partij met net zoveel invloed als een FPÖ in Oostenrijk of PVV in Nederland.’
Elsevier nummer 33, 15 augustus 2015