Fugro-CEO: ‘Je maakt een smak en je komt er weer sterk uit’

'Guido Benschop'

Bodemonderzoeker Fugro heeft het zwaar, nu de olieprijs zo laag is. CEO Paul van Riel (59) verwacht verbetering: oliemaatschappijen moeten immers blijven investeren.

Eigenlijk was Paul van Riel helemaal niet van plan lang bij Fugro te blijven. In 2001 trad hij voor twee jaar in dienst bij de bodemonderzoeker uit Leidschendam toen hij zijn eigen bedrijf Jason, dat software levert voor het analyseren van oliereservoirs, aan Fugro verkocht.

Die twee jaar, ‘dat was de handshake deal met Gert-Jan Kramer, de toenmalige CEO.’ Ondernemer Van Riel kon zich niet voorstellen dat hij lang bij een groot bedrijf zou willen werken.

Bij Fugro leken ze daarmee geen rekening te houden. Een aanbod kwam er echter ook niet: ‘Doodse stilte.’ Pas op de allerlaatste dag vroeg Kramer hem zitting te nemen in het dagelijks bestuur. Toen werd het toch een ja. In 2012 werd Van Riel CEO.

MH370

Fugro doet grondonderzoek: van funderingsonderzoek voor gebouwen in Dubai tot de bodemanalyse voor een onderzeese tunnel tussen Duitsland en Denemarken. Voor de westkust van Australië speuren twee Fugro-schepen de zeebodem af naar resten van de MH370, het vliegtuig van Malaysia Airlines dat in maart 2014 spoorloos verdween.

Het grootste deel – bijna 80 procent –  van zijn omzet van 2,4 miljard euro verdient Fugro aan grote projecten van olie- en gasconcerns. Toen die in 2014 de investeringen terugschroefden en de olieprijs ook nog eens inzakte, moest Fugro zijn dividend schrappen. De koers van de beurslieveling zakte in het najaar van 40 naar 14 euro.

‘Dat is niet fijn, als je dat op je bordje krijgt. Zorgen maak ik me niet, dit is de vierde olieprijsdip die ik meemaak. Ik heb als ondernemer geleerd: het gaat in zo’n situatie maar om één ding, positieve cashflow. Als er meer geld binnenkomt dan eruit gaat, kun je je eigen broek ophouden. Dat is het geval.’ Hij stelt nuchter vast: ‘Je maakt een smak en je komt er weer sterk uit.’

Samenwerking

Van Riel besloot in 2013 Fugro centraler aan te sturen. Werkmaatschappijen werden samengevoegd, er kwamen managementteams per regio. Die centralisering was niet omwille van de kosten, maar helpt het bedrijf nu wel: ‘We hadden geen positieve cashflow gehad als we die stappen niet hadden gezet.’

Fugro bestaat uit een grote groep werkmaatschappijen, legt Van Riel uit. ‘Vroeger, toen Fugro kleiner was, legden we elke maand de werkmaatschappijen langs de liniaal, zo van: jongens, maken jullie nog wel winst? Als het niet goed ging, grepen we in.

‘In 2013 concludeerden we dat dit niet langer kon. De projecten waarvoor we onderzoek doen, worden steeds ingewikkelder. Zoals de tunnel in Denemarken: een enorm complex project. Daardoor moeten wij een steeds groter pakket informatie leveren, waarvoor binnen Fugro meer moet worden samengewerkt.’

In de toekomst zullen olieconcerns hun investeringen weer opvoeren, verwacht Van Riel. ‘Gemiddeld kunnen oliemaatschappijen nog maar tien, elf jaar vooruit met hun reserves. Ze kunnen niet blijven uitstellen.’ Gaan ze weer investeren, dan loopt het orderboek van Fugro weer vol.

Boskalis

Intussen heeft Van Riel nog een dossier op zijn bureau: Boskalis Westminster. Het Papendrechtse bagger- en offshoreconcern, dat de afgelopen jaren meerdere bedrijven overnam, kocht eind 2014 een kwart van de aandelen Fugro.

Boskalis zegt Fugro niet te willen over­nemen. Maar het spande wel een rechtszaak aan om een van de beschermingsconstructies die Fugro heeft tegen een overname, af te breken.

Wat Boskalis-CEO Peter Berdowski ook van plan is: ‘Een ingenieursbureau dat onafhankelijk raad geeft, past niet bij een aannemer. Daar zijn wij heel stellig over.’ Die werelden zijn vaak compleet gescheiden, legt Van Riel uit. ‘Een klant heeft onafhankelijk advies van een bedrijf als Fugro nodig om goede biedingen te kunnen krijgen van aannemers.’

Van Riel heeft Berdowski wel eens gesproken sinds Boskalis aandelen Fugro kocht. Elk half jaar maakt hij een rondje langs de grootaandeelhouders, waaronder nu dus Boskalis. Maar over een overname ging het niet: dat is immers niet aan de orde. Vindt Van Riel de situatie vervelend? ‘Als het blijft zoals het nu is, en daar gaan we vanuit, dan is het okay.’

Onafhankelijkheid en de ondernemende cultuur waren voor Van Riel de redenen om bij Fugro te blijven. Hij richtte zijn bedrijf Jason op na zijn studie, met een vriend: ‘We hadden ideeën over het analyseren van oliereservoirs: ik ben gaan ondernemen om die werkelijkheid te zien worden. Nu wordt die analysemethode overal ter wereld gebruikt.’

Hij verkocht zijn bedrijf toen verdere groei veel kapitaal zou eisen. Dat kon beter onder de vleugels van een concern. In 2012 verkocht Fugro Jason weer, samen met een deel van de geowetenschappentak. Het bestuur vond dat dat deel niet zo goed bij de rest van het bedrijf paste.

Van Riel moest als verantwoordelijk bestuurslid de verkoop uitvoeren. ‘Op het advocatenkantoor lag een stapel contracten van 2 meter hoog, een contract voor elk van de zestig werkmaatschappijen die werden verkocht. De één na laatste handtekening die ik zette, was voor Jason. Dat was wel even slikken.’

Elsevier nummer 35, 29 augustus 2015