De werkende vijftigplusser in Nederland is bereid door te werken tot de pensioenleeftijd is bereikt, ondanks de weerstand over de verhoging. Het liefst werken zij door in hun huidige functie.
Het ministerie van Financiën heeft laten onderzoeken hoe werkzame Nederlanders van 50 tot 67 jaar tegen hun pensioen aan kijken. Het opschroeven van de pensioenleeftijd valt bij de meesten niet in goede aarde, want 66 procent van de ondervraagden vindt het vervelend dat de pensioenleeftijd is verhoogd.
Als ze dan toch moeten doorwerken, doen ze dat het liefst in hun huidige functie (64 procent). Van de vijftigplussers wil 24 procent stoppen met werken en leven van andere middelen als spaargeld of pensioenuitkering.
Activiteiten na pensioen
Meer dan de helft (57 procent) van de werkzame beroepsbevolking van 50 tot 67 jaar kijkt er naar uit om met pensioen te gaan. Slechts 6 procent van de mensen maakt zich zorgen over verveling na het afscheid van de werkvloer.
Hobby’s, reizen en vrijwilligerswerk zijn als de populairste activiteiten tijdens het pensioen. Zo’n 2 procent van de ondervraagden wil een eigen onderneming starten zodra de AOW-leeftijd is bereikt.
Kloof
Vorige maand stelde marktonderzoeksbureau GfK vast dat de kloof tussen de gevreesde en de gewenste pensioenleeftijd in Nederland behoorlijk groeit. De werkende Nederlander wil 3,4 jaar eerder met pensioen dan de vastgestelde leeftijd.
Uit dat onderzoek kwam onder meer naar voren dat het besef over de verhoogde pensioenleeftijd nog maar tot weinigen doordringt. Dat wordt bevestigd in het onderzoek van het ministerie van Financiën: drie op de vijf mensen zegt onvoldoende voorbereid met pensioen te gaan.