De werkloosheid in Nederland zal volgend jaar niet dalen. In 2016 zullen er 615.000 burgers zonder werk zitten, hetzelfde aantal dat dit jaar werkloos is. Pas in 2017 loopt de werkloosheid terug tot 606.000 mensen.
Dat voorspelt De Nederlandsche Bank (DNB) in de economische prognose die het maandag heeft gepubliceerd. Volgens DNB is het tempo waarin de werkloosheid daalt trager dan na eerdere recessies. Belangrijke oorzaak voor de langzame afname is de gematigde groei van de werkgelegenheid.
Overheid
Dat is onder meer te wijten aan de overheid, constateert DNB. Door bezuinigingen daalt het aantal banen in de sectoren zorg en overheid de komende jaren. Daardoor is de marktsector volledig verantwoordelijk voor het herstel van de arbeidsmarkt, schrijft de bank.
De Nederlandse economie zal volgend jaar 0,2 procent minder groeien dan in 2015. Dat heeft vooral te maken met de terugvallende wereldhandel en de teruglopende inkomsten uit de gaswinning.
Asscher
De economische prognose van DNB zal minister Lodewijk Asscher (PvdA) van Sociale Zaken niet bepaald gerust stellen. Asscher kreeg de afgelopen weken flinke kritiek te verwerken, omdat hij weinig heeft veranderd aan de hoge werkloosheid, ondanks dat de economie in de lift zit.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is de werkloosheid in oktober zelfs toegenomen naar 616.000 mensen. Reden voor coalitiepartner VVD om de druk op Asscher op te voeren.
‘We gaan hem achter de broek zitten,’ zei VVD-Kamerlid Anne Mulder. ‘Het is gewoon onvoldoende,’ zei Mulder over de prestaties van zijn collega. Later kwam hij terug op die uitspraak door te zeggen dat de onvoldoende nog geen definitief oordeel is.
Om iets te doen aan de hoge werkloosheid in Nederland, gaat Asscher onder meer afspraken maken met de gemeenten om 66.000 ‘onzichtbare jongeren‘ op te sporen. Deze jongeren volgen geen opleiding, maar werken ook niet.
‘We moeten zorgen dat deze jongeren betrokken blijven bij onze samenleving. En voorkomen dat ze met hun rug naar de maatschappij komen te staan,’ zei Asscher.