Nederlandse producten zijn de afgelopen jaren steeds populairder geworden in landen buiten de Europese Unie (EU). De export naar niet-EU-landen is de laatste tien jaar meer dan verdubbeld.
In 2005 vertegenwoordigde de export naar landen buiten de EU een waarde van 15,9 miljard euro. De exportwaarde is in de eerste vijf maanden van dit jaar toegenomen tot 33,8 miljard, blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek woensdag publiceerde.
De grootste afnemers van het Nederlandse product buiten Europa zijn de Verenigde Staten en China; zij zijn verantwoordelijk voor ruim 20 procent van de exportgroei. De uitvoer richting Brazilië is verzesvoudigd ten opzichte van tien jaar terug. Ook Singapore, Turkije, Mexico, Zuid-Korea, Hongkong en Canada zijn grote groeimarkten voor de Nederlandse uitvoer.
Transportmiddelen gewild
De behoefte aan Nederlandse machines, transportmiddelen als schepen, vrachtwagens en tractors, en geraffineerde aardolieproducten is groot in de landen buiten Europa. Vooral vervoermateriaal en gespecialiseerde machines zijn populair. Zuid-Korea, China, Taiwan en de Verenigde Staten investeerden behoorlijk in Nederlandse transportmiddelen.
Ook de belangstelling voor aardgas en aardolie is flink toegenomen. In Mexico, Togo, Singapore en Canada is er grote interesse voor de grondstoffen. De uitvoer naar deze landen zal de komende jaren waarschijnlijk afnemen, aangezien de aardgasproductie in Groningen zal worden teruggeschroefd.
CBS-econoom Floris Jansen zegt tegen BNR Nieuwsradio dat de exporttoename opvallend is. ‘Het is apart te noemen, omdat Nederland tien jaar in crisis zat. Maar niet iedereen zat in crisis en de export is natuurlijk vooral afhankelijk van wat andere landen doen.’
Afname
Ondanks de sterke toename van uitvoer naar niet-Europese landen, bevinden de belangrijkste exportpartners zich binnen de EU. Duitsland blijft de grootste afnemer van het Nederlands product. Er werd de afgelopen tien jaar 5,4 miljard euro meer geëxporteerd naar onze oosterburen. Na Duitsland zijn België en het Verenigd Koninkrijk de grootste afnemers.
In totaal bedroeg de exportwaarde van Nederlandse producten naar EU-landen 64,2 miljard euro. Dat betekent een stijging van 15,6 miljard euro ten opzichte van tien jaar geleden.