Pensioenfonds? Werkende wil meer te zeggen hebben

'ANP'

Solidariteit binnen een pensioenfonds, vinden werknemers nog steeds belangrijk. Wel willen de meeste werknemers meer te zeggen hebben als het gaat om de risico’s die pensioenfondsen nemen met pensioengeld.

Dat blijkt uit woensdag uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Driekwart van de respondenten geeft aan te willen kiezen met hoeveel risico pensioengeld wordt belegd.

Risico

Behalve meer inspraak als het gaat om beleggen, vindt ruim de helft het belangrijk om zelf te kunnen bepalen hoeveel premie zij inleggen. Slechts 13 procent van de werkenden vindt dat hij nu genoeg te zeggen heeft over zijn pensioen.

Een op de acht respondenten geeft aan dat hij of zij zou kiezen voor beleggingen met meer risico of het voortijdig opnemen van pensioengeld.

Een individuele pensioenregeling? Daar zitten werkenden niet op te wachten. Een op de vijf respondenten is daar voorstander van. Groot nadeel is, dat als een belegging negatief uitpakt dat direct grote gevolgen heeft voor het pensioen. Bij een collectieve pensioenregeling worden deze tegenvallers gespreid.

Een meerderheid van 63 procent geeft aan solidariteit binnen een pensioenfonds belangrijk te vinden. Vooral jongeren onder de 35 jaar en werknemers met een ruim bovenmodaal inkomen hebben behoefte aan meer invloed en individualiteit, blijkt uit het onderzoek.

Solidariteit en collectiviteit is vooral belangrijk voor werknemers van boven de 35 jaar, de inkomens tot anderhalf keer modaal en degenen die positief zijn over hun toekomstige pensioen en deelname aan het pensioenfonds. Dit zijn ook personen die bereid zijn meer premie te betalen, om anderen te kunnen helpen.

Rekening

Het kabinet werkt momenteel aan een pensioenstelsel waarbij meer maatwerk mogelijk is en meer keuzemogelijkheden zijn. Belangrijke voorwaarde voor staatssecretaris Jetta Klijnsma (PvdA, Sociale Zaken) is dat dat de rekening niet bij een bepaalde generatie komt te liggen en dat risico’s worden gedeeld.

Het kabinet wil af van de zogenoemde ‘doorsneesystematiek’, waarbij oud en jong bij hetzelfde pensioenfonds dezelfde premie betalen voor dezelfde pensioenopbouw, schreef Klijnsma in juni in haar Hoofdlijnennota.

Deze systematiek is volgens Klijnsma ‘niet fair, omdat de premie die een jongere inlegt in werkelijkheid meer pensioen opbrengt dan de premie die een oudere collega afdraagt. De premie van de jongere kan immers langer renderen.’

‘Dit tast het draagvlak voor het stelsel aan. Steeds meer jongeren vinden dat ze, vergeleken met de opbouw die ze krijgen, te veel betalen voor hun pensioen. Of dat de werkgever er te veel voor betaalt, zodat er voor hen minder loon resteert.’ Bovendien staat het door de vergrijzing helemaal niet vast dat de jongeren van nu later hetzelfde pensioen krijgen.